Voor Sabrina Nijs

Reeds als tiener had ik een zwak voor de ginkgo biloba. Als 16/17-jarige schreef ik voor het lokale blad Opwijk Leeft een artikel over de gingko in Opwijk, mijn geboortedorp. Na ‘diepgaand onderzoek in loco’ kwam ik –tot groot jolijt van de Opwijkenaren– tot de conclusie dat de Opwijkse gingko biloba “een mannelijke boom is, want hij vertoont geen vrouwelijke kenmerken”. Ik heb het de volgende dagen dikwijls mogen uitleggen “wat ik eigenlijk, feitelijk bedoelde”.
Toen ik in Leuven kwam studeren was ik over the moon toen ik ontdekte dat er diverse ginkgo's aanwezig waren in mijn nieuwe thuisstad. De mooiste herinneringen heb ik aan die in de tuin van de Blauwe Schuit, een voormalig café op de Vismarkt waar we vele uren hebben gesleten, in de zomer liefst onder het bladerdek van de ginkgo.

Gingko biloba in de Blauwe Schuit te Leuven
Uren hebben we gesleten onder het bladerdek van de ginkgo biloba in de tuin van de Blauwe Schuit te Leuven.

De heilige boom

In de 19de eeuw werd de boom ingevoerd uit Azië naar Europa. Goedkoop was zo‘n plant niet. De tuinbouwer Pétigny kocht in 1870 vijf mannelijke ginkgo‘s waarvoor hij per plant 40 gouden écus moest betalen. Een fortuin in die tijd. Sindsdien wordt de ginkgo in het Frans ook ‘Arbre aux quarante écus’ genoemd.
De ginkgo biloba heeft nog andere namen zoals ‘Arbre du ciel’ en ‘Tempelboom’. Deze namen verwijzen naar de verering die de boom in China en Japan te beurt valt. Daar is het een heilige boom, een symbool van onsterfelijkheid. Hij wordt daarom vaak rond tempels en heilige plaatsen aangetroffen, zoals in het boeddhistische tempelcomplex Gu Guanyin (China).

De boom in Gu Guanyin is de aanleiding van deze bijdrage. In oktober-november, op een moment dat in de natuur de grijsheid wordt ingezet, schittert deze boom immers als een zon die de winter aankondigt. De vallende bladeren veranderen de binnenplaats in een adembenemende, gouden zee.


De boom werd vermoedelijk geplant tijdens de Tang-dynastie (618-907), uiteraard door de grote Li Shimin (Keizer Tang Taizong), die regeerde van van 626 tot 649. Dat maakt de boom bijna 1400 jaar oud.
Tijdens het gouden seizoen ontvangt de boom tot maximaal 7000 bezoekers per dag. Als je een bezoekje wilt brengen: inschrijven is verplicht.


Goethe, Buch en Beuys

Later ontdekte ik dat ik als liefhebber van de ginkgo biloba in goed gezelschap vertoefde.
West-östlichen Divan van GOETHE bijvoorbeeld bevat een ginkgogedicht dat hij opdroeg aan een van zijn vele muzes, Marianne von Willemer.
In dat gedicht vertelt Goethe dat het blad van de ginkgo twijfelt of het een of twee bladeren zal zijn en betrekt dat op zichzelf. “Kun je aan mijn vers niet voelen dat ik één en dubbel ben?” Mooi dubbelzinnige ‘Dichtung’. ‘Eén’ en ‘dubbel’ is overigens een weerkerend thema bij Goethe (‘Zwei Seelen wohnen, ach! in meiner Brust’, zegt Faust).

In dit blad, door mij vanmorgen
van de ginkgoboom geplukt,
ligt een zoet geheim verborgen
dat de vinder diep verrukt

Is het soms één levend wezen
Dat zichzelf in tweeën deelt?
of zijn het er twee, verweven
en verenigd in één beeld?

Waar dit raadsel op mag doelen
beter dat ik het beken:
kun je aan mijn vers niet voelen
dat ik één en dubbel ben?

In een mooie hertaling van Ard Posthuma

Ook BOUDEWIJN BUCH was verslingerd op de ginkgo biloba. Vooral de gele blaadjes oefenden op hem een grote aantrekkingskracht uit. Hij schreef in 'Een heel huis vol‘: “Ik heb tientallen blaadjes van de boom uit alle mogelijke windstreken meegenomen, maar toch kan ik het niet nalaten nog meer blaadjes naar huis te slepen. ...Het is vooral de magie van dat prachtige gedicht van Goethe die mij tot de boom veroordeelde.“

En in 7000 Eichen, de bijdrage van JOSEPH BEUYS aan de zevende Documenta (1982) in Kassel, kwamen ginkgos te pas. In de stad zouden zevenduizend jonge eiken geplant worden. Naast elke boom kwam een basaltzuil te staan zodat die twee samen een boommonument vormden. Uiteindelijk plantte Beuys ook andere boomsoorten, waaronder vele ginkgos.


Enkele wetenswaardigheden over de ginkgo biloba

  • De ginkgo biloba stamt uit de flora van het geologisch tijdperk mesozoïcum zo'n slordige 180 miljoen jaar geleden en is daardoor de oudste nog levende boomsoort op onze aarde. Hij is ouder dan de dinosaurussen. Vandaar zijn bijnaam ‘een levend fossiel‘.
  • Tijdens het tertiair bedekte de ginkgo het hele noordelijke halfrond, tot bijna aan Groenland toe.
  • Hij is het laatste restant van de grote plantenfamilie Ginkgoaceae. Er is geen andere boomsoort met hem verwant.
  • De ginkgo wordt ook de Japanse notenboom genoemd. Ten onrechte: de ‘moderne’ ginkgo komt immers uit China en de boom draagt geen noten maar zaden.
  • Deze boom behoort tot de klasse van de naaktzadigen.
  • De ginkgo is een kruising tussen een naald- en loofboom.
  • De bladeren hebben geen middennerf. Daardoor is de linkerhelft van elk blad niet verbonden met de rechterhelft.
    Ginkgo Biloba Blad
    Foto © Shutterstock
  • De ginkgo is tweehuizig: er zijn mannelijke en vrouwelijke bomen. Ze hebben elkaar nodig voor de voortplanting. Daarom dat in Europa op vele mannelijke bomen ook een vrouwelijke tak wordt geënt.
  • De vrouwelijke bomen dragen vruchten vanaf 20-25 jaar. Die vruchten zijn eigenlijk zaden met een zaadvlies.
  • Als de zaden op de grond vallen begint het 'vruchtvlees' te rotten. Stinken dat dat doet. Daarom vind je in onze contreien vooral mannelijke exemplaren.
    Ginkgo Biloba vruchten
    © Shutterstock
  • Pas in 1729 werd hij uit Japan naar Europa gebracht. De oudste ginkgo biloba in Europa bevindt zich ofwel in Utrecht ofwel in het Vlaams Brabantse Geetbets. Daarover bestaat nog altijd onzekerheid.
    De ginkgo biloba in Geetbets dateert uit 1730-1750

Ook dit nog

Monique Van Vlemmeren, “Ginkgo Biloba”, in: De Vrienden van de Plantentuin Gent, maart 1983

Het Goethe-gedicht in een hertaling van Ard Posthuma komt uit De kat van Aboe Hoeraira, 2013, Tortuca, 9789076064000

Over de 7000 eiken van Joseph Beuys: Rudi Fuchs, ”Geduld”, in: De Groene Amsterdammer, 42, 14 oktober 2015.