Laat ons zacht zijn, lief,
In de heilige ruimte
Van elkaars vrijheid

Rika Theunissen *


Voor alle kinderen en hun kinderen.



IN 1930 SCHREEF John Maynard Keynes, de Britse econoom, een kort essay, getiteld: Economic Possibilities for our Grandchildren (‘De economische mogelijkheden voor onze kleinkinderen’). [1] Hij voorspelde dat in 2030 de levensstandaard minstens verviervoudigd zou zijn in de eerste plaats dankzij technologische ontwikkelingen. Hij voorspelde onder meer dat de kleinkinderen zullen volstaan met drie-uursdiensten of een vijftien-urige werkweek en dat “het economische probleem binnen honderd jaar (nvpv: dat is dus nu ongeveer) opgelost kan zijn, of in ieder geval binnen het zicht van een oplossing kan liggen.”

Onze welvaartsstaat is gegrondvest op de grote belofte dat de opeenvolgende generaties steeds meer mogelijkheden en materiële welstand zouden krijgen. Ik ben met dat idee grootgebracht. De wereldtentoonstelling in Brussel, den Expo 58, was een epigoon van dit vooruitgangsdenken. De expo moest “vooral vertrouwen en hoop in de toekomst […] uitstralen. Expo 58 zou de verwerkelijking zijn van een modern humanisme, dat mens en techniek met elkaar zou verzoenen. Het geloof in de betere toekomst leek te worden ondersteund door een sterk groeiende materiële welvaart, massaconsumptie en stabiliteit binnen de West-Europese eenmaking.”[2]

Echter, vanaf de jaren 80 komt er zand tussen de raderen van de welvaartsstaat. Eerst en vooral kent vooruitgang geen rechtlijnige opwaartse beweging die steeds nieuwe en betere zaken toevoegt boven de verwezenlijkingen van het verleden. Er gaat ook van alles verloren. Onze wereld is beter en slechter dan vroeger. Dat is, vermoed ik, de bron van het adagio van oudere mensen: “Vroeger was alles beter”. [3]
En we bereiken de grenzen van het systeem . Ik somde in de tweede bijdrage van de reeks een hele rits problemen op die we bij het creëren van de welvaart hebben veroorzaakt en waar de huidige economie amper een antwoord op heeft: de achteruitgang van de biosfeer, de toenemende werkdruk, sociale onrechtvaardigheid, uitbuiting, schuldencrisis, welvaartsverdeling … [4] De aangehaalde problemen zijn grotendeels inherent aan de manier waarop we onze welvaart opbouwen. Het niveau van de welvaart (W) wordt volgens de neoklassiekers immers bepaald door de hoeveelheid geproduceerde goederen en diensten (G): W=G. [5]

Dit alles resulteert in een jobstijding over onze economie: als onze kinderen op dezelfde manier zouden verder gaan, zullen de problemen nog vergroten. Daar gaan ze iets moeten aan doen, en dat betekent minder welvaart, dus slechter. Kortom: de volgende generatie, de generatie van ‘mijn kinderen' (Generatie X, Y, Z en alpha), gaat het slechter hebben dan mijn generatie (de babyboomers) en die van mijn ouders (de Stille Generatie), grootouders (de Grootste Generatie) en overgrootouders (de Verloren Generatie). Dat zou de eerste keer zijn dat de welvaartsstijging zijn beloftes zo veralgemeend niet meer nakomt.

Gelukkig schuilt hier een grote denkfout achter

Maar achter deze gedachte schuilt een grote denkfout. Gelukkig maar. Als we zeggen dat onze kinderen het minder goed gaan hebben, over wat hebben we het? Naar wat kijken we? Als we de situatie van onze kinderen vergelijken met de situatie van hun ouders - mijn generatie dus — en beslissen dat we het beter hadden, dan brengen we enkel de gerealiseerde ‘welvaartsgoederen’ in rekening en niet de prijs die de wereld betaalt voor deze welvaart. Onze kinderen, en al zeker hun kinderen, kunnen het net beter hebben omdat ze op een nieuwe manier zullen kijken naar de economie. Ze zullen daar in slagen, met name de kinderen van mijn kinderen, mijn kleinkinderen dus, omdat ze het uitgangspunt van de economie zullen hebben gewijzigd. Niet eigenbelang of winst is het doel van economie, maar het voorzien in de basale levensbehoeftes voor iedere mens. En daar werken ze met zijn allen aan omdat het huidige systeem gewoon onrechtvaardigheid in zich draagt. Daar zijn nu al kleine voorbeelden van: deeleconomie, lokale economie, stakende schoolkinderen … Ik poneer dat zij die na ons komen het beter gaan hebben net omdat ze
het waanzinnige ‘Welvaart=Goederen en Diensten’ (W=G) achterwege zullen hebben gelaten.

Binnen 100 jaar kijken we dan terug (allez, zij kijken terug) naar de huidige tijd en zeggen: oef, dat was even heftig, maar nu hebben we het veel beter dan toen: de armoede is minder, er is minder ongelijkheid, er zijn betere sociale voorzieningen, de openbare diensten functioneren efficiënter, de natuur is terug aan het herstellen, we hebben een betere democratie, we werken niet meer zo zot als onze grootouders, we hebben tijd om samen iets te doen (gezin, buurt, samenleving …)

De grote omschakeling

Dit vraagt in de eerste plaats een immense mentale omkering, een nieuwe manier van denken over economie. De basis van de grote ‘reset’ ligt in grote omschakeling naar ‘zorg voor de ander’ als centraal begrip in het samenleven, weg van winst en eigenbelang. Dit wil zeggen dat het antwoord op de vraag ‘Moeder, waarom werken wij?’ is: voor de ander. Wij werken allen samen om in elkaars (basis)behoeften te voorzien.

Onze economie wordt hierdoor wat ik noem een ‘marktgedreven gifteconomie’.

