Door Liesbet Vereertbrugghen


WIE ‘OP ROZEN GAAT, wandelt, ligt of zit’ is gelukkig, heeft goede keuzes gemaakt en kan onbezorgd verder met zijn leven. Rozen staan voor geluk. Zoveel is duidelijk. Maar ‘geen rozen zonder doornen’, geluk en tegenslag liggen dicht bij elkaar. De Nederlandse cabaretier Fons Janssen ziet het zo: ‘wie pijnlijke steken in het zitvlak voelt, zit hoogstwaarschijnlijk op rozen’… De roos heeft haar ‘unique selling proposition’ hélemaal aan zichzelf te danken. Het is een wonder van de natuur, rank en slank op haar stevige, gladde stengel of uitbundig en nonchalant in een tros. Ze heeft sterke wortels die niet kapot te krijgen zijn, met een overvloedige groei en bloei als gevolg. De associatie met Goden, heiligen, martelaren en helden heeft haar ook veel deugd gedaan, en werd de mystieke roos dan nog eens symbool voor Maria. De roos is een metafoor voor schoonheid, begeerte en liefde, maar ze draagt ook een spiritueel bewustwordingsproces in zich. In mijn boekje ‘Op rozen. Een bloem-lezing met 60 cultuurhistorische verhalen over de roos’ leest u er alles over.

Maar in sommige van de verhalen krijgt de sterallure van deze ‘bloem der bloemen’ een deuk. Laat er me twee vertellen. Eén verhaal uit het oude Rome en eén actueel maatschappelijk verhaal. In beide gevallen treft de roos geen schuld. Maar wel diegenen die er hun profijt uithalen

Eerlijke rozen

Het merendeel van de rozen in de supermarkt en bij de bloemist komt van Oost-Afrikaanse bloemenplantages in vooral Kenia en Ethiopië. Een ander deel komt van Ecuador en Colombia en slechts een klein percentage komt nog uit Nederland of België. Hoogst eigenaardig als u weet dat rozen van oorsprong enkel groeiden op het noordelijk halfrond.

@ fairtradebelgium.be

Dat heeft natuurlijk alles te maken met het gunstige klimaat en met de lage arbeidskost in de Afrikaanse landen. In Kenia leeft vier procent van de Kenianen (vooral vrouwen) van de bloementeelt, en dat is goed voor Keniaanse economie. Zowel financieel als ecologisch is het interessanter om de rozen vanuit Afrika over te vliegen. Nederlandse rozen stoten zesmaal méér CO2 uit in vergelijking met de Keniaanse rozen, vliegtuigreis inbegrepen. Boosdoeners zijn de verwarmde serres waar de rozen in groeien. Dat las ik in een artikel van Karlien Wouters in het tijdschrift MO. En ook al doen de Nederlandse en Belgische rozenkwekers inspanningen om hun uitstoot te verlagen, op een gelijk niveau is het niet te krijgen.

Er zijn wel problemen met die importrozen uit Oost-Afrika. Allereerst een ecologisch probleem. Rozen telen vraag veel water en water is uiterst schaars en kostbaar in dit deel van de wereld. Er worden vaak krachtige chemicaliën gebruikt, gif dat lange tijd in de lucht blijft hangen terwijl de arbeiders zonder beschermende kledij terug aan het werk moeten. Met alle gevolgen van dien: van besmette moedermelk tot ademhalingsproblemen en kanker. Ook de lozing van het gif heeft grote negatieve gevolgen voor de omgeving.
De werkomstandigheden voor de meestal vrouwelijke arbeidsters is ondermaats. Vrouwen werken 6 dagen op 7, soms 16u per dag voor een zeer laag loon. Ze werken met tijdelijke contracten die op elk moment kunnen worden stopgezet. Zwangerschapsverlof of vakantie is haast onbestaand en vakbondsoverleg kennen ze niet.

Gelukkig is er onder internationale druk al heel wat vooruitgang gemaakt. Met de betrokken landen worden er certificaten afgesloten die de werkomstandigheden en ecologische aanpak aanzienlijk verbeteren. Zo bijvoorbeeld moet een gesloten waterkringloop het verbruik van water beperken, en daar waar er natuurlijke warmwaterbronnen in de buurt zijn worden die gebruikt om het klimaat in de serres te regelen om zodoende het gebruik van fossiele brandstoffen te minimaliseren. Er worden ook minder (gevaarlijke) pesticides gebruikt. Fairtrade Belgium gaat nog een stap verder en legt naast ecologische en sociale voorwaarden ook regels op voor loononderhandelingen die een waardig inkomen voor de arbeiders moet garanderen. Daarbovenop is er een verplichte premie te betalen voor projecten die de hele gemeenschap ten goede komen. Vandaag werkt Fairtrade samen met 64 gecertificeerde bloemenkwekerijen in acht landen, goed voor bijna 60.000 werknemers. De Fairtrade kwekerijen bevinden zich in Kenia, Ethiopië, Tanzania, Oeganda, Zimbabwe, Ecuador, El Salvador, Sri Lanka en Costa Rica. Fairtrade bloemen kunnen getraceerd worden tot aan de kwekerij waar ze geplant werden. Dat gaat de goede kant op.

