Voor Barbara Van Esbroeck



IN HET EERSTE DEEL
zagen we hoe de eenzame weinig of niet in staat is om te connecteren met anderen of met zichzelf, lees: noch om te geven noch om te ontvangen. De eenzame zal deze verbinding terug dienen te herstellen.
We zagen hoe veranderingen, en de daarbij horende overgangen, bij het leven horen, en gevoelens van eenzaamheid kunnen oproepen. Dit gevoel van eenzaamheid is een signaal dat de eenzame nog in het rare overgangsgebied zit tussen ‘wat was’ en ’wat zal zijn’. Eenzaamheidsexperte Jeannette Rijks noemt dit overgangsgebied ’het Land van Alles en Niets‘: “We zullen keer op keer het Land van Alles en Niets door moeten, leegte ervaren en moeten beslissen wat we met die leegte zullen doen.” […] “De eenzaamheid die we voelen is […] het signaal dat we er nog niet zijn, het sein dat we op zoek moeten naar onze bestemming.” Wat betekent ‘onze bestemming’?

Waartoe eenzaam?

Elke weg doorheen het Land van Alles en Niets kan dienen als hefboom om eenzaamheid om te klikken in zingeving, zeker als het innerlijke zich gaat roeren. “Eenzaamheid,”, zegt filosoof Jan Bor, “eenzaamheid, en dat is de winst ervan, leidt tot een verkenning van je innerlijke landschap.”[1]
Als je beseft dat je zelf door het Land van Alles en Niets moet, is de vraag van filosoof Martin Buber nooit ver weg: “Waar ben je?”. Keuzes maken begint bij het ‘zelf’. “De beslissende inkeer tot zichzelf is het begin van de weg in het leven van de mens, steeds weer is dit het begin van de menselijke weg.” […] Het enige wat mij te doen staat, is bij mijzelf te beginnen, en op dat ogenblik heb ik mij om niets ter wereld te bekommeren dan om dit begin.” [2]

Mensen die zich langdurig eenzaam voelen (ethisch, sociaal, cultureel, emotioneel, …), “zeggen dat naarmate het langer duurt, ze steeds negatiever over zichzelf zijn gaan denken, en denken dat er iets mis met hen is.” [3]
Zo komen ze gemakkelijker terecht bij de grote zinvraag: ‘Wat heeft dit allemaal nog voor zin? Waarom ben ik hier? Waarom doe ik wat ik doe?’ Bovenop de andere gevoelens van eenzaamheid komen dan gevoelens van existentiële eenzaamheid.

De zinvraag heeft altijd een dubbele kant.

Zo’n zinvraag heeft altijd een dubbele kant: aan de ene kant is het alsof het leven tot dan toe zinloos is geweest. Dat op zich is al reden genoeg om de vraag niet te stellen of op zijn minst bevreesd te zijn voor het antwoord.
Maar het biedt ook een kans om een tweede zingeving te vinden. Je hebt tot nu toe geleefd volgens een bepaalde zingeving, een bepaald ritueel en in een bepaalde context. Tijden van verandering zetten deze ‘oude’ zingeving (of een deel ervan) op losse schroeven. Het is zoeken naar een tweede adem, de tweede zin. Het hoeft daarom de eerste zingeving niet uit te wissen, het kan die ook vervolledigen, verdiepen.[4]

Ik voel dat zo aan: eenzaamheid transformeert dan langzaam in een ‘alleen-zijn’ met als doel jezelf beter te leren kennen en sterker uit het dal der eenzaamheid te komen. Dat is ideaal. Eenzaamheid krijgt dan een betekenis.

Foto © Shutterstock

Hoe is het?

Het is dus niet al kommer en kwel. Eenzaamheid kan de eenzame sterker maken. Vergelijk dit met een zware tegenslag. Hoeveel mensen die ontslagen zijn, zeggen jaren na datum niet: “Dat ontslag is het beste wat mij is overkomen.” Maar ze zijn wel eerst uit een diep dal moeten klauteren. [5]
Om deze sterkte op te bouwen moet de eenzaamheid betreden worden en niet bestreden. ‘Ik’ moet die innerlijke ervaring van door-het-dal-gaan oppakken en niet afkappen. En dat laatste is net dat wat dikwijls gebeurt:

a. Door de betrokkene zelf

We worden opgeslorpt door onze job, onze kinderen, de verwachtingen van anderen,… Je wordt omgeven door zoveel ruis dat je amper jezelf ziet. Het blijft bij oppervlakte-kijken waardoor de innerwereld buiten beschouwing blijft. De eigen eenzaamheid wordt door die ruis amper onderkend, laat staan tegemoet getreden.

Een persoonlijk tussendoortje: Ik heb een soort van bewijs door contrapositie meegemaakt: sinds ik op pensioen ben (dus minder opgeslorpt door het werk) is er meer plaats voor mijn innerwereld. Ik ondervind nu meer momenten die existentiële vragen oproepen, bijvoorbeeld schrik van plots te sterven, schrik dat mijn echtgenote of mijn kinderen iets ernstigs zal overkomen, vragen over de zin van mijn carrière, … Mijn dokter vertelde me dat er regelmatig mensen vlak na hun pensionering bij haar komen met dergelijke gevoelens.