Marktgedreven

In de huidige economie proberen bedrijven (nieuwe) diensten en goederen te slijten in de markt, omwille van hun wens tot groei en winstmaximalisatie. In de nieuwe economie produceren we (nieuwe) goederen en diensten die beantwoorden aan de reële behoeften van de individuele stakeholders. Hier komt het ‘ik’ als beslissende consument tevoorschijn. Wat geconsumeerd wordt is immers een strikt persoonlijke aangelegenheid.
Maar het “kan niet dat de verantwoordelijkheid voor [de bescherming van ons ecosysteem] of het aanpakken van sociale ongelijkheid wordt doorgeschoven naar een van de laatste actoren in de productieketen: de consument. Aan de consumptie van producten en diensten gaat een lang proces van creatie vooraf en er zijn een hele boel mogelijkheden om in te grijpen.” [6]

Gifteconomie

In de huidige economie produceren we omwille van de groei van het systeem ten dienste van de waarde-extractie [7]. Het doel van de gifteconomie is samen meerwaarde creëren tot het vervullen van de essentiële individuele en maatschappelijke noden.
Alle stakeholders (producent, leveranciers, consument, inwoners …) onderzoeken gezamenlijk aan welke ‘voorwaarden’ onze producten en diensten moeten voldoen. De concurrentie-economie wordt vervangen door een associatieve, coöperatieve economie die zichtbaar maakt waar de belangrijkste economische noden (van de anderen) liggen. Met andere woorden: onze focus wordt structureel op de andere gericht.

De overschotten die we produceren (de winst bovenop de menselijke noden) worden ten dienste gesteld van de samenleving en worden gebruikt bijvoorbeeld voor de financiering van een basisinkomen, voor het mogelijk maken van opvoeding, onderwijs, cultuur, gezondheidszorg, veiligheid … voor de financiering van thuiswerkende ouders, voor investeringen in lokale milieuvriendelijke energie, voor investeringen in de zorg voor kinderen en ouderen … In de gifteconomie komt het ‘wij’ als samenleving tevoorschijn.

De opgebouwde rijkdom wordt dus niet eindeloos geaccumuleerd als privévermogen maar wordt opgebouwd en doorgegeven naar de volgende generatie. Dit omvat onze infrastructuur (bijvoorbeeld woningen, windmolens, zonnepanelen, …), onze kennis (patenten bijvoorbeeld), onderwijsinstellingen, zorginstellingen, de natuur … en is collectieve eigendom (dat wil daarom niet zeggen van de staat) [8]. Dat deze gifteconomie onder de grens van het ecologisch plafond blijft is vanzelfsprekend. Ook dat is een gift aan de andere [9], [10].

Een kleine terzijde: als wij spreken over gifteconomie dan bedoel ik niet de traditionele invulling van dit woord, waarbij je iets gratis weggeeft zonder dat je er onmiddellijk iets voor terug verwacht, ervan uitgaand dat je opgenomen wordt in een netwerk van giften. [11] Ik bedoel hier eerder de Gemene-Goed-Economie van Christian Felber waar niet het winstbejag maar de gehele samenleving centraal staat in de activiteiten van bedrijven. Ik vind het boeiend dat Felber vertrekt vanuit de collectieve grondwettelijke waarden: menselijke waardigheid, solidariteit, duurzaamheid, rechtvaardigheid en democratie. En dat hij steunt op basiswaarden voor het welslagen van relaties: vertrouwen, empathie, waardering, samenwerking en delen. Ook onderzoekster Sarah De Boeck vormt haar boeiende essentiële economie langs een gelijkaardige lijn.[12].

Commons en commoning

Wat ik hierboven beschrijf maakt de kern uit van commons en commoning. Dit is een systeem waarbij zelfsturende gemeenschappen en (groepen van) gebruikers de culturele en natuurlijke hulpbronnen beheren en toegankelijk maken en houden voor individueel en collectief gebruik. Er is enorm veel wat tot gemeenschapsbezit (commons) kan worden opgeëist: energie, scholen, spoorwegen, de post, geld, banken, patenten, gezondheidszorg, wonen, voeding en landbouw, waterinfrastructuur … Mijn uitgangspunt is: heel de wereld is één grote common.

Dit gebeurt met minimale of geen afhankelijkheid van de markt of de staat. David Bollier en Silke Helfrich spreken van ‘a world beyond market and state’, ‘een wereld voorbij markt en staat’. Ik spreek liever van ‘een wereld vóór markt en staat’. Het zijn de lokale gemeenschappen die vanuit het individu de samenleving opbouwen en wanneer nodig een markt of een regulerende instantie (overheid) opzetten of inschakelen. Commons volgen niet de marktlogica – ze zijn openbare eigendom – en ze worden niet door de staat beheerd maar door de betrokkenen. Christian Felber spreekt van ‘democratisch gemeengoed’.

De logica van de markt en van de commons: een beknopte vergelijking van de kernovertuigingen.

De logica van de markt en die van de commons is quasi volledig tegenovergesteld. Hieronder een overzicht van de kernovertuigingen zoals ze opgesteld werden door Silke Helfrich (1967-2021), een van de groten uit de commonsbeweging. [13] (nvpv: De vertaling is van mijn hand.).


Het
profit-
paradigma


Het
commons-
paradigma



BASIS

Hulpmiddelen
Schaarste is een gegeven of wordt gecreëerd (door drempels en uitsluitingen).Er zijn genoeg rivaliserende goederen voor iedereen als we delen. Van niet-rivaliserende goederen is er overvloed.

Strategie hulpmiddelen
Efficiënte toewijzing van middelen.Het versterken van sociale relaties is van doorslaggevend belang voor het garanderen van een eerlijke verdeling en een duurzaam gebruik van hulpbronnen.

Idee over het individu
Individuen maximaliseren voordelen voor zichzelf (Homo economicus).

Mensen zijn in de eerste plaats coöperatieve sociale wezens.
Menselijke relaties met de natuur en andere mensen
Losgekoppeld.
- Of/of
- Individualisme vs. collectivisme
- Menselijke samenleving vs. natuur

Onderling verbonden.
- Individuen en het collectief zijn in elkaar genest en versterken elkaar wederzijds.

Katalysatoren van veranderingen
Krachtige politieke lobby's, belangengroepen en geïnstitutionaliseerde politiek gericht op de overheid.

Diverse gemeenschappen die werken als gedistribueerde netwerken, met oplossingen vanuit de periferie.
Focus
Marktruil en groei (BBP) bereikt door individueel initiatief, innovatie en ‘efficiëntie’.

