OP 11 JUNI 1963 VERBRANDDE Thích Quảng Ðức zichzelf op een druk kruispunt in Saigon. Deze Vietnamese mahāyāna boeddhistische monnik protesteerde hiermee tegen de vervolging van boeddhisten door de Zuid-Vietnamese regering van Ngo Dinh Diem. Malcolm Browne (1931-2012) was de enige aanwezige internationale fotograaf en won een Pulitzerprijs voor zijn reportage.

De zelfverbranding van Thích Quảng Đức © 1963 Malcolm Browne/AP

Deze foto (en al zeker de volledige reeks waaruit de foto komt) doet pijn. Maar toch is het een foto van hoop.

Een steen in de rivier

De monnik Thích Quảng Ðức doet deze zelfopoffering niet met de moed der wanhoop. Hij verwacht niet dat morgen de regering van Diem valt. Zijn moed om deze daad te stellen, wordt geboren uit hoop, de hoop dat hij iets in beweging kan zetten richting het goede. Dat alleen op zich is al krachtig: de overtuiging dat de actie van één man het verschil kan maken. (zie ook Viervoudige Verrijzenis - 3)
“Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde“, zong Bram Vermeulen.
… Omdat, door het verleggen van die ene steen
Het water nooit dezelfde weg zal gaan.”

We kunnen niet voorzien waar het water zal vlieden, wij kunnen de toekomst niet voorspellen. Gelukkig maar. “Had [Shakespeare] in de monden van zijn helden alleen profetieën gelegd die later bevestigd werden, dan zou hij een pleidooi gehouden hebben voor de totale voorspelbaarheid van de geschiedenis. De valse profeten zijn er met een doel; zij getuigen van de onvoorspelbaarheid van de historische toekomst.” zei de filosofe Ágnes Heller.

Het nieuwe

In zijn opus magnum Das Prinzip Hoffnung –600 paginas gewijd aan de hoop– stelt Ernst Bloch dat de toekomst slechts een opeenvolging en herhaling is van vroegere gebeurtenissen, van feiten, tenzij wij ‘het kwalitatief nieuwe’ injecteren. Dit zoekt naar wegen en mogelijkheden om de kring van herhalingen te doorbreken en wil ons bevrijding brengen.

Geschiedenis komt ons tegemoet vanuit de toekomst

De radicale actie van de monnik wil een feit zijn in een reeks feiten die in samenhang een bepaalde richting uitgaan. Bloch noemt dergelijke reeks ‘een tendens’ (nvpv: van het latijnse 'tendere' voor ‘uitstrekken’, ‘ergens heen trekken’). De zelfverbranding van de monnik is slechts een klein feit in de geschiedenis, maar de monnik hoopt dat deze daad onderdeel is van een tendens (een reeks feiten) die uiteindelijk –bij terugblik– een verbetering van de wereld zal hebben voortgebracht. Dit besef duwt ons vooruit naar de toekomst en trekt ons aan vanuit de toekomst. Om het lapidair uit te drukken: geschiedenis komt ons tegemoet vanuit de toekomst. Daardoor stelt het ons in staat om nu te hopen, dus te handelen, zelfs als de dingen hopeloos lijken.

Hoop

Het uiteindelijke streefdoel van de hoop is niets minder dan het hoogste goed. “Hoop is het besef dat ons de mogelijkheid van het goede is gegeven.”, schreef theoloog Ingolf Dalferth. Hoop is als een zintuig voor het goede en is daardoor een uitnodiging tot handelen. Het is de motor van het nieuwe, de start van een nieuw begin. Het amor mundi van Hannah Arendt staat hier heel dichtbij.

Hoop is een oriëntatie van de geest, een oriëntatie van het hart.

In de woorden van Václav Havel: “Hoop is geen profetie. Het is een oriëntatie van de geest, een oriëntatie van het hart. Het overstijgt de wereld van de directe ervaring [nvpv: Bloch noemt dit de feiten], en is verankerd ergens voorbij de horizon [nvpv: Bloch verwijst naar het toekomstige kruispunt van tendensen]. […] Hoop, in deze diepe en krachtige betekenis, is […] veeleer een vermogen om ergens voor te werken omdat het goed is, niet alleen omdat het een kans van slagen heeft.”

Door nieuwe werelden te dromen, kunnen we ons ’in-de-wereld-staan’ richting geven, geven we ruimte voor hoop. Dr. Edie Eger vat dat mooi samen in haar boek ‘Het Geschenk’: “Hoop is niet de witte verf die we gebruiken om ons lijden te maskeren. Het is een investering in nieuwsgierigheid. Hoop is de stoutmoedigste daad van verbeelding die ik ken.” (nvpv. mijn vertaling). Dat is de basis van het eerder al besproken kunstenaarsgebaar.
Net voor hij Cuba verliet, schreef Che Guevara aan zijn ouders: “De wilskracht die ik heb gepolijst met de aandacht van een kunstenaar, zal nu mijn zwakke benen en vermoeide longen ondersteunen. Ik zal het halen.”

