Voor Leen Tyrions
EEN VAN DE BELANGRIJKSTE feiten van de XXste eeuw is ongetwijfeld de opkomst van de democratie. Dit is een manier om de samenleving te organiseren, om onderling rechtsregels of wetten af te spreken. Democratie is er niet zomaar gekomen. Ze is de resultante van een eeuwenlange evolutie. De rode draad hierbij is de emancipatie van het individu en de evolutie van de macht.
Even op lompe zevenmijlslaarzen door de geschiedenis: de farao was eerst een god op aarde, en dus opperheerser van het volk. Later werd hij gezien als een tussenpersoon tussen de goden en de mensen. In de Romeinse tijd en in de middeleeuwen regeerde een grotere, maar nog beperkte groep mensen: de aristocratie. En religie en staat waren nog steeds nauw met elkaar verstrengeld. De Magna Charta (1215) en in onze contreien het Charter van Kortenberg (1312) zijn tekenen van de verdere spreiding van macht. Aan onderdanen werden rechten verleend. Lees: ze waren veel minder onderhevig aan de willekeur van de machthebber. In de 18de–19de eeuw (Amerikaanse en Franse revolutie) verscheen de politieke representant. Die werd verkozen door eerst een beperkte groep mensen (cijnskiesstelsel, de aristocratische representatie). Daarna door een steeds grotere wordende groep van mensen: meervoudig stemrecht, enkelvoudige stemplicht, vrouwenstemrecht; jongerenstemrecht; migrantenstemrecht; … Tegelijkertijd werden kerk en staat de iure van elkaar gescheiden.
Kortom: het aantal machthebbers nam voortdurend toe en de afstand tussen burger en macht werd steeds kleiner.
Het kantelmoment
Nu, in de XXIste eeuw, zijn we aanbeland bij een cruciaal moment. De macht en het morele gezag raken als het ware ‘geïncarneerd’ in het individu. Wat kort door de bocht: ‘Niemand zal mij opleggen wat ik belangrijk of onbelangrijk, goed of slecht, waar of onwaar acht te vinden. Dat bepaal ik zelf.’ Deze evolutie heeft drastische gevolgen voor onze politieke omgeving. De vraag die de hervormingen van onze instellingen dient op te lossen is waar zich de macht bevindt. De filosofe Hannah Arendt wees er al op dat in het huidige bestel macht samenvalt met heerschappij: een verhouding meester-slaaf, waarbij de heerser, desnoods met geweld, zijn wil aan anderen oplegt.
In een echte democratie hoort de macht thuis bij elk van ons, de constituerende individuen. Dit blijkt, eigenaardig genoeg, een revolutionaire gedachte. Het basisbeginsel van democratie kan niet langer de indirecte representatie zijn. De kans dat burgers, en al zeker ‘de mondige burgers’, zich niet of amper gerepresenteerd voelen, is groot en reëel. Als democratie uitsluitend bestaat uit indirecte representatie, dan bouw je frustraties op. Kijk maar rond je. Het startpunt van onze democratie –en dus ook van onze politieke instellingen– dient de representatie te zijn waarbij je jezelf vertegenwoordigt: de zelfrepresentatie.
Democratie is tegelijkertijd principe, proces en product.
In september 2015 hield de Belgische Senaat een colloquium met als titel: “Representatieve democratie: op weg naar het eind van een model? Diagnose en remediëring”. Prof. Herwig Reynaert eindigde deze studiedag met volgende gedachte: “Op de vraag of de representatieve democratie op weg is naar het einde van een model, is mijn antwoord dat ik denk van niet, maar dat we wel een model moeten uitwerken dat met de tijd mee evolueert. Daarom moeten we een systeem uitdokteren van een representatieve democratie waarin direct democratische elementen opgenomen zijn.” In feite vraagt onze tijd naar het omgekeerde principe: we moeten een direct-democratisch systeem uitdokteren waarin representatief democratische elementen opgenomen zijn. Alle leden van een gemeenschap hebben het recht om, als individu en als burger, mee te bouwen aan de samenleving. Dat is de kern van democratie dat tegelijkertijd principe, proces en product is.
