Manuel Álvarez Bravo
Manuel Álvarez Bravo, Retrato de lo Eterno, 1935


WAT ZIEN WE? Een vrouw die haar haar kamt, kijkend in de spiegel. Een alledaags tafereel dat door het spel van licht en donker diepte, energie en leven uitstraalt.
Deze foto van Manuel Álvarez Bravo (1902 – 2002) was zonder dat contrasterend licht amper het tonen waard.

De scène straalt stilte en kalmte uit, maar tegelijkertijd voel ik een zekere grimmigheid en dreiging.
Ik word onweerstaanbaar aangetrokken tot de vrouw.
Waar is ze? De kamer zou een gevangenis kunnen zijn. Of toch niet.
Wat doet ze? Ze kamt het haar maar we zien amper de borstel.
Wat doet ze? Ze kijkt in de spiegel. Maar die zien we amper.
Ze kijkt in de spiegel, dus naar zichzelf, zoals wij naar haar kijken.
Ze lijkt eerder aan het denken dan aan het kammen. Het is alsof ze het kammen even pauzeert en zichzelf overpeinst.
Geen glimlach siert haar gelaat. Ziet ze hoe de tijd impact heeft op haar? Beseft ze haar eigen sterfelijkheid?
Is dit melancholische beeld een prachtige metafoor voor de vergankelijkheid van het leven? De titel Retrato de lo Eterno (Portret van het eeuwige) wijst alleszins in die richting.

Deze gedachte haalt me Mirrors (1961) terug voor de geest, het mooie gedicht van Sylvia Plath (1932-1963).

Spiegel

Ik ben zilver en uiterst precies. Ik heb geen vooroordelen.
Alles wat ik zie, slok ik onmiddellijk op
Precies zoals het is, zonder filter van liefde of afkeer.
Ik ben niet wreed, alleen oprecht -
Het oog van een kleine god, vierhoekig.
Meestal mediteer ik over de muur tegenover mij.
Hij is roze, met stipjes. Ik kijk er al zo lang naar
Dat ik denk dat hij een deel van mijn hart is. Maar hij flikkert.
Gezichten en duisternis scheiden ons keer op keer.

Nu ben ik een meer. Een vrouw buigt zich over mij.
Speurend in mijn uitgestrektheid naar hoe zij werkelijk is.
Dan keert ze zich naar die leugenaars, de kaarsen of de maan.
Ik zie haar rug, en weerkaats die getrouw.
Zij beloont mij met tranen en handgebaren.
Ik ben belangrijk voor haar. Zij komt en gaat.
Elke morgen neemt haar gelaat de plaats in van het duister.
In mij heeft zij een jong meisje verdronken, en in mij verschijnt haar,
dag na dag, een oude vrouw, als een vreselijke vis.

Mirror

I am silver and exact. I have no preconceptions.
Whatever I see I swallow immediately
Just as it is, unmisted by love or dislike.
I am not cruel, only truthful -
The eye of a little god, four-cornered.
Most of the time I meditate on the opposite wall.
It is pink, with speckles. I have looked at it so long
I think it is a part of my heart. But it flickers.
Faces and darkness separate us over and over.

Now I am a lake. A woman bends over me,
Searching my reaches for what she really is.
Then she turns to those liars, the candles or the moon.
I see her back, and reflect it faithfully.
She rewards me with tears and an agitation of hands.
I am important to her. She comes and goes.
Each morning it is her face that replaces the darkness.
In me she has drowned a young girl, and in me an old woman
Rises toward her day after day, like a terrible fish.

<< Ansel Adams – St. Francis Church, Ranchos de Taos <<|>> Kwame Brathwaite – Untitled >>

Nog even dit

Manuel Álvarez Bravo (1902 – 2002) was een Mexicaans topfotograaf die in Mexico een pionier was van fotografie als kunstvorm.

De toelichting bij mijn ‘fotoboek’ vind je in Kijken naar foto’s.