JAREN GELEDEN LEERDE ik Dimitri Dumon kennen, toen nog slagwerker bij Triatu. Hij is nu docent slagwerk, slagwerkensemble en kamermuziek, en mijn drumleerkracht en een goede vriend. Via hem leerde ik het Musique de Tables van Thierry De Mey kennen, een fascinerende compositie voor zes handen op drie tafels.

Thierry De Mey (1956) is een jack of all trades. Hij is een componist, slagwerker en een filmmaker van experimentele dansfilms. Hij stond in de jaren 80 mee aan de wieg van Maximalist! en Ictus, beide muziekensembles voor hedendaagse muziek. Hij is gedurende zijn hele carrière geïnteresseerd in de relatie tussen lichaam, muziek en ruimte. Geen wonder dat hij heeft samengewerkt met het dansgezelschap van Anne Teresa De Keersmaeker waarvoor hij, samen met Peter Vermeersch, onder meer Rosas danst Rosas componeerde dat in première ging tijdens het Kaaitheater van 1983. Hij maakte er in 1997 ook een film van (zie een lang fragment). Later werkte hij ook samen met Wim Vandekeybus en met zijn zus Michèle Anne De Mey.

Terug naar Musique de Tables. De eerste maal dat ik het heb gezien was in een uitvoering van Triatu. Dimitri speelde zelf een van de tafels. Een fragment van hun uitvoering vind je hieronder. Honderden malen hebben ze deze compositie uitgevoerd in scholen, culturele centra,… Altijd tot grote verrassing van het publiek.


Een volledige en recente uitvoering is deze door REPERCUSSION TRIO

De partituur

In beide fragmenten zie je de partituren liggen op de tafels, vóór de muzikanten.
De partituur ziet er zo uit:

Musique de Tables Partituur
Drie pagina’s uit de partituur plus één pagina uit de legende voor Musique de Tables van Thierry De Mey.

Een partituur voor een slagwerker is altijd iets bijzonders. Een partituur voor een traditioneel drumset valt nog makkelijk te ontcijferen. De code voor drumnotatie is immers voldoende gekend en universeel. Maar soms zie je slagwerkers met een overload aan speciale instrumenten of met een bijzondere opdracht, zoals bij Musique de Tables. Dat moet omgezet worden in leesbare richtlijnen voor de slagwerker en dat is niet altijd evident.
Dimitri over het lezen van dergelijke partituur: “Het eerste werk van een slagwerker bij het inoefenen van een compositie, is altijd de legende van de partituur lezen. En dat vraagt tijd en concentratie. Eens dat je de legende hebt ontcijfert, dan kan je de partituur beginnen te grijpen, te begrijpen. Pas daarna begin je muziek te maken.”

Dimitri Dumon
Dimitri Dumon met zijn leerlingen aan de slag op een concert.

Slagwerker wordt danser

Ik vind dit een boeiend stuk om naar te kijken en te luisteren. De beperkte maar precieze gebaren doen de grens tussen muziek en beweging vervagen. De muzikant is tegelijkertijd slagwerker en danser. Het is als het ware een ballet én muziek voor handen op een tafel. Dimitri hierover: “Ja, op een manier was dat aspect van ‘dansen’ nog het moeilijkst voor ons. Wij zijn slagwerkers - we spelen en luisteren - en we moesten ineens bewegingen oefenen en op elkaar afstemmen. En dat was niet evident. Wij zijn niet alle drie even groot, we hebben verschillende karakters, we moeten ook een zekere elegantie brengen,… Dat heeft invloed op de gebaren die je maakt. Dat dienden we te synchroniseren. We zaten vaak te oefenen voor een grote spiegel. Dat was voor ons du jamais vu.”

Als je eens een concert kan meemaken met deze Musique de Tables moet je zeker gaan. Kijken en luisteren tegelijkertijd. Geboeid plezier gegarandeerd.

Dank je wel, Dimitri.

Nog even dit

Meer uitleg over Musique de Tables vind je op het interessante Matrix, Centrum voor Nieuwe Muziek. Een fragment:
“De Mey’s composities is beweging. Met zijn muziek en films wil hij ritme in en door lichamen beleefd laten worden. Visuele en choreografische aspecten zijn dus even belangrijk als het uiteindelijke klankresultaat. Musique de Tables uit 1987 is hiervan een duidelijk voorbeeld. Het is een compositie voor zes handen op drie tafels.
De drie percussionisten beschikken enkel over deze tafel als instrument en dienen verschillende bewegingen met hun beide handen uit te voeren, gaande van eenvoudige handelingen zoals ‘le plat’ (met de binnenkant van de hand op de tafel slaan), ‘le revers’ (het oppervlak van de tafel raken met de buitenkant van de hand), ‘le tranchant’ (een soort karateslag), ‘la dactylo’ (parallelle wrijfbewegingen met de polsen over de tafel) en ‘les essuie-glaces’ (wisbewegingen van de onderarmen) tot cirkelbewegingen en meer pianistieke handelingen als de ‘arpèges’ en ‘les one-finger-Pianist’ (het quasi beslaan van de toetsen van een piano met de vinger maar dan op verschillende plaatsen op de tafel).
De Mey karakteriseerde elke uit te voeren figuur met een naam en een symbool, en voegde het geheel aan symbolen als een soort legende aan de partituur toe. De variatie aan klanken die daarbij moest ontstaan, had De Mey vastgelegd in een partituur waarbij voor elke hand een soort notenbalk werd voorzien, gelijkaardig aan de pianonotatie. De posities van de handen en de bewegende figuren zijn een soort vormentaal die vergeleken kan worden met een danschoreografie. Deze compositie gaat niet alleen om de muziek, maar ook om de bewegingen die nodig zijn om de muziek te produceren.”