Door Karel Vereertbrugghen
OP 11 NOVEMBER vieren we de naamdag van de meest populaire heilige uit de middeleeuwen, Sint Martinus. De man diende als cavalerist in het Romeinse leger. Voor de stadspoort van Amiens schonk hij de helft van zijn soldatenmantel aan een bedelaar en bekeerde zich tot het ware geloof. En met succes: in 371 bracht hij het tot bisschop van de belangrijke stad Tours.

Die halve mantel van Martinus was voor de Frankische koningen eeuwenlang een bijzonder voorwerp van verering. De ruimte waar ze die miraculeuze relikwie bewaarden, heette, naar het Latijnse woord voor manteltje, cappella.
Later ging men elk bedehuisje cappella, kapel noemen. En omdat in een koninklijke kapel vaak werd gemusiceerd, betekende het woord later ook muziekensemble.