BOVENAAN MIJN SPOTIFY-LIJSTJE staan twee namen die op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken lijken te hebben: Johann Sebastian Bach (1685-1750) en George De Decker (°1951). Dat Bach en De Decker samen op dat lijstje belandden, is geen toeval. De Decker is de componist van het album dat ik dit jaar het vaakst beluisterde: Wit in Wit. Goldberg Variations Revisited — een opname uit 2018-2019 [1].

Evenmin is het toeval dat De Decker zich in Wit in Wit expliciet verhoudt tot de Goldbergvariaties. Niet omdat hun muziek op elkaar zou lijken, maar omdat ze dezelfde luisterhouding vragen. Geen snelle emotie, geen herkenbaar verhaal, geen onmiddellijke beloning. Wel tijd. En aandacht. George De Decker bestudeerde en analyseerde tientallen uitvoeringen van de variaties Bach om vervolgens vanuit een radicaal gereduceerde muzikale kern te vertrekken om een aria (zie video) en 30 variaties te componeren. Evenveel als Bach zelf.
De Deckers’ muziek is een heuse tour de force die veel meer aandacht verdient dan tot nu toe. Geboeid door dit alles, maakte ik een afspraak met George De Decker om hem te vragen als componist voor mijn film Prologues (waarover volgend jaar meer), om over zijn CD te spreken en om hem te vragen waarom hij volgens zijn mening zo weinig succes heeft. Ik wilde in Het Verzet aandacht geven aan die ene vraag: waarom krijgt de ene kunstenaar erkenning en de andere nauwelijks?
Het gesprek ging door bij hem thuis. Over succes en de afwezigheid daarvan hebben we lang gesproken. Maar – De Decker zal het me niet kwalijk nemen – daar zal ik het in een latere bijdrage eens over hebben want de insteek voor mijn artikel nam immers een onverwachte wending. De aanleiding daartoe was een boek dat M. me begin december te lezen gaf – hoe aangenaam is het om boeken uit te wisselen met wie je lief is. Het bewuste 'doorgeefboek' is Wachten van Dirk De Wachter [2]. M kent haar man zeer goed, want ik meteen: "Dat is het! Mijn recensie over Wit in Wit wordt geen recensie, maar een beschouwing over wachten”. En als bij wonder bracht het me tot wat ik zie als de kern van De Decker’s muziek.
Ontmoeting
Wachten dus. Zo formuleert De Wachter het: “Wachten als grond van het leven, als onderliggende grondhouding, als een soort fond. Het is een pleidooi voor bedachtzaamheid, maar ook voor engagement.” (De Wachter, p. 12) Wie Wit in Wit voor het eerst beluistert, merkt meteen wat De Wachter bedoelt. Het werk opent niet met een akkoord dat betekenis vastlegt, maar met een klank die iets vrijlaat, die betekenis open laat [3]. Een enkele pianoklank, voorzichtig neergezet, omringd door stilte. (nvdr: voor de musici onder ons: net als de Goldberg Variationen start ook Wit in Wit in sol groot - dank je wel Eric VL). Die eerste klank, dat eerste akkoord mag uitklinken tot ze vanzelf oplost; pas daarna volgt een volgende toon. Wit in Wit beweegt zich niet vooruit, maar spreidt zich uit. De muziek kent geen bravoure, geen spanningsboog, geen climax, geen richting. In de dertig variaties die volgen staat de piano centraal, maar nooit dominant. Wat mij opvalt, is het tempo — of beter: het quasi ontbreken ervan [4].
De Wachter citeert in zijn boek Bernard Dewulf, die het onderscheid maakt tussen de wachtenden — zij die op iets wachten, bijvoorbeeld op de bus — en de wachters: zij die nergens specifiek op wachten, niets verwachten, en toch wachten: “In werkelijkheid wachten zij alleen maar op het onverwachte dat zich op elk moment kan voordoen. Tegelijk weten ze: het zal nooit gebeuren.” (p. 35).
George De Decker nodigt ons uit om zulke wachters te worden. Wie luistert met de verwachting van ontwikkeling, raakt snel gefrustreerd — waar blijft de bus? Maar wie blijft, wie wacht, merkt dat de tijd anders begint te werken. Niet als iets dat moet worden gevuld, maar als iets dat gedragen wordt.
Af en toe mengen zich andere klanklagen: fragiele blazers, een verre strijker, een nauwelijks hoorbare percussieve resonantie, elektronisch geproduceerd texturen.… Deze klanken komen en gaan zonder aankondiging, zonder dramatisch effect. Ze zijn er niet om iets te zeggen. Ze zijn er gewoon, zoals zovele dingen in het leven. Ze treden zelden op de voorgrond, maar geven de piano extra ruimte: een context die leven brengt. Leven komt tot leven in een context. De Wachter citeert Heidegger: “Het er-zijn is altijd een zijn-met-anderen.” [p. 13, mijn vertaling]. En precies daardoor kunnen die schijnbaar geringe klankgebaren een diep effect hebben. Ze tonen dat ook het kleine, het voorzichtige, het tijdelijke betekenis draagt wanneer we bereid zijn ervoor te blijven — en te wachten.
