IN DE JAREN 90 was er op televisie een succesvolle sciencefictiondramareeks, The X-files. De intrigerende openingsscène eindigde (meestal) met de slogan ‘The truth is out there’. Is dat wel waar? Wat is ‘there’? Ik ben immers, net als alle andere mensen, drager van waarheid. En ik heb, net als alle andere mensen, de potentie tot het kennen van waarheid. Drager van waarheid en potentie tot waarheidskennis maken ons tot mens.
Maar we schieten tekort in het waarnemen van deze waarheid. We zijn al snel geneigd om wat we bij onszelf waarnemen – die flarden van waarheid – als dé waarheid te denken. In het manifest van Nicolaas – de vereniging waarvan ik mee aan de wieg stond in 1991 – schreven we: “De onvolkomenheid van het eigen morele waarnemingsvermogen heeft de correctie van de anderen nodig.” Het gesprek is daartoe het vehikel. In gesprek streven we samen naar inzicht. De andere dient zich aan als bron van inzicht, net zoals ik mij aandien als bron van inzicht. Het streven naar waarheid omarmt de andere én mezelf.
De gespreksestafette
Op de Nexus-conferentie [1] van november 2016 bedacht ik, tijdens een kort gesprek met de schrijfster Elif Şafak, de volgende oefening:
• Ik vraag een gesprek aan met een persoon die ik hoog aansla.
• Tijdens dat gesprek stel ik haar vragen die mij niet loslaten.
• Op het einde van ons gesprek – dat beperkt in tijd kan zijn, bijvoorbeeld 2 uur – verwijst ze me door naar een volgend persoon om het gesprek verder te zetten. “Ga eens spreken met …”.
Dit scenario herhaalt zich bij de volgende persoon. Je kan zelfs meerdere estafettes tegelijk laten lopen.
Mijn drie vragen voor mijn eerste estafette zijn:
1. Wat is een goed leven?
2. Wat is een goede samenleving?
3. Wat kan ik doen om het goede een plaats te geven?
Ik weet het: moeilijke vragen voor een bescheiden opzet.
Dergelijke gespreksestafette heb ik altijd al willen doen, maar het ontbrak me aan de (mentale) tijd. Dat moment is nu aangebroken. Personen aan wie ik de vraag voor een gespreksestafette zou kunnen stellen zijn ondermeer: Hans Achterhuis, Danielle Allen, Mary Beard, Annelies Beck, Wendy Brown, Marc Elchardus, Joke Hermsen, Zena Hitz, Mariam Kahn, Rachida Lamrabet, Ton Lemaire, Walter Lotens, Ingrid Robeyns, Pierre Rosanvallon, Elif Şafak, Simon Schama, Peter Sellars, Ismail Serageldin, Binu Singh, Fien Troch, Leon Wieseltier, Lea Ypi, Lila Azam Zanganeh. [1] Inderdaad, enige ambitie mag je wel hebben. :-)
En neen, ik ga geen 100 estafettes doen. Maar uit deze mensen wil ik kiezen om, naargelang het moment in mijn wandeling, een estafette te starten. Ik geef deze lijst om u, lieve lezer, een idee te geven.
Als ik mag kiezen uit mijn lijst zou ik mijn eerste estafette gaarne starten met Binu Singh.
De start: Binu Singh
Binu Singh legt zich als kinder- en jeugdpsychiater en psychotherapeut vooral toe op de ontwikkelings- en opvoedingsproblemen bij kinderen tussen 0 en 6 jaar. Ze is tevens initiatiefnemer van Kleine K.
Tijdens mijn onderzoek en schrijven rond eenzaamheid kwam ik haar meermaals tegen. De diepe zorg voor het kind is waar alles start. Ik vond dat wat ze vertelt over de waardigheid van kinderen bij uitbreiding toepasbaar op iedereen en cruciaal voor een gezonde samenleving. Om haar te parafraseren: “Wij moeten rond elkaar staan en voldoende steun kunnen geven en elkaar dragen zodat we aan de ander, aan elkaar kunnen geven wat die nodig heeft.”
Ik heb haar de vraag voor een gesprek gesteld.
Nog even dit
[1] Ere wie ere toekomt: vele van mijn ‘estafettepersonen’ heb ik leren kennen of ontmoet via het Nexus Instituut.