Voor Jo Deneut


Door Brett Scott


HOOGSTWAARSCHIJNLIJK vind je bovenstaande bewering dubieus, maar als je de commercials mag geloven, zorgen AI, digitale betalingen, zelfrijdende auto's en automatisering in het algemeen ervoor dat ons leven makkelijker wordt. We hebben een krachtige computer op zak die de rol van persoonlijke navigator, vertaler, koppelaar, meditatieleraar en bankier op zich kan nemen. Nu zoveel van onze taken geautomatiseerd zijn, moet onze vrije tijd enorm zijn toegenomen. Toch?

Het is belangrijk hoe we deze vraag stellen. Als je vraagt ‘werken we minder dan vroeger’, is onderzoek dubbelzinnig. In rijke landen werken mensen nu minder dan de zwoegende arbeiders van de 19de-eeuwse industriële revolutie, maar wel meer dan onze voorouders.
Als je vraagt ‘zijn onze levens vrijer dan ooit’, is het antwoord minder dubbelzinnig. Veel mensen hebben het gevoel dat het leven hectisch is. Er wordt niet alleen van ons verwacht dat we veel werken. Er wordt van ons verwacht dat we veel consumeren. Als je vraagt of we meer ontspannen zijn dan ooit, is het antwoord ‘neen’. Mensen zijn gespannen, gestrest en opgebrand.


Technologie wordt nooit ingezet om tijd te besparen.

Werk is meer dan de hoeveelheid tijd die je eraan besteedt. Tien uur lang een houten deurkozijn bewerken in de jaren 1600 is een heel andere gevoelservaring dan in 2023 vier uur lang multitasken tussen mails, vergaderingen en microtaken. Het aantal burn-outs op het werk is enorm gestegen. We denken misschien dat we ontsnapt zijn aan de 19e-eeuwse sweatshop-dystopie van Charles Dickens, maar onze wereldeconomie wijst nu handenwerk toe aan werkkrachten in het Zuiden, terwijl werknemers uit de middenklasse zich hier storten op een aandachtsverslindende digitale matrix die ons tot ver buiten de gewone werktijden aan het werk houdt. We doen allerlei soorten 'half werk'. Twee voorbeeldjes: we checken onze e-mails terwijl we ontbijten en we promoten onszelf via Instagram terwijl we op vakantie zijn. Ja, zelfs ons consumeren is onbetaald werk geworden: elke aankoop met een betaalkaart, het bekijken van een streamingprogramma of het gebruik van Google Maps om naar een concert te gaan, levert gegevens op waarmee de Artificiële Intelligentie-systemen (AI) van big tech worden getraind.

Dit alles is snel weggezet als onbedoelde bijproducten van het digitale leven, een noodzakelijke keerzijde van de grote voordelen die technologie ons biedt. Maar om deze situatie echt te begrijpen, moeten we hier systemisch naar kijken. We leven niet zomaar in ‘een economie’. We leven in een grootschalige kapitalistische bedrijfseconomie en in zo‘n omgeving wordt technologie nooit ingezet om tijd te besparen. Het wordt gebruikt om de productie te versnellen en de consumptie te verhogen met als doel het systeem te laten groeien. De basisregel is: technologie maakt ons leven niet eenvoudiger. Het maakt het sneller en overladen met spullen.

De oude weg naar de akker.


Een eenvoudig voorbeeld ter verduidelijking. Stel je voor dat je rond 1750 vier kilometer ver van de akker woont waar je de grond bewerkt. Het kost je een uur om erheen te lopen over een ruw pad. Spoel nu tweehonderd jaar vooruit. Het ruwe pad is vervangen door een vlotte weg en nu duurt het nog geen tien minuten om met de auto naar de akker te rijden. Voilà: je hebt nu 50 minuten bespaard. Je hebt nu tijd om te ontspannen, poëzie te lezen en te ruiken aan bloemen. Toch?