Gebruikswaarde, gemeenschappelijke rijkdom, duurzame bestaansmiddelen en complementariteit van ondernemingen.
Kernvraag
Wat kan verkocht en
gekocht worden?

Wat heb ik / hebben wij nodig om te leven?


BEHEER

Besluitvorming
Hiërarchisch, top-down; ‘Command & control’.

Horizontaal, gedecentraliseerd, bottom-up. Zelforganisatie, controle en aanpassing van het gebruik van hulpbronnen.

Beslissingsprincipe
De meerderheid regeert.

Zelfrepresentatie > Consensus over beslissingsprocedures: wanneer gebruiken we consensus, wanneer meerderheid, wanneer gekwalificeerde meerderheid …?.*


SOCIALE RELATIES

Machtsverhoudingen
Centralisatie & monopolie.

Decentralisatie & samenwerking.

Eigendomsverhoudingen
Exclusief privébezit: ‘Ik kan doen wat ik wil met wat van mij is.’

Collectief gebruikt bezit: ‘Ik ben medeverantwoordelijk voor wat ik medegebruik.’
Toegang tot rivaliserende
hulpbronnen (land, water, bos)
Beperkte toegang; regels bepaald door eigenaar.
Beperkte toegang; regels bepaald door gebruikers.
Toegang tot niet-rivaliserende
hulpbronnen (ideeën, code...)
Beperkte toegang;
schaarste wordt kunstmatig gecreëerd door middel van wetgeving en technologie.

Onbeperkte toegang;
open toegang is de standaardnorm.
Gebruiksrechten
Toegekend (of niet) door eigenaar. Focus op: individuele rechten.
Mede bepaald door coproducerende gebruikers. Focus op: eerlijkheid, toegang voor iedereen.

Sociale praktijk
Vooruitgang ten koste van anderen; concurrentie overheerst.
Commoning; samenwerking overheerst.


KENNISPRODUCTIE

Bedrijfsideologie en -waarden geïntegreerd in onderwijs en kennisproductie.

Peer-to-peer, netwerken en samenwerking maken diversiteit van standpunten mogelijk.
Kennis wordt beschouwd als een schaars goed dat gekocht en verkocht kan worden.

Kennis wordt beschouwd als een onuitputtelijke bron voor het algemeen welzijn van de samenleving.
Eigendomsrechtelijk beschermde technologieën.

Vrije en open source technologieën.
Zeer gespecialiseerde kennis en expertise zijn geprivilegieerd.

Kennis is onderhevig aan sociale en democratische controle.


GEVOLGEN VOOR …

Hulpmiddelen
Uitputting/exploitatie.
Omheining.

Behoud / onderhoud.
Voortplanting & uitbreiding.
Samenleving
Individuele toe-eigening vs. collectieve belangen.
Uitsluiting.
‘Mijn persoonlijke ontplooiing is een voorwaarde voor de ontwikkeling van anderen, en omgekeerd.’
Emancipatie door sociale verbindingen.

* Ik heb één ding aangepast in de tabel. Onder ‘Beheer’, tweede lemma (Beslissingsprincipe) zet Silke Helfrich ‘consensus’ als commons-model. Ik verkies ‘zelfrepresentatie’ als basisprincipe (zie lager). Dat betekent voor mij dat we in consensus dienen af te spreken hoe we gaan beslissen: wanneer consensus, meerderheid, gekwalificeerde meerderheid …), de logistiek en de techniek van beslissen …

Oh neen! Toch niet veranderen!

Als je aan mensen vraagt welke grote veranderingen er de volgende tien jaar zullen plaatsvinden, levert het antwoord meestal een beperkte lijst op. Maar als je vraagt welke grote veranderingen er de voorbije tien jaar hebben plaatsgevonden, is de lijst zeer groot. Rebecca Solnit hierover: “Mensen denken dat de wereld niet verandert (ze zijn vergeten hoe ingrijpend die zelfs in de afgelopen decennia is veranderd), of dat alle veranderingen lineair zullen zijn. Of ze denken dat de enige bron van verandering de machtigste instellingen en individuen zijn, waarbij ze vergeten hoeveel verandering de laatste tijd is teweeggebracht door gemarginaliseerde groepen (queer rights), onderdrukte bevolkingsgroepen (de Arabische lente), relatief kleine activistische bewegingen (de klimaatbeweging) of verrassende spelers (de hotelmeid die in 2011 het hoofd van het Internationaal Monetair Fonds ten val bracht, bijvoorbeeld). Je moet geloven in verandering; misschien moet je hopen. Of op zijn minst bereid zijn te gokken.” [14]

Het opkuisen en ombouwen van het huidige systeem is quasi onmogelijk. Dit systeem krijg je niet ‘recht’. Je kan een auto niet ombouwen tot een fiets. Er zijn al vele lijstjes gemaakt, maar altijd zetten deze de veranderingen, zeker de grote, op het niveau van ‘het systeem’: de samenleving, het bedrijf… [15] Ik schreef het eerder al, lichtjes hoopvol: “Onze politici zullen dat onmogelijk kunnen bolwerken. Ik heb oprecht met hen te doen. De uitdagingen waarvoor zij staan zijn onmenselijk hoog. Al beseffen ze dat amper. De lokroep voor een Grote Leider à la Trump zal nog sterker worden dan ze nu al is. […] Het zal moeten komen van onderuit, zoals altijd. We hebben een nieuw narratief nodig voor onze economie: allen samen zorgen we voor de waardecreatie: huismannen, huisvrouwen, werknemers, werkgevers, overheden, politici, ambtenaren, vrijwilligers in de zorg, zelfstandigen, werklozen, (super)rijken … Samen, in een collectief en democratisch proces, bepalen we hoe onze economie er zal uitzien, hoe we onze economische verplichtingen kunnen realiseren. De transitie zal moeilijk zijn en ik denk zelfs dramatisch. Dat mag ons niet tegenhouden.”[16]

Ik ben geen revolutionair die alles omver wil gooien en opnieuw beginnen (nvpv: “Daar ben je niet arm genoeg voor”, zei een vriendin mij tijdens een conversatie). In een gesprek met M. over het gevoel van de economische catch-22, over Skidelski’s vraag of we de huidige economische “augiasstal” (sic) wel willen, durven en kunnen opkuisen, zei ze: “Misschien moeten we parallel aan het huidige systeem nieuwe trajecten uitbouwen die de oude wegen verlaten en de mensen verleiden om het oude te ruilen voor die nieuwe trajecten.” Ik heb hetzelfde gevoel. Dat vind ik radicaal genoeg.

