JAARLIJKS ONDERZOEKEN diverse wetenschappelijke instellingen de staat van het vertrouwen in onze samenleving: vertrouwen van burgers onderling, vertrouwen in de bedrijven, de politieke instellingen, de financiële instellingen, … [1]
Verpleegkundigen scoren al decennia lang hoog in dergelijke surveys. Zoals hier in het meest recente Gallup-onderzoek over de USA (rapport januari 2022).

Vertrouwen in politici gallup
Een constante: verpleegkundigen scoren al jaren zeer hoog; politici (hier ’members of congres‘) bengelen al jaren achteraan. © Gallup, 2022

Een andere constante: politici bengelen in dergelijke lijsten voortdurend achteraan. Wij schatten de eerlijkheid en ethiek van politici laag tot zeer laag in.

We moeten ze blijkbaar niet, die politici.


In België is het vertrouwen in de politiek op een dieptepunt beland. Volgens een onderzoek van Statista in augustus 2020 had 62% van de respondenten geen vertrouwen in onze federale overheid. Of ‘positief’ gesteld: slechts 30% had vertrouwen in de federale overheid. Dat het anders kan tonen landen zoals Zwitserland en de Scandinavische landen waar het vertrouwen zeer hoog is (tot 93%).

Vertrouwen in de Belgische federale overheid – zomer 2020 © Statista Research Department

In datzelfde onderzoek van Statista werd door de Belgische ondervraagden de betrouwbaarheid van onze politieke partijen nog lager ingeschat: minder dan 20 procent had de neiging om politieke partijen te vertrouwen. Meer dan 80% had de neiging om ze niet te vertrouwen.

Vertrouwen in politieke partijen
Het vertrouwen in Belgische politieke partijen – zomer 2020 © Statista Research Department

Ik ben geen statisticus, en soms zijn de cijfers die ik heb geraadpleegd wat moeilijk te interpreteren, maar een ding is duidelijk: we moeten ze blijkbaar niet, die politici.

Onrustwekkend

Deze cijfers zijn gewoonweg onrustwekkend. Democratie is “een bestuursvorm waarin de wil van het volk de bron is van legitieme machtsuitoefening” (Wikipedia). Onze politici en onze politieke instellingen zouden betrouwbaar moeten zijn, tenminste toch voor de taken waarvoor ze worden opgericht. Maar het tegendeel is waar.

Volgens de wereldwijde Edelman Barometer 2022 is wantrouwen de standaardemotie geworden in ons samenleven. “Bijna 6 op de 10 mensen zijn geneigd iets te wantrouwen tot ze bewijs zien dat het betrouwbaar is. Nog eens 64% zegt dat mensen nu niet meer in staat zijn om constructieve en beschaafde debatten te voeren over zaken waar ze het niet onderling eens zijn. We zijn niet meer in staat om te debatteren of samen te werken wanneer wantrouwen de standaard is.”

Dat is erg. Maar het wordt nog erger als je verder graaft:

Bijna 1 op de 2 respondenten ziet de overheid en media als splijtzwammen in de samenleving.


De oorzaken van dit stijgend wantrouwen zijn divers en complex. Maar de Edelman Barometer ziet een duidelijke ondertoon: bijna 1 op de 2 respondenten ziet de overheid en media als splijtzwammen in de samenleving: “De wereld zit verstrikt in een vicieuze cirkel van wantrouwen, aangewakkerd door een groeiend gebrek aan vertrouwen in media en overheid. Door desinformatie en verdeeldheid voeden deze twee instellingen de cyclus en buiten deze uit voor commercieel en politiek gewin.”

Lees vorige zin tweemaal. Ze is vernietigend voor de situatie van onze democratie.