Maar dat is niet wat er gebeurt. In ons huidige systeem wordt de technologie ingezet om alles uit te breiden en te versnellen. De vermelde akker wordt uiteindelijk geplaveid en vervangen door een winkelcentrum, en je woont nu in de buitenwijken van een metropool. Je reist nog steeds een uur naar je werk, maar je rijdt nu 30 km per uur, in plaats van 3 km per uur te lopen. Je maakt geen tijd voor jezelf vrij door je geografische schaal constant te houden terwijl je snelheid toeneemt. Nee, je geografische schaal wordt groter naarmate je snelheid toeneemt en dit is hoe megasteden zoals Los Angeles groeien. Dit wordt aangezwengeld, of uitgelokt, door auto's.

Megasteden groeien enkel dankzij en ten voordele van de wagen(industrie).

Dit principe gaat veel verder dan enkel auto‘s. Het moderne leven is gebaseerd op wereldwijde toeleveringsketens die enorme logistieke systemen en ongelooflijke communicatiesnelheden nodig hebben om te kunnen functioneren. Elke technologie schakelt niet alleen een nieuwe versnelling bij (die in ons dagelijks leven vastgelegd wordt als de nieuwe standaard om te overleven), maar wordt ook gebruikt als basis voor nieuwe technologieën om dat proces voort te zetten. De overgrote meerderheid van de mensen ervaart deze technologie niet als ‘bevrijdend’. Ze ervaren het eerder als iets dat zich om hen heen verspreidt en waardoor ze moeten racen om bij te blijven, om niet ‘achter te blijven’.


Er wordt door de komst van AI verwacht dat jij in dezelfde tijdspanne veel meer doet, op veel grotere schaal.

Neem de huidige hype rond artificiële intelligentie (AI). Geloven dat AI tijd zal besparen, is hetzelfde doen als iemand die eind 18e eeuw de eerste auto zag en dacht “oh, voortaan zal het makkelijk zijn om naar mijn akker te gaan!”. Mensen van toen konden zich niet voorstellen dat we tegen de jaren 1960 in megasteden uren in de file zouden staan. Pas dit nu toe op AI. Als we een decennium vooruit spoelen, zal het de hele economie hebben gepusht naar een hogere versnelling, waarbij wordt verwacht dat jij in dezelfde tijdspanne veel meer doet, op veel grotere schaal. Als je dat niet doet, zal je de indruk krijgen dat je in het moderne Los Angeles leeft als een 19e-eeuwse dorpeling die te voet naar zijn akker probeert te lopen.

Daarom zitten verhalen over technologie vol cognitieve dissonantie. Marketeers en futuristen plaatsen zich eerst in de positie van onze spreekwoordelijke dorpeling - ze hameren op het gemak van AI. Als je dan zegt dat je het niet nodig hebt, nemen ze jouw gedachten mee naar de toekomst en waarschuwen ze dat je achterop zult geraken als je niet meedoet. Wat ze eigenlijk zeggen, op hun ingewikkelde en eufemistische manier, is dit: het kan het mondiale kapitalistische systeem geen bal schelen of je de technologie wel of niet wilt gebruiken, of dat je gelooft dat het gebruikt zou moeten worden om tijd te besparen. Je zult het moeten gebruiken en jij hebt geen controle over de manier waarop het structureel ingezet zal worden. In feite heeft niemand er echt de controle over. Onze persoonlijke verlangens zullen altijd ondergeschikt blijven aan de systemische logica van een grootschalige economie die blind is voor alles behalve het winstmotief. Als we niet bij machte zijn om ons te verenigen en iets anders te eisen, zal het systeem altijd terugvallen op steeds meer snelheid en groei. Het heeft maar één versnelling.

Daarom blijven innovatiefuturisten steken in dubbeldenken. Ze vertellen je dat technologische verandering 'onvermijdelijk' is en dat je je maar beter kunt aanpassen, en ze verzachten de klap door je te vertellen dat het allemaal gebeurt omdat jij het wilt en omdat het in jouw voordeel is. We accepteren deze kringredenering omdat we dat gevoel van inertie willen negeren. (nvpv: Brett Scott duidt hier op de machteloosheid, dat we meedrijven in een richting zonder het te kunnen stoppen).