Mijn generatie, ik dus ook, heeft hier een belangrijke rol te spelen. Mijn generatie zou immers de laatste generatie moeten zijn in een lange lijst van generaties die naar de welvaartsstaat hebben toegegroeid en er zijn voorbijgeschoten. Beginnende bij de opkomst van het individu tijdens de late middeleeuwen, over de renaissance, de Verlichting, de industriële revolutie, de welvaartsstaat, tot waar we nu zitten.

Om dit aan te pakken zullen kleine stapjes niet voldoende zijn. We hebben meer radicale stappen nodig. Ik volg hier de em. prof. Geschiedenis Gregory Claeys. In een artikel in het altijd boeiende Nexus-tijdschrift schreef hij: “Dit betekent dat we ons vanaf de jaren 2020 nog tot de jaren 2060/2070 maximale opofferingen zullen moeten getroosten. De generaties die in die periode opgroeien en die de welvaart van de vorige eeuw nooit hebben gekend, verdienen om die redenen speciale tegemoetkomingen: Gratis onderwijs op alle niveaus, gratis duurzaam vervoer, een basisinkomen, zoveel vermaak als we bieden kunnen, … Dat zijn we hen verschuldigd en het is nodig om hen de vereiste opofferingen te laten aanvaarden. De voorgaande generaties (nvpv. Ik hoor daar dus bij) die het meest van de roofbouw op de aarde hebben geprofiteerd, moeten de eerste stappen zetten. Dat is hun dure menselijke plicht.” [17] Je zou de gifteconomie in deze fase ook de offer-economie kunnen noemen. Welk offer zijn we bereid te brengen?

Kinderen, wat wil je veranderen?

Ik heb ter voorbereiding van dit afsluitend artikel een vraag gestuurd naar een zestigtal jonge mensen met de vraag wat ze gaarne veranderd zouden zien. “Wat zou jou en de volgende generatie (jouw kinderen dus) kunnen helpen om een nuttig, gezond … leven op te bouwen, individueel en als gemeenschap? Wat wil jij dat er gebeurt?” Het is geen wetenschappelijk onderzoek, maar hun antwoorden - heel divers en verrassend – zeggen toch al iets. Ik heb alle antwoorden opgenomen, lichtjes herschreven en gegroepeerd. Het is een boeiende, hoopgevende lijst.

  • MENTALITEITSWIJZIGING
    • Ik en het gemeenschapsdenken
      • Weg met het cynisme. Terug geloven in een gemeenschappelijk project: de Aarde.
      • Creëer meer positieve, toekomstgerichte projecten waar iedereen bij betrokken is (ik en gemeenschap).
      • Zet in op de gemeenschap: minder ik, meer gemeenschap, met beiden in balans. (meerdere malen)
      • Creëer meer gemeenschapsgevoel
      • Minder individualisme, meer engagement van zowel de jeugd als oudere generaties zou al een wereld van verschil maken.
      • In contact blijven met elkaar, ontmoetingen, met elkaar spreken en respect opbrengen. Initiatieven allerhande die ons kunnen doen vertragen en stilte/bezinning bieden, kunnen helpen.
      • Pacifisme (nu moeilijker gezien de aanval van Rusland op Oekraïne).
      • Ik vind dat we veel milder moeten zijn voor onze medemens en voor onszelf. Ik voel vaak dat we zo hard zijn en het gevoerde beleid is daardoor ook zo hard. ‘Werkloosheidspremie niet te hoog zetten want werklozen zijn luieriken die niet willen werken. Als ze meer willen verdienen, moeten ze maar gaan werken’. Dergelijke zaken hoor ik ook regelmatig. Maar men beseft niet dat werkloosheid en armoede moeilijk te doorbreken cirkels zijn.
      • Minder focus op presteren, gericht op kennis en punten. Meer op persoonlijke ontwikkeling en samenleving (meerdere malen)
      • 'Toegepaste psychologie’ als onderdeel van het onderwijs. Persoonlijke ontwikkeling ten dienste van het ontwikkeling van een veerkrachtig mens (lees: niet ten dienste van de economie).
      • Het onderwijssysteem moet anders. Minder focus op inhoudelijke kennis en meer focus op persoonlijke ontwikkeling. (meerdere malen)
      • Alle organisaties worden verplicht om blijvend aandacht te geven aan persoonlijke groei van medewerkers en een kritische blik van buitenaf.

    • Economie
      • Pak het liberaal kapitalisme aan: zorg dat het ieder-voor-zich-systeem, waar alles rond geld draait, naar de achtergrond verdwijnt. Verlaat de profit-economie. (meerdere malen).
      • Rendabiliteit is niet hetzelfde als winst.
      • Herdenk onze economie. Veel meer in samenspraak met de burgers. Kies voor preventie (voorzorg) en langetermijndenken. Stap af van winstgevendheid als centrum; kies voor de samenleving. Coöperaties kunnen hier de weg tonen.
      • Meer tijd en aandacht: we betalen wat we kopen eenvoudigweg met tijd. We moeten af van deze tijdverslindende economie. Terug naar de verbinding tussen de individuen. Aandacht leidt tot meer bewustzijn. Verbinding leidt tot meer begrip en solidariteit.
      • Ik wil een mix van socialisme en liberalisme.
      • We werken allen samen voor iedereen samen.