a. Het principe: gelijkheid
In een echte democratie kan ieder van ons deelnemer zijn aan het beleid en niet enkel een consument ervan. In haar boeiend werk (2014) over de ‘Declaration of Independence’ schreef Harvard-professor Danielle Allen dat democratie politieke gelijkheid wil installeren. Het geeft individuele burgers voldoende macht en controle over hun leven om zich te beschermen tegen heerschappij. Het doet dat door ervoor te zorgen dat elke burger, elk individu, mee vorm kan geven aan de wereld waarin hij of zij leeft. Bij echte politieke gelijkheid worden burgers dus medescheppers van de gedeelde wereld. De stem van iedere mondige burger heeft dus gelijke waarde. Democratie heeft het installeren van deze politieke gelijkheid tot doel.
Dit vooronderstelt een andere, fundamentele gelijkheid: elke mens is een denkend, argumenterend wezen dat toegang heeft tot de rede. Gelijkheid is dus én het vertrekpunt (individu) én het doel (samenleving) van democratie.
Gelijkheid is dus én het vertrekpunt (individu) én het doel (samenleving) van democratie.
In deze context is de discussie tussen Jefferson en Madison over de democratische versus de aristocratische aanpak boeiend. In aanzet naar de onafhankelijkheidsverklaring ging Madison ervan uit dat de bezittende klasse meer verantwoordelijkheidsgevoel had en zich met volle toewijding zou inzetten voor het algemene welzijn,… Jefferson van zijn kant geloofde dat de macht in de handen van de bevolking hoort te zijn. Het besluitvormingsproces en het verstandig optreden komt voort uit het volk en daarom dienen we de besluiten van het volk te steunen, of die ons persoonlijk nu wel bevallen of niet. Ik herhaal graag een brief die Thomas Jefferson in 1820 schreef aan William Charles Jarvis: “Ik ken geen veiliger bewaarplaats voor de ultieme macht in de samenleving dan het volk zelf. En als wij vinden dat het volk niet voldoende gevormd of verlicht is om met een deftige beoordelingsvermogen de controle uit te oefenen, dan is het geen oplossing om de beslissing van het volk weg te nemen, maar wel het volk voor te lichten, te vormen (nvpv: er staat: ‘to inform their discretion’). Dit is het echte tegengewicht voor misbruik van de constitutionele macht.”(nvpv: mijn cursivering en mijn vertaling).
b. Het proces: actief burgerschap
De eerste stap voor de hervorming van de instellingen is de invoering van een democratie die de band tussen de burgers en het ‘politieke’ zo direct mogelijk maakt. De basis hiervan is actief burgerschap. Dit omhelst een permanente uitnodiging aan de burgers om mee te doen, om samen met de anderen, de gemeenschap op te bouwen.
De politicus wordt afgeschaft; enkel de burger blijft over.
Ik zie een samenleving die vorm krijgt door bindende referenda op initiatief van de burger, aangevuld met burgerparlement en burgerwetsvoorstellen. Er is in principe geen onderscheid tussen ‘bestuurders’ en ‘bestuurden’. De politicus wordt afgeschaft; enkel de burger blijft over.
Het is hier niet de plek om uitgebreid in te gaan op alle technieken en op alle pro's en contra’s. Ik geef hier enkele algemene richtlijnen ter verduidelijking van hoe ik het proces zie en als aanzet van ons gesprek:
Referenda op volksinitiatief
Het referendum op volksinitiatief is een systeem waarlangs de burgers nieuwe wetten kunnen aannemen, aanpassen of schrappen. De gedachte hierbij is volkssoevereiniteit. Enkele uitgangspunten hierbij:
- Iedereen kan, mits voldoende handtekeningen te hebben verzameld, een voorstel tot referendum indienen;
- Er is geen beperking inzake onderwerpen;
- Elk voorstel tot referendum krijgt een rechterlijke toetsing over de handhaving van het gelijkheidsprincipe;
- Er wordt gezorgd voor een informatieronde over de pro's en contra's en een debat. Deze ronde gebeurt eerlijk zowel financieel als wat toegang tot de media betreft;
- Er is geen opkomstplicht of geen deelnamequota: zij die niet deelnemen mandateren hun stemrecht aan zij die wel opdagen;
- Referenda zijn altijd beslissend: de keuze die de meeste stemmen achter zich krijgt, wordt uitgevoerd;
- Het parlement of de regering zelf kan geen referenda (plebiscieten) organiseren.