Waar je verlangens liggen, liggen ook vaak je angsten.

Als de eenzaamheid diep gaat en existentiële vragen aanboort, is de roep van de innerwereld nog groter. En mensen mijden nu eenmaal liever het contact met de onbekende innerwereld. Het boezemt angst in. Kristin Vanschoubroek, therapeute en directeur van het centrum La Verna te Gent zegt het zo: “Angsten en verlangens gaan heel vaak samen. Waar je verlangens liggen, liggen ook vaak je angsten.” [6]

Je eigen spiegelbeeld aanschouwen vraagt moed en zelfvertrouwen. Net dat wat de eenzamen dikwijls ontberen. Ze verwachten geen uitweg, ze onderschatten hun eigen mogelijkheden, ze schamen zich over de eenzaamheid, ze hebben een sterk gevoel van machteloosheid of ze vinden het goed genoeg zoals het nu is. [7]
En dat is jammer want ‘een mens die niet in harmonie is met zichzelf, richt onvermijdelijk zijn innerlijke strijd op het gezelschap waarmee hij samenleeft en verspreidt zo conflict als een besmetting om zich heen’. [8]

Wie ben je? Ga er maar voor staan. Daarom kappen we dikwijls de confrontatie af. We leren dan maar leven met de eenzaamheid of we kijken voor de oorzaak van de eenzaamheid en voor de oplossing naar de anderen, buiten onszelf.

Soms kruipt de eenzame zelf uit het dal, soms is er hulp nodig. In een mailconversatie (dd. 6 december 2021 en 23 jan. 2022) vertelde Jeannette Rijks, oprichter van Faktor5 –een opleidingsinstituut voor professionals rond eenzaamheid– dat langdurige eenzamen heel lastig zonder hulp uit de situatie van langdurige eenzaamheid kunnen ontsnappen. Dat heeft volgens haar te maken met veranderingen in de hersens. Het brein dat voortdurend in een stresssituatie verkeert –en eenzaamheid is verbonden met stress– verkrampt als het ware. (Zie dit artikel) Ze verwijst hiervoor naar het werk van onder meer Shafir en Mullainathan.
Haars inziens is dat een van de grote problemen bij de aanpak van langdurige eenzaamheid: eenzamen kunnen het niet meer zelf oplossen. Zonder hulp verder gaan, zorgt dan dat mensen te hoge eisen aan zichzelf stellen en teleurgesteld raken. Hulp zoeken wordt dan nog moeilijker. Zo zitten ze gevangen in een vicieuze cirkel.

Een oprechte “Hoe is het met mij?” is een vraag die ik mezelf regelmatiger ga stellen.

b. Door de omgeving

En de omgeving reageert niet altijd adequaat tegenover eenzaamheid. Eerst en vooral is eenzaamheid niet altijd makkelijk te onderkennen. Wanneer is iemand eenzaam? Het eerder aangehaalde verschil tussen eenzaam en alleen-zijn bijvoorbeeld is misleidend. En de hogere genoemde ruis van het leven versluiert niet alleen het zicht op de eigen eenzaamheid, maar ook op de eenzaamheid van iemand anders.

Als er sprake is van echte, mogelijke of veronderstelde eenzaamheid dan willen vrienden, familie, hulpverleners, in al hun liefdevolle bekommernis, niets liever dan iemands eenzaamheid opheffen. Ze doen dat op een manier die niet altijd een succes blijkt. Twee voorbeelden: sociale activering en medicalisering.

Sociale activering
In november 2020 bracht de federale overheid een duidelijke oproep: “Alleenstaanden hoeven kerst dit jaar niet alleen te vieren. Maar dan moeten ze natuurlijk wél ergens terecht kunnen. Heb jij een gezin en heb jij straks tijdens het kerstfeest een stoel over voor een eenzame uit je buurt? Nodig jij iemand uit die normaal niet in je bubbel zit en die anders misschien alleen zou zitten? Zet jij graag een extra bordje bij voor een bekende of een onbekende?” [9]
Het eerste wat de omgeving doet is de eenzame uit zijn isolement proberen halen door activiteiten aan te bieden: fietsclub, kaartavond, kerstfeest, … Dat heet dan ‘participatie en sociale activering’. Allemaal goed bedoeld, maar men vertrekt te sterk vanuit de premisse dat eenzaamheid in de eerste plaats een sociaal probleem is.
• Sociaal: want te maken met gemis aan (kwaliteitsvolle) contacten.
• Een probleem: want ongewenst en dus te bestrijden.

Ouderen benadrukken vooral de nood aan grote diversiteit.