  • ALGEMENE MAATREGELEN
    • Algemeen
      • Minder parlementen, raden en zetels.
      • Geef mensen die nog langer op deze planeet blijven en dus veel meer de gevolgen zullen dragen van wat we doen, meer kansen en meer beslissingskracht. (de generatie van onze ouders zullen immers de problemen doorschuiven naar later. Bijvoorbeeld eerst hun pensioen veiligstellen).
      • Meer vrouwen aan de macht: Ik heb het volledig gehad met machogedrag (verkeer, op café, clubs, anti-LGBTQ+ uitingen …) Die harde taal, agressie, het haantjesgedrag, ... zal ons nooit, nooit, nooit vooruit helpen.
      • Laat ons het klimaatprobleem nu oplossen. Die ene boom (niet) kappen, die ene auto minder of meer, ... maakt geen verschil. Maar wanneer we geen bomen meer hebben of veel te weinig gezonde lucht, dan gaat het wel een hele tijd duren en veel geld kosten om dat op te lossen... (meerdere malen).
      • Stop de doorschuifpolitiek van de ene naar de volgende generatie.

      • Zorg dat de middenklasse niet overal buiten valt. Geen studiebeurzen (te hoog loon); geen premies (te hoog loon), maar langs de andere kant zijn zonnepanelen, elektrische wagens,… te duur in aankoop en vele middenklassers kunnen dergelijke inspanningen niet aan. Kijk daarentegen naar het maatschappelijk rendement en ondersteun hen.

      • Maak kunst bereikbaar en beschikbaar voor iedereen.

      • Niet te woke worden. Benoem zaken vanuit het verleden als dat wat het is: het verleden. Ga nu niet plots alles van vroeger censureren omdat het van vroeger is, maar plaats het in een context en toon kinderen wat er was en wat daar de gevolgen van waren.
      • Een grote boosdoener volgens mij is de smartphone, tablets, en het steeds beschikbare internet, games, apps etc die teveel afleiding en prikkels bieden. Hoe kunnen we het gebruik ervan minderen?
      • Meer deeleconomie, maar gebaseerd op maatschappelijk nut, niet op winst. De Ubers zijn te veel uit op winst. Is geen deeleconomie. (meerdere malen)
      • In bepaalde sectoren publiciteit/reclame verminderen of afschaffen/verbieden.
      • Leg de voedingsindustrie en de farmacie aan banden. Ze zijn te eenzijdig op winst gebaseerd. Als we als samenleving gezond, nuttig, ... willen hebben, begint het bij mensen gezond te houden/maken. Geef mensen terug de kans om aan de slag te gaan (geef ze dus tijd) met basisproducten zoals groenten, fruit, vlees, vis, granen, zaden, …

    • Werken en loon
      • Maak bij het economisch organiseren van de samenleving, de gemeenschap belangrijker dan individu. (meerdere malen).
        Bijvoorbeeld: Elk huis heeft aansluitingen van van alles en nog wat: water, electriciteit, gas … Kunnen er geen deals gesloten worden? Ik denk bijvoorbeeld aan zonnepanelen. We leggen samen op de beste daken zonnepanelen, deze worden met elkaar verbonden en we voorzien een grote batterij. Wij zorgen dus zelf voor een groot deel van de eigen energiebevoorrading, overschotten worden verkocht. De overheid kan ons hierin steunen door de zonnepanelen en batterij mee te financieren en de mogelijkheid te creëren tot zelfbeheer door de inwoners. De kern is dat we de energiebevoorrading lokaal houden en losweken van het winststreven.

      • Minder callcenters, wachtmuziekjes, mislukte doorschakelingen, chatboxen en AI … Terug mensen achter balie en loket, goed betaald en zonder stress/tijdsdruk.
      • Geef de essentiële beroepen (vuilnismannen/vrouwen tot verzorgend personeel) de opwaardering en ondersteuning die ze nodig hebben (meerdere malen)
      • Neem vluchtelingen in dienst, ook als ze nog geen Nederlands spreken. Geef hen een goed loon, maaltijdcheques en een hospitalisatieverzekering. Nederlands leren ze dan wel.

      • Minder loonspanning (binnen een bedrijf en in de samenleving). Zorg dat iedereen zich gevalideerd en gewaardeerd voelt.
      • Trek minimumlonen op (meerdere malen)
      • Geef kans tot meer vrijwilligerswerk. In een maatschappij die alsmaar sneller gaat, is er meer en meer de nood aan vertraging en zinvolheid. Een van de wegen daar naartoe (ervaar ik zelf) is je inzetten voor anderen. Hulp kunnen vragen en hulp kunnen geven is cruciaal.
      • Een kortere werkweek zodat we meer balans kunnen vinden tussen werken en thuis (kinderen).
      • Stop bedrijfswagens (oneerlijke concurrentie met bijvoorbeeld zorgberoepen) (meerdere malen)
      • Meer deelauto’s, maar overal (bijv. Poppy nu slechts enkel in een paar steden)
      • Deelauto‘s is een goed idee maar nu zijn er teveel afzonderlijke organisaties en die vragen allemaal een afzonderlijke instapprijs.
        Kunnen we dat als samenleving niet zelf organiseren (alternatief en aanvullend op openbaar vervoer)
      • Vermogensbelasting (voor de grote bedrijven en de 1% rijksten). (meerdere malen)
      • Veel van mijn generatie genieten van de 'opbrengsten' die hun ouders, die roofbouwende generatie, gemaakt hebben 🙂 Belasten die handel. (meerdere malen)

    • Wonen
      • Zorg voor betaalbare woningen voor onze kinderen in de buurt waar ze opgroeien. Niemand kijkt precies nog op van 100 000 euro meer. Wij kunnen dat niet betalen. (meerdere malen)
      • Zorg dat ook alleenstaanden kunnen wonen.
      • Een gemillimeterde pelouse wordt bij wet verboden.
      • Elk hek dat percelen afbakent, wordt afgebroken.

