Met deze bijdrage, bestaande uit drie bij elkaar horende delen, hou ik een pleidooi om onze politieke instellingen radicaal te hervormen ten voordele van de democratie.
Het basisprincipe van democratie is dat alle burgers die geacht worden de wet te gehoorzamen, in gelijke mate mee vorm kunnen geven aan de wet. Als de toepassing van dit principe sputtert –en dat gebeurt nu– dan is er volgens mij maar één oplossing: meer democratie.
Ik pleit ervoor om weg te gaan van onze ‘masculiene’ democratie, die uitgaat van een code van heerschappij, prestige, … en deze te vervangen door de ‘androgyne’ democratie, die uitgaat van een code van dienstbaarheid en betrokkenheid.
Dit is het tweede deel van deze bijdrage.
Download de volledige bijdrage (de drie delen) als PDF.
Voor Liesbet Stevens
Het ondemocratisch karakter van quota (woqpv)
“DERGELIJKE BEVINDINGEN gaan echter voorbij aan de meer fundamentele problemen van wettelijk opgelegde quota voor politieke vertegenwoordiging (woqpv), met name het a-democratisch en anti-democratische karakter ervan.” Hiermee eindigde ik het eerste deel ‘Democratie en Quota 1 – Eergisteren’.
Ik zie drie met elkaar verweven eigenschappen van quota (woqpv) die me tot opposant van dergelijke quota maken.
a. Afspiegelingsdemocratie is manipulatie
Een beetje kort door de bocht: manipulatie van de kieslijsten –dat doen quota (woqpv)– zorgt dat vrouwen versneld verkozen geraken. Via dwang en via manipulatie van de spelregels probeert men het eigen gelijk te halen. Quota (woqpv) zijn dus een vorm van dwingelandij, om een oud woord te gebruiken.
Voorstanders van quota schakelen –overigens niet zonder slag of stoot– de overheid in voor de oplegging of de verspreiding van het idee dat onze parlementen een weerspiegeling dienen te zijn van de genderverscheidenheid (lees man/vrouw) van de samenleving. Deze weerspiegeling klinkt aannemelijk, eventueel zelfs wenselijk. Maar het is geen noodzakelijk kenmerk van democratie. Wij kennen een representatieve democratie: elke burger duidt in volle vrijheid aan welke afgevaardigden zij of hij vermoedt de vertegenwoordiger te zijn van haar of zijn denken, wereldbeeld, actiepunten, ….
De band tussen de stem van de kiezer en de mogelijke vertegenwoordigers moet zo rechtstreeks mogelijk zijn. Quota (woqpv) zijn daarbij een stoorzender. De kieslijst wordt immers zo gemanipuleerd dat voortaan de stemming meer volgens de ‘feministische doelstelling’ verloopt. De kiezer wordt geforceerd om ‘het juiste’ te doen.
Door quota (woqpv) in te stellen vermeerder je niet het democratisch gehalte van ons politiek bestel, integendeel.
Ook binnen de vrouwenbeweging wordt er aangevoeld dat er iets niet klopt.
Ook binnen de vrouwenbeweging wordt er aangevoeld dat er iets niet klopt. “Politicologe met expertise in politieke vertegenwoordiging van vrouwen Karen Celis vindt quota geen slecht idee, maar benadrukt dat het iets tijdelijk zou moeten zijn (nvpv: mijn cursivering): ‘Zowel vrouwenquota als migratiequota gaan over het doorbreken van een mechanisme, het aanpakken van structuren. Het uitgangspunt is om mensen inclusief te maken en om te focussen op de achtergestelde groep. Normaal gezien ligt de verantwoordelijkheid in de eerste plaats bij de vrouw/migrant zelf, maar quota leggen de verantwoordelijkheid bij de organisatie en dat is geen slecht mechanisme.’