Terug naar het voorbeeld van Los Angeles. Deze stad bestaat in zijn huidige vorm alleen omwille van auto’s. Dit heeft tot gevolg dat het leven er moeilijk is zonder auto. Je wordt in feite gegijzeld door de auto-industrie, waarvan de producten juist onze afhankelijkheid van gigantische megasteden hebben gecreëerd. In plaats van dat in te zien, vervallen we in een soort stockholmsyndroom waarbij we de auto zien als de redder, hij die ons onafhankelijkheid geeft. In werkelijkheid is de auto slechts een basisvereiste om rond te komen in een door auto‘s gecreëerde omgeving. (Om te ontdekken wat dit betekent, kan je dit stuk eens lezen: LA without a car. Er zijn inderdaad veel mensen in LA die een auto hebben, maar die het net zo moeilijk hebben als onze voorouders. Er zijn ook veel mensen zonder auto, die het nog veel moeilijker hebben.)

Gemak als luchtspiegeling

Dit onderwerp ligt me na aan het hart, omdat ik campagne voer om tastbaar contant geld (cash geld) te beschermen op plaatsen waar ‘cashloze’ digitale betalingen de norm worden. Ik omschrijf contant geld als de fiets van het betalingsverkeer, maar het gebruikelijk verhaal is zij die cash geld willen blijven gebruiken, teruggaan naar paard-en-kar en dat digitale betalingen veel efficiënter zijn en daarom de toekomst. In deze opvatting zijn alle nadelen van digitaal betalen (zoals toezicht, cyberhacking en centralisatie van macht bij Big Finance en Big Tech) slechts beheersbare bijproducten van onze hang naar gemak. Hele delen van Londen zijn nu cashloos (wat neerkomt op lijfeigen zijn van de financiële sector). Als je vraagt naar de reden hiervoor, zeggen veel Londenaren dat het is omdat cash 'onhandig' is? Bedrijven die cash als betaling weigeren, vertellen steeds hetzelfde verhaal. “We doen dit alleen omdat het voor uw eigen comfort is”.

Cashloos betalen is toch goed voor de klant?

Wat echter fascinerend is, is dat dezelfde mensen dit ongemak tien jaar geleden niet kenden. Toen was het in het Verenigd Koninkrijk volkomen normaal om contant geld te betalen. Zelfs nu (nvpv: 2023), als ik naar Duitsland ga, ervaren mensen uit dezelfde sociale klasse dit zogezegd ongemak niet. In feite zijn er over de hele wereld honderden miljoenen mensen die vinden dat het systeem van contant geld gemakkelijk te gebruiken is. Dus waarom verandert de perceptie van ongemak afhankelijk van waar je naartoe gaat en wanneer?


Cash geld gebruiken wordt onmogelijk gemaakt.

Gemak en ongemak zijn geen absolute eigenschappen die universeel gemeten of ervaren kunnen worden. In mijn geboorteland Zuid-Afrika, waar het levenstempo en de verwachtingen anders zijn dan in Londen, voelt het gebruik van contant geld heel normaal aan, maar in Londen niet. Dat komt omdat Londen is overgeschakeld naar een hoge automatiseringversnelling. In de eerste fase van hun veroveringstocht van Londen investeerden digitale betaalbedrijven enorm veel (in marketingcampagnes, enzovoort) om mensen te overtuigen dat contant geld onhandig was. En dat ongemak werd pas echt voelbaar, toen de draaikolk van automatisering hun omgeving reorganiseerde. Als je contant geld probeert te gebruiken in Zweden, waar veel banen in de dienstverlening zijn vervangen door machines die contant geld weigeren en die rechtstreeks zijn aangesloten op de banksector (via Visa en Mastercard), dan voelt het alsof je tegen de stroom in zwemt. Het wordt letterlijk moeilijk om contant geld te gebruiken omdat vele geldautomaten werden opgeheven, filialen de cash niet meer aannemen en het gebruik van contant geld steeds meer wordt geweigerd.

