Voor Luc De Keyser
HET DEBAT OVER DIGITAAL geld lijkt vaak technisch, maar onder de oppervlakte woedt een strijd over macht, ideologie en geopolitiek. Stablecoins — digitale munten die 1-op-1 gekoppeld zijn aan de dollar of euro of een andere munt — zitten precies op dat kruispunt. Ze combineren de snelheid van crypto met de stabiliteit van traditioneel geld, maar ze verschuiven tegelijk macht van overheden naar private spelers. Wie stablecoins analyseert, kijkt niet naar technologie, maar naar de vraag wie ons geld mag uitgeven, controleren en vormgeven.
1. Trump, de dollar en de geopolitieke inzet van stablecoins
In de Verenigde Staten worden stablecoins niet gezien als een technologische nieuwigheid, maar als een strategisch instrument. Donald Trump verzet zich openlijk tegen een digitale dollar van de centrale bank — omdat die overheidsmacht zou versterken — maar omarmt wél private stablecoins van uitgevers zoals Tether (USDT) en Circle (USDC). Dat is geen tegenstelling, maar een ideologische lijn:
- Een digitale munt van de overheid = overheidscontrole.
- Een digitale munt van bedrijven = vrijheid, competitie, markt.
Maar er speelt meer: stablecoins versterken de geopolitieke positie van de Amerikaanse dollar (MAGA). Door de full-reserve-regels (1 stablecoin = 1 dollar of Amerikaans schuldpapier) stijgt de vraag naar dollars en Amerikaanse activa: de uitgever (Tether, Circle…) heeft zich daarvoor geëngageerd.
Elke Amerikaanse stablecoin die wereldwijd circuleert, is in feite een uitgeklede digitale dollar: ze volgt de waarde van de dollar, leunt op Amerikaanse activa en valt onder Amerikaanse regels — maar zonder publieke garantie. Als pakweg 10–20% van de Europese economie via Amerikaanse stablecoins zou lopen - nu is dat nog geen 1% – , verschuift een deel van onze monetaire macht:
- van de Europese Centrale Bank naar private Amerikaanse bedrijven,
- van Europese regelgeving naar Amerikaans recht,
- van publieke stabiliteit naar private controle.
Ons geldsysteem wordt dan een verlengstuk van de Amerikaanse economie — zonder dat Europa daar democratische zeggenschap over heeft.
Daarom bouwt een consortium van Europese banken (waaronder KBC, BNP Paribas Fortis en ING) nu aan Qivalis, een eigen Europese stablecoin. Die nieuwe digitale munt zal één euro waard zijn. Voor elke uitgegeven stablecoin wordt Europees onderpand aangehouden — euro’s, overheidsobligaties en andere liquide activa. Zelfs Europese banken zien: wie geen eigen digitale munt bouwt, wordt meegesleurd door het Amerikaanse systeem.
2. De cryptoparadox: stabiliteit zoeken bij bedrijven
Stablecoins ontstonden vanuit de libertaire, haast anarchistische gedachte achter crypto: geld moet vrij zijn. Geld werkt beter zonder overheid, zonder uitgebreide regels, zonder democratische tegenmacht.
Maar de extreme volatiliteit van bitcoin maakte dat ideaal onhoudbaar voor de betaalmarkt. Dus ontstond de paradox: Om stabiliteit te vinden in een systeem dat de centraliserende overheid wil vermijden, moest men teruggrijpen naar een private uitgever die alle macht krijgt.
Crypto werd bedacht als geld zonder centrale autoriteit. Maar precies dat ideaal maakt het onbruikbaar: zonder iemand die bijstuurt, schiet de waarde alle kanten op. Zodra er wél een speler opstaat die stabiliteit garandeert — zoals bij stablecoins — duikt meteen een centrale actor op met regels, controle en uitsluitingsmacht. Dan is het geen crypto meer, maar privégeld in een nieuw jasje.
Crypto kan niet tegelijk stabiel én libertair zijn. Stablecoins beloven stabiliteit, maar die stabiliteit hangt af van:
- de reserves van één bedrijf,
- de eerlijkheid van dat bedrijf,
- de rechtsstaat waaronder dat bedrijf valt,
- en het vertrouwen dat het publiek erin stelt.
“We zijn tegen elke vorm van tirannie door de overheid…”, zei Trump tijdens een Libertarian Event (mei 2024): “…We willen dat de overheid zich niet bemoeit met onze zaken, onze portemonnee en ons leven. Dat is wat we willen.” [1]. Achter deze afkeer van staatsmacht schuilt vaak een bredere afkeer van publieke structuren. Maar ‘de markt is beter dan de staat’ leidt in de praktijk zelden tot meer vrijheid. Het leidt tot private macht, speculatie en kwetsbaarheid. Een geldsysteem zonder publieke structuur betekent geen stabiliteit, geen bescherming en geen vangnet wanneer het misgaat.