Mijn eerste ontmoeting met Wit in Wit — toevallig op televisie — was moeilijk. Zoals ook mijn eerste confrontatie met de film Andrej Roublev (Tarkovsky) moeilijk was. Ik verstond er niets van, maar ik voelde wel iets. De kunstwerken spraken me aan, zonder zich uit te leggen. Pas gaandeweg begreep ik dat Wit in Wit geen onmiddellijk muzikaal oordeel vraagt, maar eerst en vooral een houding. George De Decker nodigt uit tot een ontmoeting. En de basishouding van ontmoeten is wachten. Hij vraagt ons niet: wat vind je hiervan? maar: kan je blijven luisteren zonder vooruit te willen?
Kan je blijven zonder vooruit te willen?
Simone Weil noemde de houding die daarvoor nodig is attente: aandacht, wachten als een vorm van leegte. Niet de gespannen concentratie die iets wil vatten, maar het opschorten van de wil zelf. Ware aandacht is poreus, beschikbaar, bereid om niets vast te houden. Ze bestaat uit wachten zonder object, uit het verdragen van leegte zonder die onmiddellijk te willen vullen. Alleen in zo’n toestand, schrijft Weil, kan waarheid zich tonen — en vooral: alleen dan kan de ander werkelijk verschijnen.
Rudolf Steiner formuleerde diezelfde beweging in dialogische termen: in een echt gesprek moet het Ik kunnen slapen. Zolang het Ik wakker blijft — corrigerend, reagerend, interpreterend — blijft de ander gevangen in het raster van de verwachtingen van het Ik. Het slapende Ik is geen afwezig Ik, maar een Ik dat niet ingrijpt. Het schept ruimte. Pas dan wordt ontmoeting mogelijk.
Bij Dirk De Wachter verschijnt deze houding als een ervaring van tijd. Hij verwijst niet toevallig naar Henri Bergson, de filosoof van de durée om te tonen dat betekenis niet ontstaat door interventie maar door tijd te laten gebeuren. In de therapeutische praktijk blijkt dat telkens opnieuw: zorg ontstaat dikwijls niet door oplossingen, maar door het samen uithouden van wat niet oplosbaar is. Wachten confronteert ons met gemis, onmacht en onvolmaaktheid — precies datgene wat de maakbare mens wil uitwissen. Maar volgens De Wachter ligt betekenis niet voorbij het wachten, maar erin. Het Ik laat zijn oplossingsdrang los en blijft aanwezig.
Diezelfde nederige beweging wordt in de mystieke en theologische traditie aangeduid met kénosis: het vrijwillige leeg worden van het Ik, niet als zelfverlies, maar als voorwaarde voor ontvankelijkheid. Kénosis betekent niet dat het Ik verdwijnt, maar dat het ophoudt zichzelf te willen bevestigen. De ruimte die daardoor vrijkomt, is geen vacuüm maar een dragende leegte — een plek waar iets anders kan verschijnen dan de herhaling van het eigen verlangen, namelijk aandacht, ontmoeting en waarheid. Kénosis is vandaag tevens een seculiere praktijk: niet het wegwissen van het Ik, maar het tijdelijk terugnemen ervan. Een houding die ruimte schept — voor aandacht, voor de ander, voor waarheid.
Kan je blijven zonder vooruit te willen?
De kunstenaar

In de kunst verschijnt de kenotische beweging vandaag als vormprincipe: minder doen om meer mogelijk te maken.
Bijvoorbeeld in het beeldend werk van de Argentijnse schilder José Marchi, met name het schilderij Kénosis uit de reeks Terra Celeste. We herkennen een verre echo van Rogier van der Weydens Kruisafname. Het lichaam van Christus is echter afwezig. Wat blijft, is wit: een stralende leegte die het centrum van het beeld inneemt. Die leegte is geen gemis, maar een dragende aanwezigheid. In Kénosis wordt ontlediging zichtbaar: het loslaten van macht, vorm en ego. Zelfs het handschrift van de schilder Marchi trekt zich terug — geen zichtbare penseelstreek, geen expressief gebaar. Het Ik verdwijnt ten gunste van het werk.
Zoals bij Marchi ontstaat ook bij De Decker potentie, niet door toevoeging, maar door wegnemen. Wit in Wit vraagt van de luisteraar hetzelfde als Marchi’s Kénosis: geen toe-eigening, geen snelle lezing, maar aanwezigheid. Wat De Wachter in woorden beschrijft, wat Marchi in het beeld toont, maakt Wit in Wit hoorbaar. De muziek ontdoet zich van alles wat zichzelf wil tonen: virtuositeit, narratief, climax — zoals bij Marchi ook de verfstreek zich terugtrekt. Wat overblijft, is klank die verschijnt en verdwijnt, gedragen door stilte. En uiteindelijk kom je – net als bij Bach – na 30 variaties terug bij de aria, terug thuis.
