Parking Les Grands Hommes
Door Lea Winkeler
IS HET EEN EER ALS een ondergrondse parking naar je wordt genoemd? Ik twijfel. Parking ‘Les Grands Hommes’ in centrum Bordeaux blijkt even donker, troosteloos en saai als elke andere. De omliggende straten heten rue Voltaire, Rousseau, Montaigne, Diderot, Montesquieu en Buffon, maar de verlichte adem van deze grote mannen sterft stil en onherroepelijk ergens tussen verdieping 0 en -1.
Of eerder zelfs, want bovengronds is het cirkelvormige plein waarop de straten uitgeven volledig ingenomen door een drie verdiepingen tellend winkelcentrum dat ook al ‘Les Grands Hommes’ heet. De geschiedenis ervan gaat terug tot 1860, toen een elegante overdekte markt opende voor de dagelijkse inkopen van de omwonenden. Een eeuw later was zoiets niet meer modern genoeg en dus verrees, in twee bouwrondes, de constructie van staal en glas die nu onderdak biedt aan winkels met uitgelezen wijnen, designerhandtassen en andere luxe.
Nochtans waren de ambities bij de bouw van de wijk in de jaren 1790 niet min. “On construisit le quartier des Grands-Hommes à la lumière des utopies, à l’image des esprits libres”. En nog: “…pour que leurs idées continuent de vivre, pour que l’homme d’aujourd’hui ne puisse, tel un parcours initiatique, les prendre, les suivre.”
Ergens in de loop van twee eeuwen heeft ‘l’homme d’aujourd’hui’ het toch gewaagd om een afslagje te nemen, weg van het lichtende pad. De utopische mens blijkt een consument te zijn die met de auto naar het stadscentrum rijdt om er luxegoederen te kopen. Althans in de visie van stadsontwikkelaars van na WO II, toen het woord utopie een slechte adem had gekregen terwijl welvaart bijzonder fris geurde.
Het is vruchteloos zoeken naar Parking Les Grandes Dames
Er is ook wel wat aan te merken op ‘Les Grands Hommes’. Zo is het vruchteloos zoeken naar Parking Les Grandes Dames, in Bordeaux of eender waar. (Een parking die, zo stel ik me voor, wat keuriger en kleuriger zou ogen, mocht ze bestaan). Het Panthéon in Parijs, één en al Grands Hommes-collectie, heeft pas vanaf 1995 enkele (meer bepaald drie) ‘Grandes Dames’ opgenomen: Marie Curie (incontournable door die twee nobelprijzen), Simone Veil (de politica) en Josephine Baker.
En wat te denken over ‘Grand’? Wat maakt deze mannen zo groots? De theorie dat de geschiedenis van de mensheid bepaald wordt door ‘grote mannen’, vierde hoogtij in de 19de eeuw. ‘The Great Man Theory’, ontwikkeld door de Schot Thomas Carlyle, stelt dat alles wat de mens in de wereld heeft tot stand gebracht, het resultaat is van het denken en handelen van een handvol tot grootsheid voorbestemde mannen. De rest van de mensheid: figuranten in de wereldgeschiedenis, slechts het canvas waarop deze heren schitteren.
Anderhalve eeuw later is dat idee verlaten. De emancipatie van de vrouw en van andere groepen, wetenschappelijke ontwikkelingen, de veralgemening van het onderwijs, de democratisering van de politiek, de cultuur en de media, de spreiding van de welvaart en een paar kwalijke ervaringen met al te grote adoratie voor zo’n Grote Man: we hebben dóór dat de werkelijkheid complexer is dan een Great Man Theory kan verklaren. Dat alles en iedereen, ook Grote Mannen met Grote Ideeën, de resultante is van een netwerk van altijd wijzigende, op elkaar inwerkende krachten, van individuen, groepen, omstandigheden, toeval… veel tinten grijs, weinig zwart of wit.
Ondanks dat inzicht overleven ‘les Grands Hommes’
Ondanks dat inzicht overleven ze wel, les Grands Hommes, soms in volle zicht, soms verborgen. In talloze prettige avonturenfilms winnen ze op eigen kracht dankzij hun onwaarschijnlijke talenten en hun bliksemsnel verstand. Managementstudies verwijzen naar ‘The Great Man Theory’ om uit te leggen welke kenmerken een goede leider/manager heeft. In de geschiedenis van de mensheid redden Grands Hommes ons nog altijd van de totale desoriëntatie: Caesar, Karel V, Napoleon, Stalin. In de media worden ze opgevoerd als in een arena: Zelenski vs Poetin. De Croo vs De Wever. Musk vs Mars.
We weten dat het niet klopt, maar we vinden het gemakkelijker zo. We kunnen niet alles weten, niet alles onderzoeken en beoordelen. We leggen onze twijfel en kritische zin te rusten op een bedje van gedateerde inzichten en gebrekkige informatie. Wie weet hoeveel oude gedachten nog doorwerken in de ondergrondse parkings van onze samenleving?