- Burgers kunnen een referendum organiseren over wetsvoorstellen die al zijn goedgekeurd door het parlement (correctief referendum).
Het burgerparlement
Wat is nog de rol van een parlement in een zelfrepresentatieve democratie? De huidige machten van een parlement zijn: wetten maken (wetgevende macht), regering vormen (investituurverlenende macht) en regering controleren (controlerende macht). Onze representatieve democratie gaat uit van de veronderstelling dat het parlement, aangeduid door het volk, deze machten verenigt. Niets is minder waar. Ons parlement leeft al decennia in een voortdurend verval. Daar is al voldoende over geschreven.
In een zelfrepresentatieve democratie blijft het parlement bestaan als dienstbare plek voor die punten die niet worden beslecht door referenda. Onze parlementairen gaan dus veel werk blijven hebben. Hoe het parlement wordt samengesteld (loting, verkiezingen,…) is onderwerp van een maatschappelijk debat en referendum. Volgende punten willen een aanvang zijn van dit debat:
Loting
Het idee van loting kent een sterke opgang. Ik ben zelf geen grote voorstander van loting omdat het principe van de zelfrepresentatie afwezig is. Als we echter toch kiezen voor loting stel ik twee basisbeginsels voor:
- Bij loting is het ‘alles of niks’.
Het volledige parlement wordt door loting aangeduid. Niet de helft van het parlement, of enkel de senaat,…maar iedereen. Het vervangt dus de verkiezingen. Zo niet krijg je een tweedeling in het parlement: zij die ‘echt verkozen’ zijn, en zij die ‘maar geloot’ zijn. - Bij loting wordt geen opt-in gehanteerd, maar een opt-out.
Iedereen kan worden gevraagd (het gebeurt immers bij loting); iedereen kan vervolgens weigeren. Het idee hierachter is dat vele mensen zich niet zomaar uit zichzelf zullen voordragen, maar de functie wel zullen opnemen indien ze worden gevraagd.
Verkiezingen
Ik blijf pleitbezorger voor een verkozen parlement. Verkiezingen werken nu niet meer omdat er te veel is gesleuteld aan ons kiessysteem waardoor de directe lijn tussen burger en de gemandateerde is verbroken. Dit moet terug worden hersteld. Enkele voorstellen:
- Afschaffing van de lijststem: de personen met de meeste stemmen worden verkozen
- In het geval van het behoud van de lijststem wordt deze gelijk verdeeld over alle personen op de betrokken lijst
- Invoering van panacheren: ik stel zelf mijn ‘parlement’ samen. Ik ben ideologisch eclectisch en mijn voorkeur gaat uit naar personen uit verschillende lijsten
- Afschaffing quota
- Geen kiesdrempel: afschaffing 5%-regel
- Installatie van een nationale kieskring voor nationale verkiezingen
- Burgers kunnen verkozenen terug uit het ambt zetten omdat ze het vertrouwen hebben verloren in de persoon (recall)
Even een terzijde: burgers hebben ook invloed op de agenda van het parlement. Ze kunnen altijd een burgerwetsvoorstel (petitie) indienen. Bij voldoende handtekeningen worden deze voorstellen verplicht behandeld in het parlement en de indieners worden verplicht gehoord. De wetgevende macht, investituurverlenende macht en controlerende macht krijgen dus allemaal een direct-democratische grondslag.
De regering
De regering is de uitvoerende macht: zij heeft theoretisch als taak te zorgen dat de wetten komende van de wetgevende macht worden toegepast en nageleefd. Maar iedereen weet dat dit flauwekul is. Onze regering is een wetgevende macht, gevormd door de partijcenakels. Het zijn de voorzitters van een aantal politieke partijen die een regeerakkoord sluiten. Dit democratisch deficit kan weggewerkt worden als de beslissing van de partijleidingen naar de burgers wordt verschoven via de rechtstreekse verkiezing van de regering. Het Amerikaanse congres is een van de sterkste ter wereld. En ook een van de meest zelfstandige. De verklaring voor deze macht is onder meer en vooral dat het geen governement-making-power heeft. De parlementsleden keuren wel personen goed, maar geen regering. Dit loslaten van de investituur geeft het parlement meer mogelijkheden tot effectieve beoordeling van de voorstellen en tot controle van de regering. De rechtstreekse verkiezing van de regering zou kunnen gebeuren op de wijze die prof. em. De Wachter voorstelt:
> 1ste ronde: keuze twee kandidaat-eerste ministers
> 2de ronde: keuze volledige regeringsploeg met regeerprogramma.