Tegennatuurlijk

Een politiek bouwwerk moet uiteraard niet meegaan met de grillen van de dag, maar het zal willens nillens wel voeling moeten houden met het klimaat van de tijd [2]. Indien de ‘natuurlijke’ evolutie wordt tegengewerkt, krijg je onherroepelijk fricties in de samenleving. Dat is wat er nu gebeurd. Onze politieke instellingen – en zij die deze bemannen– hebben te weinig voeling met de fundamentele maatschappelijke evoluties die om hen heen plaatsgrijpen. Ze missen of negeren de ‘writings on the wall’, de tekens aan de wand.
Wat kort door de bocht:
• Aan de ene kant heb je, in versnelde mate na de tweede wereldoorlog, de toenemende mondigheid van de burgers. Dit gaat gepaard met een stijgende frustratie van de burgers omdat er amper naar hen wordt geluisterd en al zeker geen rekening wordt gehouden met hun verzuchtingen — de gefrustreerde burger komt op straat en/of keert zich tot de populisten.
• Aan de andere kant heb je de toenemende (over)bevraging van de politicus die de kracht of de mogelijkheid ontbreekt, onder meer door het partijpolitieke spel van parlementaire meerderheid en minderheid, om de veranderingen ten volle te begrijpen en in te calculeren. De frustratie bij de politicus stijgt omdat hij blijkbaar niet de juiste antwoorden kan geven.
Dit leidt tot een stijgend populistisch gedrag en leugenachtigheid van de politicus die zich als een duiveltje in een wijwatervat weert om de eigen positie veilig te stellen. In de USA is dit duidelijk te zien door de leugenachtige wereld die –zeker vanaf de jaren 60– is opgebouwd door de hoogste politici: Pentagon papers, Watergate, War on terror, Trump, …. Het vertrouwen zakte weg tot het huidige dieptepunt. [3]

Waar wacht je nog op?

In de recente conclusies van World Value Survey (nvpv: klik op ‘Findings and Insights’ in het linkermenu van de betrokken website) wordt aangegeven dat de aanwezigheid van “zelfexpressiewaarden uiterst belangrijk zijn voor het ontstaan en de bloei van democratische instellingen in een samenleving. De vertegenwoordiging op zich is niet meer voldoende. De mensen willen het ook zelf kunnen doen. […] In het algemeen weerspiegelen de waarden van zelfexpressie een emancipatorisch en humanistisch ethos, waarbij de nadruk ligt op menselijke autonomie en keuzevrijheid.” (nvpv: mijn vertaling)
Ook dichter bij huis komen politicologen tot gelijkaardige bevindingen. Een recent, lukraak voorbeeld (mei 2021): “De voorstellen (nvpv tot verbetering van onze politieke instellingen) kunnen het politiek vertrouwen opkrikken op voorwaarde dat ze de burgers effectief meer greep op de beslissingen geven.” zeggen politicologen Nicolas Bouteca en Bram Wauters in De Tijd.

Zelfrepresentatie vormt de kern van het succes van democratische hervormingen.


Ik vraag me echt af waarom onze politici nog twijfelen? Willen ze succesvol zijn, zullen democratische hervormingen de zelfrepresentatie tot de kern van de oplossingen moeten nemen, of falen. Dat wil niet zeggen dat er geen parlement meer zal zijn, maar wel dat het parlement wordt gedacht als aanvulling op de zelfrepresentatieve democratie, en niet omgekeerd.
In een eerdere bijdrage heb ik dit al uitgebreid toegelicht: “Waar het op neerkomt is dat democratie een brug legt tussen individu en samenleving. De taak van de overheid is niet om de vormgeving van de samenleving te doen in de plaats van de burgers. Zij dient te zorgen dat de creatieve ideeën voor deze vormgeving uit de ‘constituerende individuen’ kan stromen naar de rest van de samenleving. De overheid wordt dan ‘middenheid’, met minder macht en met meer dienstbaarheid.
Dat is wat echte democratie wil bereiken. Dat is wat de heersende Belgische elite koste wat het kost wil vermijden.”

Als de democratie zal worden vernietigd zal het door de elite zijn, en niet door de burgers.