Wit in Wit bestaat slechts bij de gratie van een luisteraar die zijn interpretatieve Ik laat rusten. Wie actief wil begrijpen, blijft buiten. Wie attent(e) luistert (daar-is), hoort.
Zo komen verschillende bewegingen samen:
Kenosis is het leegmaken van het zelf.
Attente is de waakzame vorm van die leegte.
Het slapende Ik is haar relationele voorwaarde. (Attention)
Wachten is haar tijdsvorm.
Tierra Celeste maakt haar zichtbaar.
Wit in Wit maakt haar hoorbaar.
Er bestaat muziek die ons meesleept, en muziek die ons ophoudt. Wit in Wit behoort tot die laatste categorie. Het is muziek die niet wil overtuigen, maar uitnodigt om te blijven — bij de klank, bij de stilte, bij het moment dat onherroepelijk voorbijgaat [5]. George De Decker, net als De Wachter, Steiner, Weil en Marchi, herinnert ons dat leegte geen tekort is, maar een mogelijkheid. Dat precies daar — in klank, in beeld, in wachten — iets verschijnt dat niet van ons is, maar ons toch raakt. Het verbaast me allerminst dat deze muziek bovenaan mijn Spotify-lijstje staat.
Nog even dit
[1] George De Decker, Geert Callaert, Wit in Wit. Goldberg Variations Revisited, Antarctica Records 2019 AR 012
[2] Dirk De Wachter, Wachten. Een levenshouding, Lannoo Campus, 2025, 541 05 749 2759 0. Overigens prachtig vormgegeven door Paul Verrept.
[3] Hoe anders klinkt het beginakkoord van bijvoorbeeld Mozarts’s Piano Sonate no 3 II. Andante amoroso. Prachtig, ik heb dat altijd een wonderbaarlijk beginakkoord gevonden. Het hele nummer is vervat in dit ene akkoord. Maar, zo fundamenteel anders dan dat ene beginakkoord van Wit in Wit.
[4] De componist vertelde me genoeg dat de pianist Geert Cannaert tijdens de uitvoering wel een click track gebruikte, een toestelletje dat in een hoofdtelefoon een tempo aangeeft. Dit is haast ongelofelijk en maakt mijn bewondering voor de pianist haast nog groter. Zo kan de klankband synchroon blijven met de piano.
[5] In die zin staat Wit in Wit in een lange traditie die teruggaat tot de barok, en meer bepaald tot het barokke besef van memento mori: gedenk dat je sterft. Dat was bij de barok en bij Bach geen morbide obsessie, maar een manier om het leven scherp te stellen. In een wereld waarin ziekte, oorlog en dood dagelijkse realiteiten waren, werd kunst een oefening in aandacht. Vanitas-stillevens, met schedels, verwelkte bloemen en zandlopers, herinnerden de toeschouwer eraan dat alles wat schittert ook verdwijnt. Muziek deed hetzelfde — maar in de tijd.
+++++
De Deckers werk beperkt zich niet tot klank. Als beeldend kunstenaar begeleidt hij Wit in Wit met schilderijen en videowerk, waarin dezelfde beweging van reductie en verstilling zichtbaar wordt. “In tijden van online luisteren en instant downloaden is de uitgave van een zorgvuldig gedocumenteerde dubbel-cd een bijzondere gelegenheid; een die geëigende mogelijkheden biedt om een muzikaal initiatief in een ruimere ‘artistieke plooi’ te leggen. WIT IN WIT met muziek van George De Decker (°1951) maakt op quasi-rizomatische wijze gebruik van die mogelijkheid en bevat naast de twee cd’s ook nog drie kunstkaarten met beeldend werk van de componist, een woordelijke omlijning van woordkunstenares Charlotte Van den Broeck en enkele aansluitende gedichten uit de bundel Goldbergvariaties van compagnon de route Guido De Bruyn. Ook online kan verder gegrasduind worden via de website en blog van de componist. De samenloop van al die cross-mediale associaties en suggesties brengt een intrigerende wereld van referenties, luistermogelijkheden en overwegingen in beweging.”
Joost Vanmaele, Voor de liefhebbers van de Goldbergvariaties en andere gemoedsbewegingen..…, in: FORUM+ vol. 27 nr. 2, pp. 68-70
De video’s gemaakt door George De Decker, als beeldende vertaling van zijn muzikale tour-de-force, vind je op zijn website: 32 video’s
Het volledige release concert, een soort bloemlezing van Wit in Wit, is gratis (na inschrijving) te bekijken op Evil penguin tv – Geert Callaert, Piano and George De Decker, composition and visuals. Live from the MotorMusic Studio, Mechelen, Belgium 2019. (Te vinden onder Chamber Music). Dit was het release concert, een soort "bloemlezing" van WIW. De wereldcreatie van de volledige Wit in Wit vond plaats in Bozar: Zaal Henry Le Bœuf op 11 februari 2022.