TAL AFAR, IRAK - 18 JANUARI 2005 – In de schemerende valavond, net voor het begin van de avondklok, schoten Amerikaanse soldaten in de omgeving van het rumoerige Tal Afar een wagen van de weg waarvan ze vermoedden dat het om een zelfmoordactie ging.
In de auto zat echter een Turkmeense sjiitische gezin: Hussein en Kamila Hassan en hun zes kinderen. Ze keerden terug van een bezoek aan het ziekenhuis omdat een van de broers ziek was. Beide ouders waren op slag dood. Op de foto zie je Samar Hassan, 5 jaar, enkele ogenblikken nadat de Amerikaanse soldaten haar en haar broers en zussen uit de wagen hebben gehaald. Alle zes overleefden het, hoewel haar broer Racan, 11 jaar, ernstig gewond en verlamd raakte. Enkele jaren later liet hij het leven in een andere aanval. [1]
Chris Hondros was als ‘embedded oorlogsfotograaf’ aanwezig en maakte een reeks hartverscheurende foto’s waarmee hij verschillende prijzen won. [2]
Pas zes jaar later, in 2011, zag Samar Hassan voor de eerste maal de foto van zichzelf. Ze zei dat ze begreep dat deze foto de wereld toonde “hoe triest het is wat er in Irak gebeurt.” [3]
Voor mij heeft de foto van Chris Hondros hetzelfde iconische karakter als de Vietnamfoto van Associated Press fotograaf Nick Ut van een jong meisje dat wegrent na een napalmaanval.
Wisława Szymborska
“Na elke oorlog moet iemand opruimen.” zo begint het schitterend gedicht van Wisława Szymborska, in een vertaling van Gerard Rash. Maar eigenlijk raakt een oorlog nooit echt opgeruimd.
Einde en begin
Na elke oorlog
moet iemand opruimen.
Min of meer netjes
wordt het tenslotte niet vanzelf.
Iemand moet het puin
aan de kant schuiven
zodat de vrachtwagens met lijken
over de weg kunnen rijden.
Iemand moet waden
door het slijk en de as,
de veren van canapés,
de splinters van glas
en de bloederige vodden.
Iemand moet een balk aanslepen
om die muur te stutten,
iemand het glas in het raam zetten,
de deur in de hengels tillen.
Fotogeniek is het niet
en het kost jaren.
Alle camera’s zijn al
naar een andere oorlog.
De bruggen moeten terug
en de stations opnieuw.
Van het opstropen
gaan mouwen aan flarden
Met een bezem in de hand
vertelt iemand nog hoe het was.
Iemand luistert en knikt
met een hoofd dat nog niet is afgekletst.
Maar bij hen in de buurt
duiken al gauw lieden op
die het begint te vervelen.
Soms zal iemand nog
onder een struik
doorgeroeste argumenten opgraven
en ze naar de vuilnishoop brengen.
Zij die wisten
waarom het hier ging,
moeten wijken voor hen
die weinig weten.
En minder dan weinig.
En ten slotte zo goed als niets.
In het gras, overwoekerd
door oorzaak en gevolg,
moet iemand liggen die
met een aar tussen zijn tanden
naar de wolken staart.
<< Hugh Arnold, Thread << | >> Morris Huberland, Human ladder
Nog even dit
De toelichting bij mijn ‘fotoboek’ vind je in Kijken naar foto’s.
[1] Zie meer toelichting in Wikipedia
Zie ook Columbia Journalism Review om Chris Hondros zijn relaas te lezen over het maken van de foto.
[2] Chris Hondros stierf op 41-jarige leeftijd in 2011 aan zijn verwondingen opgelopen tijdens een mortieraanval in het oorlogsgebied in Misrata, Lybië,waar hij op missie was.
[3] Zie The New Tork Times, 7 mei 2011