Wat er eigenlijk gebeurt, is dat digitale betalingen worden gebruikt om alles te versnellen. En ben je een persoon die een ‘trager leven’ probeert te leiden te midden van alle anderen die proberen bij te blijven, zul je gauw merken dat jij achterloopt. Je zult niet alleen scheef bekeken worden omdat je het nieuwe niet aanneemt, maar op een gegeven moment zul je gewoon worden buitengesloten, omdat de normaalste zaken van je leven - zoals de Londense metro nemen - je forceren op het geautomatiseerde pad.

Je kunt elke vorm van betaling gebruiken, zolang het maar digitaal is. (Parkeergarage Station Leuven, eigendom van NMBS - dus van de overheid; van ons dus)

Omdat we sociale dieren zijn, hebben we de neiging om met de trend mee te lopen en omdat we onder een kapitalistische versnelling leven, is de trend altijd één kant op, en ons systeem heeft maar één versnelling. We zijn ook perfect in staat om onze herinneringen zo om te buigen dat we geloven dat we dit allemaal zelf hebben gekozen. Datzelfde aanpassingsvermogen weerhoudt ons er echter van om de nieuwe technologie in te schakelen om tijd te besparen. Een systeem met groei als fetisj, gaat er immers van uit dat we gewend geraken aan het nieuwe normaal waarin we in eenzelfde tijdspanne steeds meer dingen doen en steeds meer dingen aanschaffen.

De grimmige ironie is dan dat de nieuw geïntroduceerde technologie vervolgens ook de ergernis opwekt wanneer die technologie afwezig is. Twintig jaar geleden was er niemand die zich ergerde als hij tien minuten op een taxi moest wachten. Nu kijk je onophoudelijk op je telefoon als de Uber drie minuten later komt dan je had verwacht. En god verhoede dat de chauffeur afzegt, want je hebt elk moment van de dag waarschijnlijk ingepland op basis van allerlei algoritmen. We leven steeds meer ‘just in time’ omdat er op systemisch niveau druk wordt uitgeoefend om zoveel mogelijk spullen te produceren en te consumeren. We zijn net zo ontevreden, alleen nog drukker.

De technologie creëert tevens de frustratie als de technologie wegvalt. – © Foto: Shutterstock.

We hebben hetzelfde probleem bij de cashloze 'Uberficatie' van betalingen en bij artificiële intelligentie. Dit laatste zal de systemische versnelling alleen maar vergroten, waarna elke situatie waarin de technologie niet beschikbaar is als ‘onhandig’ zal worden ervaren. Dit gevoel zal dan - in ware stockholmsyndroomstijl - worden vertaald in een geloof dat AI onze redder is die ons helpt te overleven in een hectische wereld. (Typerend zijn alle reclames die beginnen met ’In de snelle bedrijfsomgeving van vandaag is AI belangrijker dan ooit...‘). In werkelijkheid raken we alleen maar meer opgebrand. Dit fenomeen zal dan weer gebruikt worden om ons nog meer ‘versnellingstechnologie’ te verkopen. Heb je een burn-out? Automatiseren zal je helpen!


Systemische overloop

Wanneer economen dit willen verdedigen, beweren ze meestal dat we een onbeperkt verlangen hebben naar nieuwe dingen. Blijkbaar besteden we de tijdwinst die technologie ons geeft, niet aan vrije tijd, maar aan het verwerven van meer spullen voor onszelf. (nvpv: zie hierover Moeder waarom werken wij? 0. Welvaart) Dit is onzin. Mensen hebben wel degelijk een beperkt verlangen naar nieuwe dingen, want jezelf wijden aan eindeloze productie (en consumptie) gaat ten koste van rondhangen met je familie, vrienden en huisdieren, of dingen doen zoals wandelen in de wildernis of surfen op de golven. Wat mensen eigenlijk willen is een balans van vele dingen, maar het systeem waarin we vastzitten creëert een onbeperkt verlangen in slechts één richting. Dat komt omdat het een draaikolk is geworden die is ontketend door mensen die niet meer weten hoe ze het moeten stoppen.

