OP HET BOEIENDE symposium ‘The Magic Mountain Revisited / Cultivating the Human Spirit in Dispirited Times’ van het Nexus Instituut had Rob Riemen in de namiddag een gesprek met zeven jonge mensen.
Op de vraag wat er ontbreekt in onze samenleving van vandaag, komt er een mooi antwoord van de Italiaanse Andrea Marcolongo (1987). Zij is classica, journaliste en schrijfster van onder meer het succesvolle “De Geniale Taal. Waarom we allemaal van het Grieks moeten houden.”(2016), vol liefde voor de klassieke taal.

Schrijfster Andrea Marcolongo: ”We moeten inzetten op het feit dat ieder van ons de grote schepper is.” © Nexus


Ze zegt iets in deze trant:
“We zien God als de Schepper. We zijn geschapen als evenbeeld van God. Als zijn evenbeeld, zijn we dus ook ‘Scheppers’. Zo zie ik het. We dienen onze scheppingsdrang en -kracht veel meer te koesteren. We moeten inzetten op het feit dat ieder van ons de grote schepper is. In het scheppende worden we mens.”

De uitspraak van Andrea Marcolongo herinnerde me aan de aanhef van Die Galgenlieder (1905) van Christian Morgenstern (1871-1914). Bij thuiskomst zocht ik onmiddellijk de juiste woorden op. Zo zijn we dan.


Het kind in de…

Het kind in de mens

De aanhef van Christian Morgenstern in Die Galgenlieder:
”In elke mens zit een kind verborgen dat Scheppingsdrang heet en als favoriete speel- en ernstgoed niet het tot in de finesses nagemaakte miniatuurschip wil, maar de notendop met een vogelveer als mast en een kiezelsteen als kapitein. Het wil ook in de kunst mogen mee-spelen en mee-scheppen en niet slechts vol bewondering toe moeten kijken. Want dit 'kind in de mens' is de onsterfelijke Schepper in hemzelf...”

Het kind in de man

Ik wist niet dat deze aanhef werd voorafgegaan door een andere aanhef. Eentje van Nietzsche:
»Im ächten Manne ist ein Kind versteckt: das will spielen.«
In de echte mens zit een kind verborgen: het wil spelen.



Galgenliederen

Christian Morgenstern (1871-1914) was tijdgenoot en geestesverwant van Guillaume Appoliniare (1880-1918).

Net zoals Nietzsche wilde Morgenstern en Appolinaire de bestaande waarden omgooien en vastgeroeste ideeën en moraal aan de kaak stellen. Ze zijn daarin voorloper van dada, de surrealisten, het existentialisme.

Morgenstern is ook kind van Schiller, die stelt dat de mens door het spel van schoonheid de instincten rede en gevoel samenbrengt in een soort spanningsveld (de esthetische Spieltrieb, de ‘esthetische speldrift’). Door schoonheid te beschouwen wordt de mens totaalmens en vrij.

In 1905 bracht Morgenstern een groot aantal groteske gedichten onder in een bundel: 'Die Galgenlieder'. Het boek groeide uit tot een van de meest toonaangevende werken uit de Duitse poëzie.

Twee voorbeelden van dergelijke absurde humor en ongerijmde gedichten: de Trechter en Nachtgezang van de vis.



De trechter

Twee trechters wandelden bij nacht,
't maanlicht glipte door hun schacht
bleek en stil en
ongestoord
over het
bospad
enz.
...



Nachtgezang van de vis.


In de Nederlandse taal doen dergelijke gedichten mij nog het meeste denken aan Cees Buddingh. Ook Buddingh doet dikwijls een wrange lach op mijn gelaat verschijnen. Bijvoorbeeld met het eenzinsgedicht: ’Het menselijk tekort, leg het naast mijn bord.’


Later werk

Later schreef Morgenstern ook ander werk. Zoals dit mooie gedicht dat mijn hele volwassen leven naast me loopt als een soort van permanente opdracht, na te streven ideaal:

Verlange nichts von irgendwem,
lass jedermann sein Wesen,
du bist von irgendwelcher Fehm
zum Richter nicht erlesen.

Tu still dein Werk und gib der Welt
allein von deinem Frieden,
und hab dein Sach auf nichts gestellt
und niemanden hienieden.

Christian Morgenstern


Verlang van niemand iets in enig opzicht
laat iedereen geheel zijn eigen wezen,
gij zijt door een of ander veemgericht
toch niet tot rechter uitgelezen?

Doe stil uw werk en laat de wereld
slechts delen in uw vrede
en koester geen verwachtingen
van iets of iemand hier beneden.

Christian Morgenstern




Nog even dit

1/
Morgenstern bleef verder groteske gedichten schrijven (meer dan 200) die in 1933 gebundeld werden in ‘Alle Galgenliederen’. Dit werk werd in 2006 integraal en schitterend vertaald door Bèr Wilbers.

Christian Morgenstern, ’De Galgenliederen en andere groteske gedichten’, Nederlandse vertaling door Bèr Wilbers , 2006, IJzer, ISBN: 9789074328975
Te bestellen via Barbóék en andere betere boekhandels.

2/
Drie aanbevolen boeken over het spel in het leven en de samenleving

  • Johan Huizinga, Homo Ludens, 1938, ISBN 9789089641946
  • Friederich von Schiller, Brieven over de esthetische opvoeding van de mens, Über die ästhetische Erziehung des Menschen, brievencyclus, 1794-1795, ISBN 9789490334024
  • Francis Alÿs, Children's Games, 2019, ISBN 9789462085497


Alle drie te bestellen via Barbóék en andere betere boekhandels.