Dit tijdelijk karakter werd al aangehaald in art. 4 van het Convention on the Elimination of All Forms of Discrimination against Women (1979): “…temporary special measures (nvpv: mijn cursivering) aimed at accelerating de facto equality between men and women… […] these measures shall be discontinued when the objectives of equality of opportunity and treatment have been achieved.” [in vertaling: … tijdelijke bijzondere maatregelen gericht op het versnellen van de feitelijke gelijkheid van mannen en vrouwen… […] deze maatregelen worden stopgezet wanneer de doelstellingen van gelijke kansen en behandeling zijn bereikt.”]
b. Het zal niet bij deze ene manipulatie blijven
Een tweede negatief gevolg van quota (woqpv) is dat je een precedent, een reden en een legitimatie schept om volgende initiatieven ook via dwang te realiseren.
Voor de feministen bijvoorbeeld zal de frustratie nog een tijdje blijven duren. Want de ommezwaai zal blijven te traag gaan.
Als we op dezelfde manier verder doen, zal het, volgens het Wereld Economisch Forum, voor West-Europa nog een goede 60 jaar duren alvorens de algemene genderkloof overbrugd is.
Have women failed women?’
Bram Wauters van de Onderzoeksgroep GASPAR (UGent), op de website van StemVrouw: “Concluderend kunnen we stellen dat vrouwelijke kandidaten minder voorkeurstemmen halen dan mannen, en dat vrouwen meer dan mannen voor vrouwelijke kandidaten stemmen. Al is het wel zo dat vrouwen nog altijd meer voor mannelijke dan voor vrouwelijke kandidaten stemmen, wat dan weer verklaard kan worden door de sterke concentratie van voorkeurstemmen bij de (vaak mannelijke) lijsttrekker.” Je moet je hier de vraag stellen: ‘Have women failed women?’.
Verdere manipulatie ten voordele van de vrouw dringt zich hier dus op.
Ook andere groepen vragen om manipulatie. Als we voor vrouwen de kieslijsten manipuleren, dan ook voor andere relevante kenmerken. Wat is een relevant kenmerk? Welke sociologische of sociaal-psychologisch kenmerken komen nog in aanmerking (zie ook punt a)?
“Op de kieslijsten zijn er al quota ingevoerd voor vrouwen: hetzelfde moet voor mensen met een migratieachtergrond gebeuren, zodat een grotere diversiteit aan stemmen aan bod komt.”, zegt politicologe Olivia Rutazibwa in een interview met Knack. En terecht.
Nog een voorbeeld: in een boeiend artikel in Le Monde argumenteren Rose-Marie Lagrave en Juliette Rennes dat de strijd voor feminisme en gelijkheid zich nu eerder op leeftijdsdiscriminatie zou moeten richten. De representatie van senioren dus.
Mark Elchardus in De Morgen (10 november 2018) heeft het begrepen: “Afspiegeling richt de aandacht op huidskleur, genitaliën, geloof, migratieachtergrond, seksuele geaardheid,… Terwijl wij een samenleving willen zijn die zich niet definieert in termen van zulke kenmerken. Politiek is voor burgers en burgerschap nu net wat wij allemaal gemeen hebben, los van onze particuliere eigenschappen. Afspiegeling staat haaks op democratie. Het is een belediging voor mensen die verkozen willen worden omdat zij voor iets staan, niet omdat zij van ergens komen. […] In de publieke ruimte hebben we meer vrouwen, kinderen van migranten, oude mensen, gekleurde mensen en laagopgeleiden nodig. Maar de afspiegelingsdemocratie, de loting van vertegenwoordigers, de quota en de ‘positieve’ discriminatie worden best zo snel mogelijk verticaal geklasseerd.”
Meer in het algemeen gesteld: het quotasysteem (woqpv) is een typisch voorbeeld van het principe van ‘de maakbaarheid van de samenleving’ waarbij overheidsingrijpen de samenleving wijzigt in functie van de eigen ideologie.
•
c. De gemanipuleerde lijststem
Quota (woqpv) geven de burger de indruk dat je alles kan doordrukken, als je maar ‘een meerderheid’ hebt. De vraag naar het democratisch gehalte van maatregelen wordt amper gesteld. Ons zogezegd democratisch systeem is zo opgebouwd dat het de elite dient. De elite zorgt er voor dat het de meester blijft van het gebeuren.