Wie stablecoins gebruikt, hangt af van commerciële spelers. Wie bitcoins gebruikt, hangt af van een marktmechanisme dat extreme volatiliteit produceert. In beide gevallen ligt de macht buiten het democratische domein. En zo wordt duidelijk: de keuze tussen crypto en de centrale bank is nooit alleen technisch — het is uiteindelijk een ideologische keuze over wie ons geld mag definiëren: private spelers of publieke instellingen.
3. Het internet als waarschuwing
De cryptowereld lijkt op het vroege internet: een revolutionaire technologie geboren uit een libertaire droom. Ingenieurs en cyberpunks wilden een open netwerk waar niemand de toegang bepaalde, waar vrijheid centraal stond en macht verspreid was. Maar die droom is maar deels uitgekomen. John P. Barlow, de tekstschrijver van Grateful Dead en grote voorvechter van het vrij internet raakte gedesillusioneerd [2]. Het internet werd geen horizontaal netwerk, maar een piramide:
- Google controleert informatie.
- Meta controleert sociale interactie.
- Amazon controleert infrastructuur.
- Algoritmes bepalen aandacht en gedrag.
- Data werd een grondstof voor commerciële surveillance.
Een technologie die bedoeld was om macht te decentraliseren, concentreerde ze opnieuw — maar dan in handen van private bedrijven.
De cryptowereld loopt gevaar hetzelfde pad te volgen:
- decentralisatie in theorie,
- maar centralisatie in de praktijk — bij stablecoinuitgevers, cryptrobeurzen, miners, en platforms.
Daarom is het internet de perfecte waarschuwing: zonder publieke regels en democratische tegenmacht wordt elke digitale infrastructuur haast vanzelf privaat, commercieel en gecentraliseerd.
4. Hierover gaat het dus
Stablecoins zijn dus geen technisch detail. Ze zijn:
- een geopolitieke hefboom (VS vs. EU),
- een ideologisch strijdpunt (markt vs. publiek domein),
- en een waarschuwing uit het internetverleden (privatisering van infrastructuur).
Wie stablecoins omarmt, kiest — bewust of onbewust — voor een geldsysteem waarin macht verschuift naar private uitgevers en buitenlandse spelers. Wie ze verwerpt, kiest niet per se voor de overheid, maar voor een samenleving die zelf wil bepalen hoe haar geldstructuur eruit ziet. Stablecoins tonen de kern van de digitale geldstrijd: niet welke technologie we gebruiken, maar wie de regels schrijft. Onze keuzes vandaag bepalen of digitaal geld, net als het internet, eindigt als een commerciële infrastructuur die niemand democratisch beheerst — of dat we de vrijheid van digitale technologie verbinden met een publiek fundament.
Nog even dit
[1] Zie LIVE: Donald Trump speaks at Libertarian event in Washington DC, in: Times News, YouTube, De bewuste uitspraak vind je rond 3min30.
[2] Interessante lectuur om te begrijpen welke gedachten aan de oorsprong liggen van het internet, en bij uitbreiding van de cryptomunten, zijn de teksten van John Perry Barlow, de Grateful Dead-tekstschrijver die in 1996 het internet zijn “A Declaration of the Independence of Cyberspace” gaf. Terug te vinden op Electronic Frontier Foundation.
Twee andere boeiende teksten van zijn hand: “The Economy of Ideas”, in Wired, 1 maart 1994, en deze veelzeggende tekst uit 2006: “Is Cyberspace Still Anti-Sovereign?”, Cal Alumni Association, April 2006 (12 feb. 2018). Hier geeft Barlow uiting aan zijn gemengde gevoelens. Barlow erkent dat zijn oorspronkelijke utopie — een internet dat buiten de macht van staten valt — deels is ondermijnd. Regeringen proberen steeds meer vat te krijgen op het web via surveillance, censuur, data-controle en wetgeving. Ook bedrijven hebben een onverwacht sterke machtspositie verworven: grote commerciële platforms structureren de online omgeving en bepalen wie toegang heeft tot wat. Cyberspace is nog steeds anti-sovereign, maar minder vanzelfsprekend dan hij in 1996 geloofde. De vrijheid van het internet is geen gegeven, maar een strijd die voortdurend gevoerd moet worden — tegen staten én tegen private machten.