Onze politici zijn schuldig aan dit vermijdingsgedrag; velen — vermoed ik – zelfs zonder het beseffen. Als de democratie zal worden vernietigd zal het door de elite zijn, en niet door de burgers. De elite kijkt als het ware neer op de burgers die ze niet in staat achten om mee beslissingen te nemen ‘in de complexe materies’.
Niet alleen druist deze houding in tegen het fundamentele zelfbeschikkingsrecht van elke burger, maar ‘de kracht van democratische beslissingen vloeit net voort uit vele onafhankelijke, individuele beslissingen’, dixit de Amerikaanse journalist James Surowiecki. In 2005 besprak Jos Verhulst diens boek “The Wisdom of Crowds” (2004) [4] dat handelt over de kracht van het getal. Verhulst concludeerde: “Samenvattend kunnen we stellen, dat het particratische stelsel niet enkel de menselijke waardigheid van de burgers aantast, maar dat dit systeem door zijn aard zelf leidt tot besluiten die objectief minderwaardig zijn, omdat een zeer groot gedeelte van het potentieel aan oordeelsvermogen ongebruikt wordt gelaten.” (nvpv: mijn cursivering – de volledige bespreking wordt opgenomen als bijdrage aan Het Verzet.)

Samen bouwen aan de samenleving, dat is wat democratie wil doen. In onze particratie gebeurt nu net het tegenovergestelde: beslissingen worden genomen in de partijcenakels door een hyperkleine groep van mensen, die dan samen met de andere partijcenakles sjacheren en sjoemelen om tot een akkoord te komen. Het resultaat wordt dan een machtsparlement van meerderheid tegen minderheid met alle gevolgen van dien. Zoals Guy Tegenbos schreef in een column naar aanleiding van lopende regeringsonderhandelingen: “Wat hebben de afschaffing van ziektebriefjes, het openhouden van kerncentrales, de afschaffing van de fiscale gunsten voor voetballers en een energiepremie met elkaar gemeen? Absoluut niets. Behalve dat de federale regering komend­ weekend, tijdens het begrotings­conclaaf, over die en nog veel andere dossiers tegelijk zal onder­handelen.” (De Standaard, 7 oktober 2021).

En de parlementairen – de goedbetaalde sukkelaars– worden verlaagd tot de brave partijsoldaten die op een papiertje voorgeschoteld krijgen hoe ze moeten stemmen. Politiek als tijdverdrijf.

© Peter van Straaten


De gefrustreerden

In een goede democratie hebben de burgers institutioneel de mogelijkheid om mee te bouwen aan de samenleving. Het is een permanente invitation à la valse. Maar de Belgische politici vertikken het om zelfs maar het minimum te doen: de mogelijkheid tot referenda. België is, naast Bosnië-Herzegovina, het enige Europese land dat wettelijk geen mogelijkheden biedt voor een landelijke bevraging van de bevolking via referendum (burgerinitiatief) of plebisciet (overheidsinitiatief). Noorwegen, Cyprus en Tsjechië hebben dat ook niet, maar daar wordt soms op wettelijke basis een plebisciet georganiseerd.

Beeld je in: je zit op een zaterdagochtend in Barbóék – of een andere etablissement – met een paar vrienden de wereld te verbeteren. Want dat doen we graag.
Een echte democratie geeft deze luidruchtige wereldverbeteraars (nvpv: mijn excuses aan Lies, Mark en Annelien voor ons lawaai) de kans om een stap verder te zetten en bijvoorbeeld daadwerkelijk een maatschappelijk debat op gang te brengen rond ‘hun thema’ en eventueel – op het einde van een lang proces – ‘hun wet’ te laten goed- of afkeuren. Dat is de kracht van een goede democratie: het geeft elke burger de mogelijkheid om rechtstreeks en daadwerkelijk mee te bouwen aan de samenleving, lees: mee aan politiek doen.

Van cafétoog naar een politieke beslissing.


Om het lapidair te stellen: goede democratische instellingen reiken een institutionele brug aan tussen een cafétoog en een politieke beslissing.
En kom me nu niet zeggen dat ik de democratie verlaag tot cafépraat. Ik vind gewoon de discussies onder burgers absoluut belangrijk, of ze nu starten in een café, op een debatavond, een boekenclub, of een straatprotest… Maar de burgers moeten ergens naar toe kunnen met hun verlangens, hun inzichten, hun waarheden, …

In België bestaat die institutionele brug niet. Er ligt een gewilde scheidingsmuur tussen de politici en de burgers. We zullen de volgende jaren wat gerommel in de marge zien, zoals gelote burgerraden, een vrijblijvende burgerbevraging over de staatsstructuur of een online enquête over ‘dé existentiële keuze’: winteruur of zomeruur?. [5].
Het neerhalen van de scheidingsmuur door het opbouwen van een democratie met de zelfrepresentatie als vertrekpunt zal de Belgische elite niet doen. Dat zullen we zelf moeten doen. De burger blijft dus gefrustreerd achter in zijn cafépraat of straatprotest. Geen wonder dat het vertrouwen in de politiek drastisch naar beneden gaat.