Rozendecadentie

Naar het begin van onze tijdrekening nu. In de Oudheid waren rozen erg gewild om hun blaadjes die bij rituele feesten massaal in het rond werden gestrooid. In Rome bijvoorbeeld werden jaarlijks de uitbundige Floralia gevierd van 28 april tot 3 mei en dit ter ere van de bloemen- en lentegodin Flora. En tijdens het keizerrijk waren er ook de Rosalia, de rozenfeesten ter nagedachtenis van de overledenen. Nabestaanden strooiden rozen of rozenblaadjes over de graven van hun geliefden. Na de rituele plechtigheid werd er gefeest en gegeten. De gasten kregen rozenkransen om. Het belang van rozen op dergelijke plechtigheden was zo groot dat de overledene bij leven al geld voorzag voor de aankoop ervan, want een begrafenis zonder rozen had geen stijl. Om aan de vraag te kunnen voldoen werden boeren vaak gedwongen rozen te telen in plaats van voedsel.

Met de neergang van het Romeinse rijk sloeg echter de rozendecadentie toe. Keizer Nero (37-68) liet schepen vol rozen uit Egypte komen om er zijn paleis en naar verluidt zelfs een heel strand in Napels mee te versieren. Zo'n twee eeuwen later was keizer Heliogabalus al even gestoord.

Op het schilderij De rozen van Heliogabalus (1888) van de Brits-Nederlandse schilder Sir Lawrence Alma-Tadema staat een scène uit het leven van Heliogabalus, keizer van Rome van 218 tot 222. Een morbide scène waarbij nietsvermoedende aanwezigen onder de toeziende ogen van de keizer en zijn tafelgenoten, bedolven worden onder een lawine van neervallende rozenblaadjes. Heliogabalus en zijn gezelschap kijken geamuseerd toe terwijl een Romeinse schone, helemaal weg van de wereld, de aulos of de dubbele rietfluit bespeelt.

Alma-Tadema
De rozen van Heliogabalus (1888, in privébezit) – Sir Lawrence Alma-Tadema

Het is een tafereel naar een apocriefe episode uit de Historia Augusta uit de 4e eeuw na Christus: “In een banket-kamer met een omkeerbaar plafond bedolf hij ooit zijn parasieten onder viooltjes en andere bloemen, zodat sommigen daadwerkelijk zijn gestikt, niet in staat zijnde om er bovenuit te kruipen.”
Heliogabalus had veel tegenstanders door zijn manier van leven en de vele uitspattingen. Hij liet de Fenicische-Syrische zonnegod El gebal (aan wie hij zijn naam ontleende) uitroepen tot Romeinse oppergod onder de naam Deus Sol Invictus, God de onverslagen zon en hiermee passeerde hij Jupiter. In de vier jaar dat hij keizer was, van zijn veertiende tot zijn achttiende, huwde hij vijf keer waaronder, tegen de wet in, met een Vestaalse Maagd. Hij had relaties met zijn blonde slaaf Hierocles, de menner van zijn strijdwagen en later huwde hij ook met een atleet uit Smyrna, een zekere Zoticus. Bij Cassius Dio vernemen we dat Heliogabalus zich prostitueerde in kroegen, bordelen en zelfs in het paleis. Herodianus merkte op, dat de keizer gebruik maakte van cosmetica en een uitgesproken voorkeur had om als ‘minnares, vrouw, koningin van Hieroclese’ te worden genoemd. Ook zou hij grote sommen geld hebben geboden aan elke arts die hem kon voorzien van vrouwelijke geslachtsorganen. En deze man gebruikte tedere rozenblaadjes als moordwapen.

Het doek is omrand met een opmerkelijke gouden kader

Sir Alma-Tadema, bekend om zijn vele doeken geïnspireerd door de klassieke Oudheid, werkte aan dit schilderij in zijn atelier in Londen, van 1887 tot 1888. Met een onwaarschijnlijk engelengeduld heeft de meester deze duizende blaadjes vorm gegeven: opmerkelijk fijn, realistisch en diep van kleur. Het doek, omrand met een opmerkelijke gouden kader, meet 214 cm bij 132 cm, een verhouding die de gulden snede benadert. Het spel van de wervelende rozenblaadjes in zoveel tinten roze, trekt alle aandacht naar zich toe.
Gedurende vier maanden liet Alma-Tadema wekelijks een vracht rozenblaadjes van de Côte d'Azur naar zijn atelier in Londen sturen. Alles voor de kunst!


Nog even dit

Liesbet Vereertbrugghen, Op Rozen. Een bloem-lezing. Zestig cultuur-historische verhalen over de roos. Borgerhoff&Lamberigts, 2018. 9789089318435
Het boek is te verkrijgen via Barbóék –wat had je gedacht– en de betere boekhandels.