Kiezersmanipulaties (feministische en andersoortige), zoals quota (woqpv), en het succes ervan, tonen die anti-democratische kant van ons politiek systeem aan.
Ik geef nog een voorbeeld om dit te illustreren: de lijststem. De techniek van de lijststem geeft een onheuse bevoordeling van de kandidaten die bovenaan de lijst staan. Als u een lijststem geeft, aanvaardt u de volgorde van kandidaten op de lijst. De lijststemmen komen dan terecht in een pot en worden volgens een bepaald principe verdeeld over de kandidaten. Dit gebeurt op zo’n manier dat de eerste(n) die op een lijst staan worden bevoordeeld. Met een voorkeurstem kan de kiezer theoretisch wel de volgorde van de kandidaten, die werd opgesteld door de dienaars van de elite, de partijcenakels, de facto wijzigen. Dergelijke doorbreking van de volgorde gebeurt zelden. (Zie ook puntje a.)
Resultaat is dat een persoon die bijvoorbeeld op de achtste plaats staat met veel meer voorkeurstemmen dan persoon die op de eerste of de tweede plaats staat, toch niet verkozen wordt door toedoen van de lijststemmen.
Zoals Prof. De Wachter stelt: “De verkiezingen zijn al voor de helft beslist nog voor de kiezers eraan te pas komen. […] In het kader van de politiek-sociologische theorie kan deze weigering [nvpv. tot afschaffing van de lijststem] gesteld worden als het manipuleren door de elite van bepaalde variabelen uit het elitesysteem. De elite heeft verordeningsbevoegdheid en macht. Zij hanteert deze middelen om carrièreverloop en machtsstructuur binnen de elite en de toegangswegen tot de elite zo niet meer en meer te controleren, dan toch alleszins niet meer te liberaliseren en te democratiseren.”
(nvpv: op het ogenblik van het verschijnen van deze bijdrage is er net een interessant voorstel in het Vlaamse parlement tot wijziging in het toepassen van de lijststem bij de verkiezingen voor de gemeenten en de provincies.)
Voor de volledigheid: sommige stemmen, zoals David Sinardet, pleiten voor het behoud van de lijststem.
Een aantal jongere partijen, bijvoorbeeld Burgerlijst.be, Piratenpartij en Agora, beseffen dit democratisch deficit van de verkiezingslijst en proberen deze manipulatie te doorkruisen door andere manieren van lijstvorming in te voeren: loting, collaboratieve methoden,… Het perverse van quota (woqpv) komt ook hier tot uiting. Een partij die opkomt voor het Waalse Parlement bijvoorbeeld en die haar lijst wil samenstellen door de techniek van loting, komt bedrogen uit. Ze moet deze loting geleid doen. Vrouwelijke en mannelijke kandidaten dienen in Wallonië immers elkaar af te wisselen (ritsprincipe).
De heersende kaste wrijft zich ondertussen in de handen.
De heersende kaste, de gestructureerde macht, de zelfbeschermende elite wrijft zich ondertussen in de handen. Ze kan haar regime laten doorgaan voor meer ‘democratisch’: ‘Kijk eens: we zijn democratisch goed bezig; we zorgen voor een representatieve weerspiegeling van de samenleving.’ Terwijl, zoals gezegd, gendergelijkheid of gelijkheid op basis van andere sociologische en sociaal-psychologische kenmerken, helemaal geen noodzakelijk onderdeel is van democratie. Tegelijkertijd wordt de elite amper aangemaand om te sleutelen aan het sterker maken van onze democratie. De vraag naar meer democratie wordt niet gesteld. Meer zelfs: we worden afgeleid van de echte, noodzakelijke democratische vernieuwing van onze instituten.
De boeken van Wilfried De Wachter zijn hierover aanbevolen literatuur. Democratie voor de elite (2008) van politicoloog Michael Parenti eveneens. En de dagelijkse kranten.
Tijd voor enige overpeinzingen wat we kunnen doen om van deze elitaire on-democratie af te raken. We zetten hiertoe een aanzet in het derde en laatste deel van deze bijdrage: ‘Democratie en quota – 3: Overmorgen.’
•