De regering is een uitvoerend orgaan. De regering wordt ontdaan van alle gevoelens van heerschappij en heeft vooral een ‘technische’ functie: ze voert uit, brengt tot leven wat de wetgevende macht heeft gestemd (via referendum of via het burgerparlement). Regeringsleden worden en zijn in de echte zin van het woord civil servants.
Het gesprek
Een samenleving is nooit af maar zoekt voortdurend naar antwoorden op uitdagingen die uit de toekomst op ons af komen. In zijn boeiend essay ‘Spektakeldemocratie’ (2020) verwoordt Thomas Decreus het mooi: “Ware democratie vestigt zichzelf nooit, maar wordt steeds opnieuw gevestigd. Ze situeert zich niet binnen het zijn, maar binnen het worden.”
Democratie is een vehikel om een samenleving te organiseren door rechtsproductie. Het permanente gesprek, het debat, is het middel.
Echte democratie zoekt naar wegen om alle burgers de kans te geven (invitation à la valse) om gehoord te worden en om mee het antwoord te bepalen. Duidelijke spelregels zijn hierbij cruciaal. In een debat is het geen probleem als jouw standpunt niet wint. Het is wel een probleem als je (het gevoel hebt dat je) niet bent gehoord, als je niet hebt kunnen participeren aan het debat of het debat niet kunt initiëren.
- Dit heeft een institutioneel aspect. Welke invloed heb ik als burger in een democratie? Word ik gehoord? Kan ik onderwerpen op de agenda plaatsen? Kan ik mee beslissen? Kan ik opvolgen en wraken wat er gebeurt ‘in de politiek’?
- Dit heeft een economische aspect. Ons leven is/wordt zo ingericht dat het merendeel van onze tijd dient om te produceren en te consumeren. Er is amper tijd (fysieke en mentale) voor het gesprek. Laat ons onze economie zo inrichten dat het debat mogelijk wordt.
- Dit heeft een architecturaal aspect. We kennen de architectuur van het parlement (zie De architectuur van het parlement). Wat is de architectuur van het publieke debat? Er is amper publieke ruimte die het debat aanwakkert. Hoe dient de publieke ruimte te worden ingericht om het debat aan te zwengelen en te faciliteren?
- Dit heeft een ‘opvoedkundig’ aspect. Extra aandacht voor het aanleren van het juist verwoorden en leren debatteren lijkt me belangrijk. Hoe meer je taal beheerst, hoe mondiger je kan zijn. (zie bijvoorbeeld de organisatie debateville – ‘Taal is de motor van onze gedachten’.)
c. Het product: een levende samenleving.
Professor Mary Beard raakt de kern van het probleem als ze in Vrouwen en macht (2018) stelt: “…mijn uitgangspunt is dat ons mentale, culturele prototype van een machtig persoon hardnekkig mannelijk blijft.” Structuren veranderen begint door anders na te denken over macht. “Het betekent dat je die moet loskoppelen van maatschappelijke prestige.” Daarom wil ik geen democratie die uitgaat van een code van heerschappij, prestige, … maar een democratie die uitgaat van een code van dienstbaarheid en betrokkenheid. Hierover heb ik al uitgebreid geschreven in Democratie en quota.
Democratie legt een brug tussen individu en samenleving
Waar het op neerkomt is dat democratie een brug legt tussen individu en samenleving. De taak van de overheid is niet om de vormgeving van de samenleving te doen in de plaats van de burgers. Zij dient te zorgen dat de creatieve ideeën voor deze vormgeving uit de ‘constituerende individuen’ kan stromen naar de rest van de samenleving. De overheid wordt dan ‘middenheid’, met minder macht en met meer dienstbaarheid.
Dat is wat echte democratie wil bereiken. Dat is wat de heersende Belgische elite koste wat het kost wil vermijden.