Dit artikel vormt een tweeluik met
de boekbespreking I Love Russia: het boek.




IN EEN EXCLUSIEF INTERVIEW spreekt OpenDemocracy met Elena Kostyuchenko, auteur van het boek ‘I Love Russia: Reporting from a lost country.’ over wat ze heeft geleerd van de jarenlange verslaggeving in Rusland en over het gevoel vast te zitten “tussen twee werelden”. Het interview begint met een vraag over de vergiftiging, vermoedelijk door Russische agenten, waarvan ze in 2023 in Berlijn het slachtoffer is geweest.


Interview door Valeria Costa-Kostritsky, 10 oktober 2023



openDemocratie: U zou het slachtoffer zijn geweest van een poging tot vergiftiging. Hoe heeft dit uw leven beïnvloed? [1]

    ELENA KOSTYUCHENKO: Ik neem een aantal voorzorgsmaatregelen waar ik niet over kan praten. Dus dat wat de veiligheidsmaatregelen betreft. [Kostyuchenko lacht].
    Er vinden ook twee onderzoeken plaats: een politieonderzoek in Berlijn en een onderzoek door Bellingcat-journalisten [2] en The Insider [3]. Hun teams hebben veel ervaring met het onderzoeken van vergiftigingen en hebben met succes de vergiftigingen onderzocht van de Russische oppositieleider Alexey Navalny, de Russisch-Britse journalist en activist Vladimir Kara-Murza, en mijn collega Dmitri Bikov. Ik hoop dat beide onderzoeken vroeg of laat tot resultaten zullen leiden.

    Kostyuchenko in december 2022 in het Charité ziekenhuis te Berlijn na een vermoedelijke vergiftiging. Foto © Elena Kostyuchenko Instagram


oD: De Russische titel van uw boek luidt ‘Moya lyubimaya strana’, wat voor Engelse lezers vertaald is naar ‘I Love Russia’. Kunt u iets vertellen over uw liefde voor uw land?

    EK: Het boek gaat over de liefde die ik heb voor mijn land en hoe deze liefde tijdens mijn leven is veranderd en hoe het mij heeft veranderd, niet altijd op de best mogelijke manier.

    Ik had onlangs een interessant gesprek met mijn Duitse vrienden, die me vertelden dat het in Duitsland ongepast is om te zeggen dat je van je land houdt. Vanwege hun geschiedenis hebben ze besloten dat het niet veilig is om van je land te houden: je kunt van je familie houden, van je geliefden, je kinderen, je buren, je stad - maar niet van je land, want dat is te gevaarlijk.

    Ik geloof dat dit gevoel [van liefde] dat we voor ons land hebben door politici wordt gebruikt om ons dingen te laten doen of juist niet te laten doen. Poetin zegt: ‘Als je van Rusland houdt, moet je Oekraïners gaan vermoorden. Als je van Rusland houdt, moet je zwijgen. Als je van Rusland houdt, moet je gehoorzamen.’ Maar liefde vraagt dat niet. Liefde vraagt niet om dood, stilte of leugens. Liefde vraagt om leven en waarheid, en een heel precieze kijk op datgene waar je van houdt.

    Tijdens een gesprek met Dmitri Moeratov, mijn voormalige hoofdredacteur bij Novaya Gazeta, [4] zei hij mij: “Wat er nu in Rusland gebeurt, is dat Poetin en de mensen om hem heen proberen te worden zoals de kerk - mensen die beweren dat ze met God kunnen communiceren. Ze zeggen je dat als je van je land houdt, ze je zullen uitleggen hoe en waarom je dingen moet voelen.”

    De hoofdredacteur Dmitri Moeratov - foto © Valery Sharifulin/TASS/Sipa USA/Isopix


oD: Dit is een terugkerend thema in je boek. Toen je verslag deed van de olieramp in Norilsk in 2020, probeerden mensen je herhaaldelijk tegen te houden om er verslag over te doen, met het argument dat je tegen de belangen van je land in zou gaan.

    EK: Helemaal. Het is vreemd hoe ‘patriottisme’ nu bijna een slecht woord is in Rusland, omdat het wordt gebruikt om mensen vreselijke dingen te laten doen. Op dit moment houden leden van de Russische intelligentsia helemaal niet van dit woord, ze gebruiken het niet.

    Maar ik zie niets verkeerds in het gevoel [van liefde voor je land]. Ik geloof dat je vooral in moeilijke tijden, te midden van rampen en catastrofes, precies moet weten wat je voelt en waarom je het voelt. Dat is eigenlijk de reden waarom ik dit boek heb geschreven.


oD: Je zei dat dit boek laat zien hoe je liefde voor je land je heeft veranderd. Wat bedoel je daarmee?