    • Milieu
      • Nederigheid tegenover de natuur: Als we beseffen dat we een deel van de natuur zijn, gaan we natuurbehoud, ontharding van steden, maatregelen ten voordele van klimaat en biodiversiteit, ... als vanzelfsprekend beschouwen.
      • Niet overschakelen naar elektrische auto’s, maar het aantal auto’s drastisch verminderen. Maak openbaar vervoer volledig gratis met perfecte dienstverlening. (meerdere malen)
      • Zet in op ontzilting van zeewater. We gaan het nodig hebben.
      • Nog meer aandacht voor klimaatmitigatie en klimaatadaptatie en tegelijkertijd geen klimaatangst creëren bij de volgende generatie.
      • Pendelen met de wagen absoluut bestempelen als ‘niet cool’
      • Afbreken van de afschuwelijke verkavelingen en deze ruimtes teruggeven aan de natuur. De huizen mogen desbetreffend ook gewoon verlaten worden en met onkruid
        en klimop overwoekerd worden, gelijk er een grote catastrofe plaatsgevonden heeft.
      • Het doordacht inzetten van groen en meer natuur in de openbare ruimte (verzachtende en ontspannende werking geven op de geesten).
      • Hadden jullie de aarde niet in de jaren ’70 moeten redden? (meerdere malen)


  • DIRECTE MAATREGELEN
      • Basisinkomen (meerdere malen)

      • Langer ouderschapsverlof, voor vader en moeder samen.
      • Ouderschapsverlof aan elkaar als partners kunnen doorgeven. (Als het in jouw job niet haalbaar is om minder te werken maar je partner wel kan dit nu niet en verlies je je niet gebruikte maanden maar is toch voor dezelfde kinderen!)
      • Misschien heeft de vorige generatie de morele plicht om het probleem van de kinderopvang op te lossen en zelf kinderopvang zijn (ja, dat zal niet makkelijk zijn).

      • Minder auto’s: gratis goed functionerend openbaar vervoer met een groot netwerk. (meerdere malen)
      • Gratis onderwijs (meerdere malen)
      • Gratis musea (meerdere malen)

      • Zestigplussers gaan in appartementen wonen (hun kinderen zijn toch het huis uit), en die huizen worden bewoond door dertigers (aangepast aan gezinsgrootte)

      • Creëer zwemvijvers
      • Plant veel meer bomen (meerdere malen): bijvoorbeeld elke zestigplusser plant elk jaar een boom.
      • Zorg voor hulp bij installatie zonnepanelen en isolatie woning. Wij kunnen dat niet betalen en onze energierekening knijpt ons dood. (meerdere malen).
      • Alle akkers en gebieden die grenzen aan bossen en natuurgebied mogen niet meer bespoten worden. Met geen enkel product.
      • Zijn de brooddozen leeg? Geef 150.000 euro om de brooddozen te vullen, niet aan een onderzoek. Maak de link met lokale basisgemeenschappen. Zij kennen het probleem al lang.

Heb je nog ideeën? Voeg ze onderaan toe of stuur een mail naar pieter[at]hetverzet.eu.


Ik hou van de volgende generatie. Ze zitten gewrongen tussen onze manier van leven en de ‘nieuwe’ manier. Ik vrees echter dat velen onder hen al meegesleurd zijn door ’het systeem‘. Het volle gewicht zal dus voor hún kinderen zijn. Daarom zijn de oproep van prof. Claeys en de aanbevelingen van de jongeren zo belangrijk. En als wij de jongeren niet willen helpen, dan rest hen nog altijd ‘De Grote Weigering’ (Marcuse / Donner / Beyoncé) : stoppen met het spel mee te spelen. Ik zou dat begrijpen en toejuichen.[18]

Als er niks gebeurt, rest jongeren nog het stoppen met het spel mee te spelen. © Foto: Getty Images - Bewerking: Peter Droeshout


Veranderen doe je niet alleen

Dit alles is een uitnodiging voor het maatschappelijk experiment, of eerder maatschappelijke experimenten. Niet om te zien welk experiment lukt, maar welke experimenten. In het meervoud. De economie van morgen bestaat niet. Het worden ‘de economieën van morgen’: socialer, lokaler, contextueler … In haar Paul Verbraekenlezing 2021 houdt onderzoekster Sarah De Boeck een pleidooi "om ons beeld van de economie als één en ondeelbaar open te breken en economie te zien als een veelheid die veel complexer is en rijker dan we ooit hadden kunnen denken.” Zij noemt deze uit te bouwen economie “de essentiële economie”. [19]

Maar gelukkig: tot oplossingen komen voor economische, en bij uitbreiding maatschappelijke uitdagingen doe je niet alleen, dat kan geen individuele aangelegenheid zijn. Econoom Brüll schrijft hierover: “Telkens als niet de enkeling beslist, maar de economische ratio een uitvloeisel is van het samenstromen van de ervaringen van alle belanghebbenden […] is het gevaar dat mensen als werktuigen van persoonlijk eerzucht gebruikt worden, geweken.” [20]
Dat betekent niet dat het individu geen plaats heeft. Integendeel, het individu is het begin. Auteur Jos Verhulst wijst erop dat de collectieve beslissing het resultaat moet zijn van autonoom genomen individuele beslissingen. De individuen dienen onafhankelijk van elkaar te oordelen. De collectivisering van de inzichten heeft slechts waarde, indien voorafgaand de oordeelsvorming op individuele en autonome wijze gebeurt. De paradox van de ‘wijsheid van de massa’ is dat de beste groepsbeslissingen voortkomen uit een heleboel onafhankelijke individuele beslissingen, zegt James Surowiecki, de auteur van het boek The Wisdom of the Crowds.” [21]

Een cruciaal onderdeel van deze verandering is de keuze voor een politiek veld dat radicaal is opgebouwd vanuit de zelfrepresentatie [22]: zelfrepresentatie start bij het ‘ik’. Elk individu zit met zijn eigen nood aan zelfbehoud (eten, wonen, kleden …) en zelfrealisatie (studeren, loopbaan, hobby’s ….). Het ‘ik’ met het hoofd in de wolken en de voeten op de grond. Ik noemde dit de verticale dimensie.
En er is nog een andere dimensie aan de zelfrepresentatie. We beseffen immers dat elk ander individu ook zoekt naar zelfbehoud en zelfrealisatie. We moeten daarom afspraken maken om recht te doen aan dit streven ‘voor jou, mij en de 8 miljard’ anderen. Dat doe je niet alleen. Je hebt de anderen daarvoor nodig, al was het maar om je te helpen het eigenbelang te overwinnen. Mensen moeten in deze zoektocht elkaar vrij kunnen ontmoeten op basis van gelijkheid. Deze ontmoeting vormt de onontbeerlijke horizontale dimensie.

