Door Karel Vereertbrugghen

 

DE MAAN GEEFT geen licht, ze weerkaatst licht. Een deel van het zonlicht dat op de maan valt, reflecteert op haar oppervlak en bereikt de aarde. Maneschijn is tweedehands zonlicht. 

 

De hoeveelheid zonlicht die een hemellichaam reflecteert hangt af van zijn weerkaatsingsvermogen of, voor de Latijnen onder ons, van zijn albedo. Voor de aarde is dat gemiddeld 30%, voor de maan slechts 13%. Bij ‘volle aarde’ is het op de maan klaar genoeg om er, bij wijze van schrijven, deze weet te lezen. 

 

Dat de aarde wel degelijk haar satelliet verlicht zie je kort voor en na nieuwemaan. Naast de sikkel tekenen zich dan vaag de contouren van de maanschijf af. De naam van die vale aardeschijn op de maan klinkt als de titel van een Clausgedicht: asgrauw schijnsel.