    EK: Liefde geeft je veel hoop. Je hoopt op het beste voor de mensen van wie je houdt, voor je land. En deze hoop maakt je blind. Dat is heel gevaarlijk. Het geeft je een soort optimisme. Het is bijna biologisch. Op de een of andere manier heb je het gevoel dat alles goed zal komen. Zo was ik, en toen begon de grootschalige invasie van Rusland in Oekraïne.

    Toen ik een kind was en geschiedenisboeken las, zat ik voortdurend met een vraag die ik niet durfde te stellen aan de leerkracht: ‘Waarom zagen deze mensen niet waar het allemaal naartoe ging? Het is zo duidelijk.’

    En toen kwam ikzelf in de geschiedenis terecht... terugkijkend is het duidelijk. Ik heb 17 jaar lang verslag gedaan van mijn land. Ik was niet zoals de klassieke Moskouse journalisten die Moskou nooit verlaten, ik reisde veel. Ik sprak met zoveel mensen, ik zag veel verschillende situaties. Kan ik zeggen dat ik niet wist dat Rusland in een fascistisch land was veranderd? Dat kan ik niet, want ik heb twee weken doorgebracht in een psycho-neurologisch instelling (PNI), wat een institutionele residentiële zorginstelling is die deel uitmaakt van het hele systeem dat we hebben om [geesteszieken en] gehandicapten geïsoleerd en buiten de Russische samenleving te houden. [5]
    Ik heb er gewoond en ik wist dat het een concentratiekamp was en ik wist dat een concentratiekamp een duidelijk teken van fascisme is.

    In 2013 nam Rusland een ‘anti-homopropaganda’-wet aan die zegt dat LGBTIQ-mensen sociaal inferieur zijn aan anderen. [6]
    Dit lijkt op een fascistische wereldorde. En wist ik uit dezelfde geschiedenisboeken die ik als kind las dat fascisme altijd tot oorlog leidt? Omdat het een uitgebreide ideologie is. Het idee is nooit om een mooi fascisme in je eigen land op te bouwen. Het verspreidt zich.

    Dus ik keek wel, maar op de een of andere manier zag ik het niet. En hetzelfde geldt voor veel van mijn collega’s en andere mensen die midden in politieke en sociale processen zaten. Zoals we in het Russisch zeggen: we zagen het bos achter de bomen niet.


oD: Er staat een interessant maar triest moment in het boek over hoe de Russische tv je moeder veranderde en over de kloof die daardoor tussen jullie ontstond. [7] Denk je dat het mogelijk is om Russen aan te spreken die geloven wat ze op tv zien en hen te laten inzien en begrijpen wat er in Oekraïne gebeurt?

    EK: Ik denk dat we dat moeten doen. We moeten vechten voor de zielen van onze mensen. Het is een zware strijd, want de propaganda in Rusland is zeer geavanceerd, zeer goed gefinancierd en gemaakt door zeer verstandige en getalenteerde mensen. Het boekt echt geweldige resultaten omdat het alomtegenwoordig is en het niet alleen het beeld wijzigt dat mensen over de wereld hebben, maar ook hun kijk erop en hun persoonlijkheid.

    In de toekomst hoop ik dat de mensen die deze propaganda hebben gemaakt, als oorlogsmisdadigers berecht zullen worden. Wat ze mensen zoals mijn moeder hebben aangedaan, is onvoorstelbaar.

    Toch zal ik mijn moeder niet in de steek laten, haar niet aan Poetin geven, omdat ze de belangrijkste persoon in mijn leven is. Ondanks alle verschillen die we hebben, wil ik onze relatie niet beëindigen, omdat we van elkaar houden. En deze liefde creëert een band die sterker is dan wat dan ook. We blijven elke dag praten en het is moeilijk. Soms schreeuwen we gewoon tegen elkaar. Soms praten we en zegt zij: ‘Ik kan niet meer praten’, of zeg ik het. Hoe dan ook, dat is OK. Na een dag of twee zegt ze: ‘Laten we weer praten’ en dat doen we dan.

    Het is alsof je ‘s nachts iemand in het bos zoekt. Je gaat stap voor stap. Je hoort niet de stem van diegene die je zoekt, maar je hoort wel vele andere stemmen. Soms spreekt mijn moeder als een Russische tv-anker. Ik ken haar zinnen, haar woordkeuze, de manier waarop ze denkt, maar soms schakelt ze over en begint ze te praten als iemand anders. Dan heb ik zoiets van: ‘Mam, ben je Solovyov, Kiselyov of Simonyan [Russische tv-presentatoren en propagandisten] aan het citeren?’ En zij zegt: ‘Nee, ik citeer ze niet’. Maar ze zegt hetzelfde als wat zij zeggen, precies zoals zij het zeggen. Op dat moment is het belangrijk om niet boos te worden op mijn moeder, maar om boos te worden op de mensen die al deze woorden en constructies in haar hoofd hebben gestopt.