Democratie zorgt dat de toekomst zijn werk kan doen.


Vrijheid

Hoop is enkel mogelijk als er geloof is dat er verandering kan komen. Een democratische samenleving erkent de mogelijkheid tot veranderen en faciliteert het onderzoek naar verandering. Het zorgt dat de toekomst zijn werk kan doen. Een dictatuur (of een politiestaat of totalitaire staat) loochent en onderdrukt deze mogelijkheid.
Hoop en democratie gaan hand in hand.
‘Het geloof in het hiernamaals’, zegt Bloch in navolging van de mysticus Angelus Silesius, ‘is het geloof in de vrijheid van de subjectiviteit van de beperkingen door de natuur – bijgevolg van het geloof van de mens in zichzelf.’ Volgens Bloch is een van de grootste tekortkomingen van het marxisme-leninisme de relatief zwakke aandacht voor deze persoonlijke vrijheid. Dit mankement heeft het anti-democratische stalinisme mogelijk gemaakt. Bloch onderschreef de gedachte van Rosa Luxemburg: ‘Geen socialisme zonder democratie’.


<< Jan Locus, Pobra Do Caraminal, 2012 | Toby Old, Diving Horse, 1990 >>

Nog even dit

Op de voorlaatste foto zie je monniken die verhinderen dat er een brandweerwagen het plein op komt. De laatste foto is een detail van een herdenkingsmonument voor de monnik en toont de auto, een Simca, waarmee de monnik werd vervoerd. ©Malcolm Browne/AP

Over de totstandkoming van deze reeks interviewde Time de fotograaf: Malcolm Browne: The Story Behind The Burning Monk.
Over de maatschappelijke achtergond van deze protestactie: De zelfverbranding van monnik Thich Quang Duc op Historiek.

Mijn beschouwing is slechts een aanzet, een invitation à la valse. Wil je meer lezen?

Mijn reflectie over deze foto is ingegeven door John Berger's essay uit 1968 over de foto van de vermoorde Che Guevara. John Berger, ‘Image of imperialism’, in: Understanding a Photograph, Penguin, 2013, p. 3-16

Ernst Bloch: Werkausgabe: Band 5: Das Prinzip Hoffnung. Suhrkamp, Frankfurt am Main 1985, ISBN 3-518-28154-2.
Ik heb dat werk niet gelezen en ken Ernst Bloch enkel door derden.
Joke Hermsen, Het tij keren, 2019, Prometheus, 9789044640700
Joke Hermsen,
Stil de tijd. Een pleidooi voor een langzame toekomst, 2010, De Arbeiderspers, 9789029573603
Rebecca Solnit,
Wiens verhaal is dit?, 2020, Podium, 9789057595110
Cyrille Offermans, “Een dagdromer. Over Ernst Bloch“,
in: Raster #31, 1984
Louis Van den Wyngaert, “Ernst Bloch: een filosofie van de hoop“,
in: Streven. Jaargang 24, 1070-1971, p. 1164-1176
Vincent Geoghegan, “Ernst Bloch en de alomtegenwoordigheid van de hoop”, in: De Internationale, Nederlandstalig theoretisch orgaan van de IVe Internationale, 1996, zomer, (nr. 58), jg. 40 — Te lezen op het Marxistisch Internet Archief.

Ágnes Heller, The Time Is Out of Joint: Shakespeare as Philosopher of History, 2002, Rowman & Littlefield, 9780742512511
Edith Eger, Het Geschenk – 12 lessen die je leven kunnen redden, 2020, Lev, 9789400512252
Ingolf Dalferth, Hoffnung, 2016, Berlijn/Boston, De Gruyter, 978-3-11-049467-9
Roland van der Vorst, Hoop - Hoe we door de toekomst worden verleid. 2009, Nieuw Amsterdam, 9789046806876
Vaclav Havel, The Art of the Impossible: Politics as Morality in Practice, 1997, Knoph, 978-0679451068
Jean Bethke Elshtain, ‘A Performer of Political Thought: Václav Havel on Freedom and Responsibility’, in: Nomos Vol. 37, Theory and Practice (1995), American Society for Political and Legal Philosophy, pp. 464-482. Dit artikel is te raadplegen op Jstor.


De toelichting bij mijn ‘fotoboek’ vind je in Kijken naar foto’s.
De boeken zijn te verkrijgen bij Barbóék en de betere boekhandel.