Dit betekent dat de verticaliteit van elk individu (zelfbehoud en zelfrealisatie) gecombineerd wordt met de verbindende horizontaliteit tussen de individuen. (samen de samenleving opbouwen). Hannah Arendt zou in deze context spreken over ‘handelen’. “‘Handelen’ waardeert Hannah Arendt als de hoogste menselijke activiteit. Mensen zijn verschillend en vertegenwoordigen in haar visie allen iets nieuws en iets unieks. In het handelen geven zij daaraan uitdrukking. Handelen […] voltrekt zich in de publieke ruimte die mensen met elkaar kunnen vormen. In de sfeer van het handelen laten mensen aan elkaar zien wie zij zijn. In die sfeer is pas echt sprake van vrijheid. Het resultaat van handelen is onvoorspelbaar. Niemand kan het voorzien – een kenmerk van menselijke veelvormigheid en vrijheid volgens Hannah Arendt.” [23]

Dit zie ik als de basis voor alle veranderingen: vanuit de zelfrepresentatie terug tijd en plaats vinden om te kunnen handelen. Samen zorgen we ervoor dat de economie van ons wordt en haar taak vervult. Zoals auteur Werner Govaerts het lang geleden schreef: “Als er nu echter weer meer tijd gaat vrijkomen, doordat onze levenswijze niet meer zo eenzijdig op het economische aspect van het leven zal zijn gericht, dan moet er ook tijd worden vrijgemaakt […] In de samenleving waar ik van droom, heeft ieder mens het recht en de plicht (dus: de vrijheid) om zich op elk van deze drie gebieden te ontplooien. [nvpv: Govaerts heeft het over het politieke, economische en culturele domein] Het aspect ‘werken’ mag hem niet verhinderen actief deel te nemen aan cursussen, theatervoorstellingen, kortom: het culturele leven. Hetzelfde geldt voor het politieke leven. Ook daarvoor zou tijd moeten vrijkomen.” [24]

Dit alls veronderstelt een doorgedreven democratische samenleving waar mensen in volle vrijheid — ‘adel van geest’ zou Rob Riemen het noemen [25] — proberen mee vorm te geven aan de samenlevingen van morgen.

Uitsmijter

En zo kunnen we deze reeks Moeder, waarom werken wij? afsluiten. Uiteraard bekruipt me regelmatig de twijfel: is wat ik heb geschreven in de reeks juist en realistisch? Ik heb daar geen sluitend antwoord op.
Het voelt wel juist aan. Ik heb voortdurend de vraag van de rechtvaardigheid als leidraad genomen. Dat geeft de juiste grondtoon.
De vraag naar realisme vind ik van absoluut mindere orde. De realiseerbaarheid van wat ik schreef, hoort thuis in de politieke ruimte. Daar is niks mogelijk en alles. “Elke waarheid doorloopt drie stadia. Eerst wordt ze belachelijk gemaakt. Dan wordt ze hevig bestreden. Tenslotte wordt ze vanzelfsprekend aangenomen.” (Schopenhauer). En dat kan snel gaan.

Ik voel me als Hans Castorp uit De Toverberg van Thomas Mann. Ik ontwaak uit mijn slaap, vertrek uit de Toverberg en ga een onzekere toekomst tegemoet. We are all stumbling into the future, zal Frank Gerhy zeggen. Nogmaals Solnit: “We hebben voor dit alles geen routekaart, wat alle zelfverzekerde profetieën over een voorspelbare, lineaire toekomst pretenderen ons te geven. In plaats daarvan hebben we, samen met onze werkkracht, een kompas dat hoop heet: een verleden dat we kunnen zien, dat we ons kunnen herinneren, dat ons kan leiden langs de onvoorspelbare route, samen met onze inzet voor wezens die nu leven en nog geboren moeten worden, de inzet die we de naam geven: liefde.” [26]


Nog even dit

Ik heb de lijst van wensen van de volgende generatie aangepast op 19 juli wegens een nieuwe 'inzending'.

De meeste hier vermelde boeken zijn te verkrijgen via Barbóék en de betere boekhandels. Op het einde van de reeks vind je ook een uitgebreide bronnenlijst.


*
Rika THEUNISSEN, in: Corrie Davidse, Sculpturen, Atelier Metamorphose, 7423636551563, s.d. p.24