    Mensen buiten Rusland denken dat de mensen in ons land die worden beïnvloed door deze propaganda heel gelukkig zijn. Maar dat is niet zo: die mensen hebben niet het gevoel dat ze in de echte wereld leven en ze zijn doodsbang.


oD: Mijn favoriete hoofdstuk in je boek heet ‘It’s been fascist for a long time (Open your eyes)’ [8] en is gebaseerd op je reportage over een instelling. Kun je iets vertellen over wat je daar hebt gezien?

    EK: Natuurlijk. PNI’s, of ‘psycho-neurologische instellingen’, zijn vergelijkbaar met een systeem van concentratiekampen, opgericht door de staat en geleid door de staat. Vandaag de dag leven 177.000 Russen in deze inrichtingen. Dertigduizend van hen zijn kinderen. Dit zijn mensen met neurologische of psychiatrische diagnoses wier familieleden weigeren voor hen te zorgen of niet in staat zijn dat te doen. Dus zorgt de staat voor hen. Ze hebben geen mensenrechten.

    PNI’s werden uitgevonden door Stalin na de Tweede Wereldoorlog: we hadden veel geesteszieken en de straten in de Sovjet-Unie moesten de beste straten ter wereld zijn, waar alleen ‘mooie’ mensen liepen. Dus brachten we mensen met geestesziekten en neurologische diagnoses naar de instellingen. Dit systeem leeft nog steeds. Het heeft de val van de Sovjet-Unie, Jeltsin en Poetin overleefd. Wie weet hoe lang het nog zal bestaan?

    In de PNI’s kunnen mensen niet kiezen wat ze eten of hoe lang hun haar is. Voor elke vorm van ongehoorzaamheid - als ze dingen niet leuk vinden en erover praten - kunnen ze gedrogeerd [nvpv: ‘medicated’ — medicijnen toegediend] en geïsoleerd worden. Sommige mensen verblijven zo hun hele leven in geïsoleerde cellen. Ze mogen zelfs niet uit hun cel om naar het toilet te gaan, ze hebben emmers in hun cel. Ze steriliseren vrouwen zonder hen te vragen wat ze ervan vinden. [In deze PNI’s] zag ik het beeld van mijn land en het was verschrikkelijk.

    Toen ik overwoog om in een van deze instellingen te gaan werken, kwam ik in contact met een aantal vrijwilligers en mensen van NGO’s die daar werkten. Ze noemden het ‘concentratiekampen’ en ik geloofde ze niet. Ik dacht dat ze gewoon overdreven om aandacht te trekken, zoals activisten soms doen. Toen ik eenmaal binnen was, besefte ik dat ze me, om mij te sparen, niet alles hadden verteld. Ik en mijn fotograaf verbleven twee weken in een van deze faciliteiten en we bevatten bijlange niet wat daar allemaal gebeurde.


oD: Wat hadden mensen die tegen het regime waren volgens u moeten doen om te voorkomen dat Rusland Oekraïne binnenviel?

    EK: Nou, we moesten de machthebbers veranderen. Al deze verleden-tijd-constructies werken niet in de echte wereld, maar ik kan proberen voor mezelf te spreken.

    Op de een of andere manier ben ik in de val gelopen, die volgens mij hier in het Westen ook heel gewoon is. We geloven dat journalisten zich niet met politiek moeten bemoeien omdat ze anders hun schitterende, heldere objectiviteit verliezen. In mijn leven was er een drie jaar durende periode waarin ik besloot niet over LGBTIQ-kwesties te schrijven omdat ik zelf lesbisch ben en dat betekent dat ik niet objectief ben. Ik vond dat hetero’s maar over deze onderwerpen moesten schrijven! Achteraf gezien lijkt dat echt idioot.

    Er is nog een ander beeld dat journalisten bijzondere mensen zijn, dat we de ‘vierde macht’ zijn en al die onzin, en dat het genoeg is als je je professionele plicht als journalist vervult. Maar dat is niet zo. Je professionele plicht als journalist neemt je burgerplicht niet weg. Was ik ervan op de hoogte dat Poetin veel te lang aan de macht is gebleven, dat hij de grondwet veranderde, dat hij de mensenrechten schond, dat onze staat een fascistische staat begon te worden? Ja, ik wist dat. En wat deed ik? Ik beschreef hoe fascisme floreerde in mijn land, en ik beschreef het heel goed [ze lacht]. Maar dat is niet genoeg!

    Zo eindig ik mijn boek. De voorbije twee jaar heb ik me veel dingen gerealiseerd. Een van de moeilijkste dingen om te beseffen was dat... Ik kan niet zeggen dat we de verkeerde dingen hebben gedaan. Zoals mijn vriendin zegt: we deden de juiste dingen in de verkeerde volgorde.