Eenzaamheid is echter te complex om herleid te worden tot één dimensie. Voor een rapport van de Koning Boudewijnstichting werden ouderen bevraagd naar ideeën om eenzaamheid te beperken. In de antwoorden van de ouderen wordt vooral de nood aan grote diversiteit benadrukt. Eenzaamheid valt niet terug te brengen tot één enkel element. “Daartoe (nvpv: voor de sociale activering) worden dan pogingen ondernomen die helaas in vele gevallen niet aansluiten bij de behoeften van die mensen. Iedere mislukte poging om iemand van eenzaamheid te verlossen veroorzaakt een extra versterking van die eenzaamheid.” [10]
Het conceptualiseren en categoriseren –’het is een gepensioneerde, dus zijn droefenis is een gevolg van sociale eenzaamheid’– staat een waarachtige hulpverlening in de weg.

De medicalisering
Eenzaamheid wordt steeds vaker als een medisch probleem gezien. Volgens gerontoloog en socioloog Eric Schoenmakers, die promoveerde met een onderzoek naar eenzaamheid, nadert de dag dat mensen bij eenzaamheidsklachten medicatie voorgeschreven krijgen. [11]

Medicatie is dikwijls een teken van onmacht.

In de Groene Amsterdammer krijgt Sanne Bloeming het hiervan op de heupen: “Wacht even, medicatie tegen eenzaamheid? Betekent dit dat mijn vitale en sociale schoonmoeder van bijna 85, die al lange tijd weduwe is, die met steeds grotere regelmaat begrafenissen bezoekt, omdat oude mensen nu eenmaal de neiging hebben om dood te gaan, die haar sociale netwerk dus ziet slinken, die langzamerhand wat moeilijker ter been wordt, en ja, desgevraagd aangeeft zich de laatste tijd vaker eenzaam te voelen, betekent het dat zij een medische behandeling zou moeten krijgen tegen eenzaamheid?”
Ze citeert dan Schoenmakers die betwist dat eenzaamheid een medisch verschijnsel is: “Een mens is immers niet alleen een biologisch, psychologisch of sociaal wezen, maar een combinatie van dit alles. Ik pleit dus niet voor medicalisering, maar voor multi­disciplinarisering van het verschijnsel eenzaamheid.”
Medicatie is dikwijls een teken van onmacht. En dat geldt zowel voor de voorschrijver als de gebruiker van pillen. [12]


We dienen het dus anders aan te pakken. Ontdekken wat de andere, eenzaam of niet, echt nodig heeft, is cruciaal. Dat vraagt tijd en is niet altijd gemakkelijk. Luisteren is een goede start.
Een oprechte “Hoe is het met jou?” is een vraag die ik regelmatiger aan de ander ga stellen.

Hierover gaat het derde en laatste deel: Eenzaamheid: de kunstenaar.

Nog even dit

[1] Tom Jorna en Willem Voois, Onmetelijke eenzaamheid, 2014, Eburon, 978 90 5972 9087, p. 15
[2] Martin Buber, De weg van de mens, 2005, Juwelenschip Cothen, 978 90 215 8046 3, p. 15 – Deze filosoof hoort eigenlijk thuis bij mijn inspiraties.
[3] Uitspraak van professor Anja Machielse in: Kimberly van den Hengel, Eenzaamheid doet pijn, het maakt ziek en het zorgt voor wanhoop en verdriet in: brainwash.
[4] Zie ook: Onmetelijke eenzaamheid 56-57
[5] Zie hierover: Rilla Lysens, Hoera, ontslag, Borgerhoff & Lamberigts, 2014, 9789089317230
[6]
Kristin Vanschoubroeck in “De verwondering”, Zo 7 november 2022
[7] Zie: Jeannette Rijks, De kracht van eenzaamheid, Stili Novi, 2010, 978-90-810193-2-3, p. 103-104. Een perfecte introductie op en hulpmiddel rond eenzaamheid.
[8] Thomas Merton, geciteerd door Sebastian Müngersdorff in: Eenzaamheid in meervoud, in: Themanummer ‘De uitdaging van een interlevensbeschouwelijke dialoog met Thomas Merton als gids’, Streven, november-december 2018. Zie Eenzaamheid in eenvoud
[9] Laatste Nieuws van 30 november 2020
[10] Download het rapport van de Koning Boudewijnstichting.
[11] Zie over de medicalisering van de geestelijke gezondheidszorg het onthutsende boek van Paul Verhaeghe: Het einde van de psychotherapie, De Bezige Bij, 2010, 9789023442028.
[12] Zie ook: https://www.eoswetenschap.eu/een-pilletje-tegen-eenzaamheid
Ik ga hier niet in op de manier waarop big pharma aan de touwtjes van de gezondheidszorg trekt en op hun enorme invloed op het voorschrijfgedrag. Kijk maar naar het voor de hand liggend voorbeeld van de opiatenzwendel in de US. Anderen doen dit voor mij:

De vermelde boeken zijn te verkrijgen via Barbóék –uiteraard– en de betere boekhandels.