[1]
John Maynard KEYNES, “Economic Possibilities for our Grandchildren” in Essays in Persuasion (New York: Harcourt Brace, 1932), 358-373. Dit essay werd voor het eerst als lezing gepresenteerd in 1928. Je kan de tekst rechtstreeks downloaden op de website van het Aspen Institute.
[2] Een citaat uit “Anno Expo. De wereld bouwt een nieuwe toekomst”, op de website van OKV
[3] Zie over de problemen van vooruitgang onder meer: Ton LEMAIRE, De val van Promotheus. Over de keerzijden van de vooruitgang, Ambo, 2010, 978 90263 2465 9.
Zie ook Rutger CLAASEN, “Vooruitgangspessimisme“, in Filosofie Magazine, 14 juni 2016:
[4] Dennis MEADOWS, et al., Rapport van de Club van Rome: de grenzen aan de groei. Spectrum (1972/2008). 9789031506125 en Geert BEULENS, Wat we toen al wisten De vergeten groene geschiedenis van 1972, 2022, Querido, 9789021436722
en Zie hierover: Moeder, waarom werken wij? 2. De storm
[5]
Zie hierover: Moeder, waarom werken wij? 0. Welvaart, Moeder, Waarom werken wij? 1. De discrepantie en Moeder, waarom werken wij? 2. De storm
[6]
Sarah DE BOECK, Laten we ons massaal bemoeien met economie. Een pleidooi voor de essentiële economie,VUB Press (PaulVerhaeghe lezing 2021), 2021, 9789461171047
[7]
Zie hierover prof. MAZZUCATO in: Moeder, waarom werken wij? 5. Het vriendelijke bedrijf. Deel 2
In hun geruchtmakend boek noemen Hardt en Negri dit wereldwijde systeem ‘Empire’. Nationale overheden hebben hiertegen amper verweer. Integendeel, zij zijn als dienende onderdanen van dit systeem. Zelfs transnationale gemeenschappen, zoals Europa zullen daar, in hun politiek en economisch beleid, niet in slagen omdat ze, zeker vanaf de val van De Muur, de neo-liberale principes te sterk omarmden.
Zie: Michael HARDT, Antonio NEGRI, Empire, Van Halewijck/Van Gennep, 2002, 9055153265. Zie ook: Moeder, waarom werken wij? 2. De Storm
Over Europa en het neo-liberalisme, zie ook: Philipp THER, Europe since 1989 A History, 2016, Princeton UP, 9780691181134.
Europa is geen louter neo-liberaal project. Zie bijvoorbeeld dit interview met Henrik Vos en Anne Van Lancker: Simon BELLENS, 'Europa was nooit zomaar een neoliberaal project', in: Visie, 28 april 2023.
[8]
Naar analogie van de marktgedreven (ik) gifteconomie (wij), kan je in de politieke arena spreken over anarchistische (ik) democratie (wij) waar de zelfrepresentatie het uitgangspunt is. Dat is het onderwerp van een opkomende reeks over politiek.
[9]
Voor het ecologisch plafond en de essentiële menselijke noden, zie onze toelichting bij de donuteconomie van prof. Kate Raworth: Moeder, waarom werken wij? 4. De vriendelijke samenleving.
[10]
Over de geldstromen in de samenleving in Moeder, waarom werken wij? 5. Het vriendelijke bedrijf Deel 2
[11] Zie het do ut das-principe in het nawoord ‘Tenslotte’ van Moeder, waarom werken wij? 5. Het vriendelijke bedrijf. Deel 2.
[12]
Christian FELBER, Ware Winst. Gemene-goed-economie als wegwijzer, Jan van Arkel, 2017, 978 90 6224 029 6, p. 178 e.v. Naast dit boek zijn dit enkele goede inleidingen in het Nederlands:
Simon J. BELLENS, “Christian Felber: ‘Soevereine burgers zouden ongelimiteerde ongelijkheid niet toelaten. Parlementen wel’”, in De Wereld morgen, 27 juli 2021. En deze HUMAN-talk door Christian Felber zelf. Zie ook de Nederlandstalige website van de Gemene-Goed-economie.
Voor Sarah De Boeck: zie voetnoot [19].
[13] David BOLLIER & Silke HELFRICH (editors), The Wealth of the Commons: A World Beyond Market & State, Levellers Press, 2012, 9781937146146, P. 35-36.
Voor meer literatuur over commons: zie Moeder, waarom werken wij? 5. Het vriendelijke bedrijf. Deel 2. en de algemene bibliografie van deze reeks.
[14]
Rebecca SOLNIT, “The Most Important Thing We Can Do to Fight Climate Change Is Try”, in: The Nation, 23 maart 2015. Ze had dit thema overigens al besproken in een eerder boek: Rebecca SOLNIT, A Paradise Built in Hell. The Extraordinary Communities That Arise in Disaster, Penguin Books, 2010, 9780143118077.
[15]
Bruno Delepierre, met wie ik samenwerk in het kader van de lokale economie en het geldcircuit, heeft een reeks recepten gegeven voor een upgrade van het huidige systeem. Alhoewel hij spreekt over een 'upgrade’ en hij een groot deel van de voorstellen relatief makkelijk realiseerbaar ziet, zijn de meeste voorstellen toch systemisch. Bruno DELEPIERRE, Happonomy. Roadmap naar utopia, Politeia, 2016, 9789057185588, p. 166-277.
[16]
Zie: Moeder, waarom werken wij? 4. De vriendelijke samenleving
[17]
Gregory CLAEYS, “Een brandende behoefte aan utopisme”, in: Nexus, 2022/91, Nexus Instituut, Amsterdam, 2022, 0926-2970, p. 64-89.
[18]
Zie hierover: Marian DONNER, De grote weigering, Prometheus, 2022, 9789044647846, waarin ze de het boek ‘De eendimensionale mens’ (1964) van Herbert MARCUSE bespreekt als een visionair boek: “Individualisering zet de toon, dat wel, maar onze autonomie zijn we kwijt, we zijn vervreemd tot producent, consument en product.”
Ook aanbevelenswaardig in deze context: Marguerite VAN DEN BERG, Werk is geen oplossing, AUP, 2021, 9789463725170.
[19]
Sarah DE BOECK, Laten we ons massaal bemoeien met economie. Een pleidooi voor de essentiële economie, VUB Press (Paul Verbraecke lezing 2021), 2021, p. 15 e.v. (De Boeck is Senior Expert Real Estate & Territorial Development aan de VUB)
Een meer uitgewerkte versie van de stellingen: David BASSENS & Sarah DE BOECK (red.), De essentiële economie. Motor voor een sociaal-ecologische transitie, Asp - Academic And Scientific Publishers, 2022, 9789461171191. Een aanbevelenswaardig boek over de essentiële doelen van onze economie en hoe we het best de samenleving kunnen inrichten om deze doelen te bereiken.
[20] Zie ook: Pieter VEREERTBRUGGHEN in Moeder, waarom werken wij? 5. Het vriendelijke bedrijf. Deel 2.
[21] Jos VERHULST, “Twee weten meer dan één. Wijsheid voor de massa”, 2005, Boekbespreking over ‘The Wisdom of the Crowds’ opgenomen in Het Verzet. In dit boek betoogt Surowiecki dat een grote groep mensen onder bepaalde voorwaarden tot collectieve besluiten kan komen, die beter of nauwkeuriger zijn dan de overgrote meerderheid van de individueel genomen besluiten.
[22]
Zie hierover Pieter VEREERTBRUGGHEN, “Democratie voor onze tijd: zelfrepresentatie”, in HetVerzet.eu, 26.06.2021.
[23] Pieter TIJMES,” Vita activa: arbeid, werk en handelen”, in: Filosofie Magazine, 23 september 1999
[24]
Werner GOVAERTS, “Het opnemen van politieke verantwoordelijkheid”, in: Klaas’ Commentaar, Nicolaas, oktober 1994, p. 1-2 *
[25]
Rob RIEMEN, Adel Van De Geest. Een Vergeten Ideaal, Atlas, 2009, 9789045016368
[26]
Rebecca SOLNIT, “The Most Important Thing We Can Do to Fight Climate Change Is Try”, in: The Nation, 23 maart 2015