    Veel van mijn vrienden waren bezig met het bouwen van mooie onafhankelijke theaters, het creëren van prachtige kunst, het opzetten van educatieve projecten. Het was allemaal zo belangrijk en zo mooi. Maar dit waren zeepbellen die op 24 februari 2022 gewoon uiteenspatten. Mensen waren zich hier van tevoren niet van bewust; ze geloofden echt dat ze een toekomstig Rusland aan het bouwen waren en dat hun bellen groter en groter zouden worden en zich dan bij elkaar zouden voegen, totdat je op een gegeven moment wakker zou worden in een nieuw land en er in principe geen plaats meer zou zijn voor Poetin, omdat hij bij het oude Rusland hoort, terwijl wij een nieuw Rusland hadden gebouwd. Toen de invasie begon, verdwenen al deze bubbels.

    Liefde vraagt niet om dood, stilte of leugens. Het vereist leven en waarheid, en een heel precieze kijk op datgene waarvan je houdt.

    Voor mij was het heel pijnlijk om te beseffen dat Novaja Gazeta, waar ik het meest van hou - het is mijn familie, mijn thuis - ook een zeepbel was. We zijn er niet in geslaagd om de oorlog te voorkomen of om langdurige veranderingen in Rusland teweeg te brengen.

    Wat we hadden moeten doen is, geloof ik, vechten voor democratie. Het klinkt onnozel, maar het is waar. We hadden moeten vechten om een president te kunnen kiezen, om afgevaardigden te kunnen kiezen, om een onafhankelijk rechtssysteem te hebben, om normale wetten te hebben. We hadden al deze politieke dingen moeten doen. Dat is behoorlijk saai. Maar ons leven hangt ervan af. Ik kan niet zeggen dat ik het helemaal heb verwaarloosd - ik werkte aan verkiezingen, nam deel aan protesten. Maar het was duidelijk niet genoeg.


oD: Uw werk en uw boek zijn gebaseerd op verslaggeving ter plaatse in Rusland, voornamelijk over sociale kwesties. Na de invasie ging u ook naar Oekraïne. Dit kan nu niet meer. Waar wilt u nu over schrijven?

    EK: Dat is een moeilijke vraag, die ik mezelf blijf stellen. Er is genoeg te doen voor het soort verslaggever dat ik ben: een veldverslaggever, een verslaggever op het terrein.

    Maar meestal ben je dan op vrij gevaarlijke plekken. En je moet gezond zijn en op je lichaam kunnen vertrouwen als je op deze plekken werkt. Ik kan nu echter niet op mijn lichaam vertrouwen. Ik hoop dat ik tegen het einde van het jaar beter zal zijn.



Nog even dit

De Engelse versie van dit artikel werd eerst gepubliceerd op 10 oktober 2023 op opendemocracy.net.
This article was originally published on opendemocracy.net under a Creative Commons Attribution-NonCommercial 4.0 International licence.
De vertaling en de voetnoten zijn van mijn hand.


Elena Kostyuchenko, I love Russia - Reporting from a Lost Country, The Penguin Press, 2023, 9780593655269. Het boek is uiteraard te verkrijgen via Barbóék en de betere boekhandels.

[1] Over de moord van haar Russische collega’s van de Novaja Gazeta: “The Darkness has no heart”, in: I love Russia, p. 217-222.
Zie over de vergiftiging: Michael Weiss, “Blood Simple. Several Russian journalists and activists were poisoned in Europe”, in The Insider, 15 augustus 2023. Het Committee to Protect Journalists heeft eveneens aangedrongen op een onderzoek.
[2] Bellingcat is een Nederlands burger-onderzoeksjournalistieknetwerk dat is opgericht door de Britse blogger Eliot Higgins. Zie ook Wikipedia.
[3] The Insider is een onderzoekswebsite die in het Engels en Russisch publiceert. Zie ook Wikipedia.
[4] Dmitri Moeratov kreeg in 2021 de Nobelprijs voor de Vrede. Zie Nobelprize en VRT
[5]
Zie “Mental Asylum Hell” in Novaya Gazetta, 5 maart 2021
[6] Zie Sergey Khazov, “Russia's anti-gay own goal”, in: Open Democracy, 27 september 2013
Zie ook het mooie hoofdstuk door Elena Kostyuchenko, “My loved (invisible and true)”, in: I love Russia, p. 107-123
Over LGBTIQ-rechten in Rusland: Equaldex, LGBT Rights in Russia
[7] Elena Kostyuchenko, “My first war (mama and Crimea)”, in: I love Russia, p. 169-175.
[8] Elena Kostyuchenko, in: I love Russia, p. 263-271. Zie over de PNI’s ook het hoofdstuk “Internat”, I love Russia, p. 272-320.