Ter afsluiting een recent citaat – januari 2022– van John Masure, gewezen medewerker van het ABVV en nu woordvoerder van minister Karine Lalieux, in Samenleving en Politiek: “De achterblijvers (naar het boek van Geert Schuermans), de onfatsoenlijken (naar het boek van Jan Antonissen), de blanco stemmer (naar de docu van Phara de Aguirre) voelen zich niet langer gehoord. […] De link tussen wat leeft, wat er beweegt, wat de bekommernissen zijn bij de mensen mag niet wegebben. Anders zal de wraak der machtelozen zoet zijn.”

Nog even dit

[1] Over het verschil tussen vertrouwen en betrouwbaarheid, zie deze prachtige TedTalk van Onora O'Neill (10 minuten):

Een interessante analyse van de relatie tussen vertrouwen en democratie: Sid Gropal & Francesca Mazzola, Understanding Trust to Strengthen Democracy, in: Democracy Fund, 21 augustus 2017

[2] Naar analogie van een quote van de Amerikaanse prof. Feund over het gerecht: “The Court should never be influenced by the weather of the day but inevitably they will be influenced by the climate of the era.” – Het Hof mag nooit worden beïnvloed door het weer van de dag, maar het is onvermijdelijk dat het wordt beïnvloed door het klimaat van de tijd. (nvpv: mijn vertaling)

[3] Uit jaarlijks onderzoek door PEW Research Center blijkt dat het vertrouwen in de Amerikaanse regering gestaag daalde van 73% in november 1958 naar 24% in april 2021.

Het dalend vertrouwen van de Amerikanen in de centrale overheid – © PEW Research Center, Mei 2021

[4] James Surowiecki,The Wisdom of Crowds: Why the Many Are Smarter Than the Few and How Collective Wisdom Shapes Business, Economies, Societies and Nations, Doubleday, 2004, 9780349116051
Er bestaat een Nederlandse vertaling van. Enkel nog tweedehands te vinden:
James Surowiecki, Twee weten meer dan een; Waarom het beter is groepsbeslissingen te nemen, Contact, 2006, 978902542742

[5] Op de gelote burgerraden kom ik later nog terug.

Over de bevraging over de staatsstructuur die een van de komende maanden zal gebeuren, zijn de politici duidelijk: ‘De bedoeling van dit verslag is de dialoog tussen de politieke vertegenwoordigers te voeden’, zei Clarinval (MR) vorige week in de Kamercommissie Grondwet. ‘Het zal kunnen leiden tot hervormingen als een parlementaire meerderheid dat wil.’ ‘Dit mag geen oefening voor de galerij zijn’, zegt minister Verlinden (CD&V), ‘maar de partijvoorzitters hebben nog altijd hun rol in de uiteindelijke beslissingen.’
De burger mag zijn gedachte zeggen; zij aan de andere kant van de muur – de partijvoorzitters– doen er uiteindelijk mee wat ze willen. Hiermee gaan we het niet redden. Er is 1 miljoen euro uitgetrokken voor het onderzoek; en 1,1 miljoen euro voor de reclamecampagne.

Het was premier Michel die in september 2018 voorstelde om de keuze tussen zomer of winteruur te doen via een online enquête bij de burgers van dit land. Dat idee vond hij hoogstwaarschijnlijk goed gevonden; het ultieme bewijs van zijn democratische ingesteldheid? God-nog-aan-toe, Michel, doe je job en valt ons niet lastig met dit soort van onnozelheden.

De boeken zijn te verkrijgen uiteraard via Barbóék en de betere boekhandels.