In de mythologie van Silicon Valley, en meer in het algemeen in het bedrijfskapitalisme, is men overtuigd dat we met het systeem mee evolueren en dat nieuwe producten ons tot vollere expressie van onszelf maken. In werkelijkheid zijn we biologische wezens met eindige capaciteiten die verstrikt zijn geraakt in een economie met een ongelooflijke versnellingsdrang. En zijn voortdurende hang naar groei, verdringt andere dingen in ons leven. Het is alsof je de kraan opendraait in een bad dat al vol is en dan toekijkt hoe het nieuwe water het water in de overloop duwt. Voorbij dat ‘overloop’-punt geraken we meer verward, onrustig en gespannen. De eis om steeds meer binnen dezelfde tijdspanne te proppen, versnippert onze aandacht en ondermijnt ons geduld. Dit gevoel wordt dan weer uitgebuit: Voel je je ongeduldig? Waarom de dingen niet versnellen?


We moeten naar een economie waar vrije tijd wordt gewaardeerd.


Het probleem gaat nog dieper dan dat. De technologie maakt ons kwetsbaarder en meer vatbaar voor nieuwe oorzaken van stress. Ongeacht of je meer of minder werkt, je zenuwstelsel is nu aangesloten op een neurotisch en hypergevoelig wereldwijd informatiesysteem dat voortdurend onnodige dingen in je bewustzijn duwt. Paradoxaal genoeg zorgt deze informatieovervloed er juist voor dat we ons futlozer voelen. We bewegen misschien sneller, maar alles begint in elkaar over te lopen. Het hele punt van digitaal detoxen is niet alleen om te vertragen, maar ook om je weer meer controle over je leven te geven, in plaats van mee te drijven met die inertie.

Aangezien de meeste mensen geen tijd hebben om het bedrijfskapitalisme (of de geopolitieke fundamenten ervan) omver te werpen, stelt zich de vraag hoe we uit deze mallemolen kunnen ontsnappen. Een goed beginpunt is om het zenpad te bewandelen en te beseffen dat al die dingen waarvan ons verteld wordt dat we ze nodig hebben slechts illusies zijn die voortkomen uit de gevoelloze logica van een systeem dat alleen waarde hecht aan accumulatie en winst. Dat is een goed vertrekpunt om nieuwe machtsevenwichten uit te bouwen en de ergste uitwassen te voorkomen.
Daarom verdedig ik zaken als fysiek, contant, cash geld. Als contant geld de fiets van betalingen is, dan zullen we immers moeten vechten voor fietspaden. En vergeet niet: nieuwe technologie zal pas worden ingezet om het leven te vereenvoudigen als we een stabiele economie hebben waar vrije tijd wordt gewaardeerd in plaats van een economie die enkel op groei is gebaseerd. Tot die tijd moeten we ophouden onszelf voor de gek te houden.



Nog even dit

Dit artikel werd geschreven door de journalist Brett Scott. Hij is journalist, activist, monetair antropoloog en voormalig broker. Hij schrijft over financiële hervorming, digitale financiën, alternatieve valuta, blockchain en de cashloze samenleving voor onder andere The Guardian, New Scientist, Huffington Post, Wired Magazine en CNN.com. Bij ons: VPRO Tegenlicht en De Groene Amsterdammer.
De Engelstalige versie van dit artikel verscheen eerst op de website van de auteur: Asomoco — Altered States of Monetary Consciousness. Ik publiceer dit artikel uiteraard met toestemming van de auteur.

Naar aanleiding van het werk aan mijn reeks Moeder, waarom werken wij? las ik zijn boek Cloudmoney en was ik ingestapt in een project om te zoeken naar een positief alternatief voor het reguliere betaalverkeer (Muntuit, Avansa Oost-Brabant, Howest - Netwerkeconomie, Happonomy en De Transformisten). Ik heb de auteur kunnen spreken op een boekvoorstelling in Leuven (mei 2023).

Dit artikel is een uitstekende inleiding tot een van mijn volgende bijdragen rond de noodzaak van cash geld en digitaal cash geld.

Brett Scott, Cloudmoney - De strijd om cash, credit en crypto, Business Contact, 2022, 9789047013099. In dit boek bespreekt hij de impact van die technologieën op de toekomst van geld en de financiële sector.

Dit boek is te verkrijgen via Barbóék (uiteraard) en de betere boekhandels.